35 486 Voordracht ter vervulling van een vacature voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)

Nr. 3 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2020

Naar aanleiding van de brief van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 8 juni 2020 (Kamerstuk 35 486, nr. 1), die door u in handen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is gesteld, bericht de commissie u als volgt. Genoemde brief bevat het verzoek om een voordracht op te stellen ten einde te voorzien in een vacature in de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) die is ontstaan door het ontslag van de heer ir. J.R. Prins.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft in haar vergadering van 25 juni 2020 besloten een Benoemingscommissie (BC) uit haar midden samen te stellen bestaande uit de leden Ziengs (voorzitter), Van Gent, Van der Molen, Özütok, Van Raak en Verhoeven.

De BC heeft zich op 2 juli 2020, verstaan met de Commissie van Aanbeveling (CvA) bestaande uit de vicePresident van de Raad van State, de President van de Hoge Raad en de Nationale ombudsman. In het gesprek zijn de wervings-activiteiten met de CvA besproken. Op 1 september 2020 heeft de CvA per brief haar aanbevelingslijst1, houdende de personen die zij gekwalificeerd acht voor de vervulling van de vacature, aan de BC doen toekomen. Op 16 september heeft de CvA deze lijst in een gesprek met de BC toegelicht. Daarbij heeft de CvA ook genoegzaam toegelicht waarom haar aanbevelingslijst slechts twee namen omvat.

De BC spreekt haar waardering uit voor de wijze waarop de CvA haar wettelijke taak heeft uitgevoerd en daarbij een vruchtbare samenwerking, met behoud van ieders verantwoordelijkheid, heeft mogelijk gemaakt.

De BC heeft vervolgens op donderdag 24 september 2020 met de personen die door de CvA benoembaar worden geacht een gesprek gevoerd. Op basis van deze gesprekken en gelet op de overwegingen van de CvA ten aanzien van de onder-scheiden kandidaten, heeft de BC de onderstaande voordracht kunnen opstellen.

De voordracht:

  • 1. De heer A.W.R. Hubert

  • 2. Mevrouw P. Oldengarm.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is in haar vergadering van don-derdag 24 september 2020 door de BC vertrouwelijk geïnformeerd over boven-staande voordracht. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft vervolgens met de voordracht ingestemd.

Op grond hiervan moge ik u namens de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken verzoeken deze voordracht aan de Kamer ter goedkeuring voor te leggen.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

De sollicitatiebrieven, het curriculum vitae van de kandidaten en de brief van de CvA zijn ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven