35 492 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake COVID-19 crisismaatregelen ophoging IMF-middelen PRGT en EIB- pan-Europees garantiefonds, bijstelling IMF-middelen)

B NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 6 juli 2020

Vraag 1

Uit de memorie van toelichting blijkt dat het doel van het pan-Europees-garantiefonds is om hoge risicoprojecten te financieren, waarbij de focus ligt op het MKB. Graag ontvangen deze leden enkele voorbeelden van zulke hoge risicoprojecten.

Antwoord op vraag 1

Het pan-Europees- garantiefonds EGF zal inderdaad hoge risicoprojecten financieren die de EIB-groep normaliter onder eigen risico niet kan financieren, waardoor de activiteiten van het EGF complementair zijn aan de reguliere activiteiten van de EIB-groep. Het EGF werkt vraaggestuurd en is nog niet gestart en het is daarom niet mogelijk concrete voorbeelden te noemen, omdat dit afhankelijk zal zijn van de aanvragen die ingediend worden. De producten zijn breed zodat het EGF flexibel in kan springen op de behoefte van bedrijven die aanvragen doen. De volgende producten zijn onderdeel van het EGF: (1) risicodeling via National Promotional Banks/financiële intermediairs, (2) loan substitute structures, (3) venture debt, (4) andere debt producten en (5) equity financiering. Een uitvoerige beschrijving van deze producten is te vinden in bijlage 1 van het (Contribution agreement EIB en Nederland – EGF). Daarnaast kunnen additionele producten worden toegevoegd aan de productmix van het EGF wanneer de bestuursorganen van respectievelijk de EIB en het EIF (European Investment Fund, een dochteronderneming van de EIB) hiermee instemmen.

Vraag 2

Voorts vragen deze leden graag een toelichting aangaande de zeggenschap over welke hoge risicoprojecten gesteund worden en welke niet. Hoe is dit binnen de governance van het pan-Europees-garantiefonds georganiseerd?

Antwoord op vraag 2

Zoals genoemd in het garantiekader EGF zullen alle deelnemende lidstaten een vertegenwoordiger nomineren voor het EGF Contributors Committee. Dit comité is verantwoordelijk voor de besluitvorming van het gebruik van de EGF garantie voor individuele operaties van de EIB en het EIF en daarmee de besluiten over welke hoge risicoprojecten worden gesteund. Deze besluitvorming zal gebeuren op basis van een gekwalificeerde meerderheid, dat wil zeggen dat 50% van de deelnemende lidstaten die minimaal twee derde van de totale bijdrages aan het EGF vertegenwoordigen voor een besluit moet zijn om goedkeuring te krijgen. Strategische besluiten, bijvoorbeeld over veranderingen in de productmix of eindbegunstigden van het EGF vereisen een supermeerderheid (50% van de deelnemende lidstaten goed voor 80% van de totale bijdrages). Vergaderingen van het comité zullen maandelijks plaatsvinden. Daarnaast doorlopen alle onderliggende investeringsvoorstellen die door het fonds gegarandeerd worden de reguliere besluitvormingsprocedures bij de EIB of het EIF. Nederland is vertegenwoordigd in de Raad van Bewind van de EIB met een stemgewicht van 5,21%.

Vraag 3

De leden van de fractie van de PvdA vernemen ook graag of bedrijven die het momenteel moeilijker hebben voorrang krijgen op steun uit het garantiefonds. En hebben bedrijven die ondanks de crisis nog een ruime winstmarge hebben ook recht op steun uit het garantiefonds? Zo ja, vindt het kabinet niet dat deze bedrijven het risico indien mogelijk zelf moeten dragen?

Antwoord op vraag 3

Het EGF is erop gericht steun te bieden aan bedrijven die het hardst geraakt worden door COVID-19. Dit wordt in eerste instantie gedaan door te focussen op projecten met een hoger risicoprofiel dan de EIB-groep normaliter onder eigen risico kan financieren. Daarnaast richt het fonds zich voornamelijk op het mkb, een groep bedrijven waar de capaciteit om negatieve schokken op te vangen kleiner is dan bij grotere bedrijven. Het EGF werkt vraaggestuurd en er is daarom geen concentratielimiet vastgesteld als het gaat om sectoren. Bedrijven moeten aantonen dat ze moeilijkheden ondervinden bij financiering van hun activiteiten en liquiditeitsproblemen hebben als gevolg van de COVID-19 crisis, maar ook dat ze financieel gezond waren voor de uitbraak van COVID-19. Voorstellen voor financiering moeten vervolgens worden goedgekeurd door het Contributors Committee waarin alle deelnemende lidstaten vertegenwoordigd zijn. Er zijn geen expliciete voorwaarden opgenomen over de winstmarge van bedrijven als voorwaarde voor het in aanmerking komen van steun door het EGF. Het kabinet heeft er tijdens de onderhandelingen over het EGF op ingezet dat het instrument zich voornamelijk op het mkb richt, omdat het mkb zoals gezegd minder capaciteit heeft om negatieve schokken op te vangen dan grotere bedrijven.

Vraag 4

Deze leden menen dat de schade die is ontstaan in een bedrijf door een hoog risicoproject met weinig maatschappelijk nut of een bij voorbaat kansloos project niet volledig moet worden verhaald op de belastingbetaler en daarmee de burger. Deelt het kabinet deze mening? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 4

Het kabinet is van mening dat alleen projecten met een maatschappelijk nut gefinancierd dienen te worden door het EGF. Dit wordt geborgd doordat onderdeel van het «contribution agreement» (bijlage 1 bij de aan de Eerste Kamer verzonden Kamerbrief) de regels zijn voor het type partnerschap waar het EGF onder valt bij de EIB (EIB Partnerships Platform for Funds Rules). Hierin staat onder andere vermeld dat alleen projecten en bedrijven door het EGF gesteund worden als ze voldoen aan de reguliere voorwaarden van de EIB. Dit houdt onder andere in dat projecten van maatschappelijke waarde zijn en niet op de markt gefinancierd kunnen worden. Daarnaast sluit de EIB een aantal activiteiten uit met negatieve maatschappelijke effecten.1

Vraag 5

Daarbij speelt wat onder economen bekend staat als «moral hazard» een belangrijke rol. Immers, de rekening wordt bij de burger gelegd, terwijl een bedrijf de beslissing neemt om een kansloos project aan te gaan. Hoe meent het kabinet dit «moral hazard» te adresseren? En is het kabinet bereid om naar een manier te zoeken waardoor ook het bedrijfsleven moet betalen voor deze risico’s?

Antwoord op vraag 5

Het klopt dat het EGF wordt opgericht met een garantie van lidstaten, echter verstrekt het EGF geen subsidies maar leningen die door deze bedrijven terugbetaald zullen moeten worden. Tegelijkertijd gaat het om risicovolle investeringen, waardoor de netto verwachte verliezen van het EGF geraamd worden op 20% Daarnaast richt het EGF zich op het ondersteunen van bedrijven die financieel gezond waren voor de uitbraak van COVID-19 en zal elk individueel voorstel voor financiering ter goedkeuring voorliggen in het Contributors Committee waar alle deelnemende lidstaten zitting in nemen. Zoals bij voorgaande vraag genoemd kunnen alleen projecten en bedrijven door het EGF gesteund worden als ze voldoen aan de reguliere voorwaarden van de EIB. Dit houdt onder andere in dat projecten van maatschappelijke waarde moeten zijn. Een standaard onderdeel van de beoordeling van projecten is het vaststellen van Economic Rate of Return (ERR), het gemiddelde jaarlijkse rendement voor de samenleving op het geïnvesteerde kapitaal gedurende de volledige levensduur van het project. Daarnaast sluit de EIB een aantal activiteiten uit met negatieve maatschappelijke effecten. Bij de beoordeling van projecten (economic appraisal) houdt de EIB expliciet rekening met het begrip moral hazard.2

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven