35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag

Nr. 36 MOTIE VAN DE LEDEN AZARKAN EN VAN KOOTEN-ARISSEN

Voorgesteld 19 januari 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Autoriteit Persoonsgegevens constateerde dat de werkwijze van de Belastingdienst in strijd was met de wet en discriminerend was;

constaterende dat de Ombudsman constateerde dat in de omgang met getroffen ouders verschillende wettelijke voorschriften met voeten zijn getreden, zoals de reageertermijn in de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat verschillende betrokken (oud-)bewindspersonen hiervan wisten, dit hadden kunnen weten, of dit hadden moeten weten;

overwegende dat hiermee sprake zou kunnen zijn van het bewust nemen van besluiten die een ambtsmisdrijf vormen of van zodanige nalatigheid dat er sprake kan zijn van een ambtsmisdrijf;

overwegende dat op grond van artikel 119 van de Grondwet de Kamer tegen (oud-)bewindslieden een aanklacht wegens een ambtsmisdrijf in overweging kan nemen;«

spreekt uit discriminatie niet onbestraft te laten en tegen alle betrokken (oud-)bewindspersonen een aanklacht wegens een ambtsmisdrijf in overweging te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azarkan

Van Kooten-Arissen

Naar boven