Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35473 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35473 nr. B |
Vastgesteld 3 juli 2020
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de derde incidentele suppletoire begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2020. Deze begrotingswijziging dient ertoe een deel van het noodpakket banen en economie mogelijk te maken. Deze leden wensen hierover de regering puntsgewijs enkele vragen te stellen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik de regering hierover enkele vragen te stellen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en wensen de regering enkele algemene vragen ter beantwoording voor te leggen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de suppletoire begroting en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en leggen de regering graag enkele vragen voor.
Vragen van de leden van de GroenLinks-fractie:
Volgens een overzicht van het Ministerie van Financiën2 is door de rijksoverheid tot nu toe de 44,1 miljard uitgegeven aan economische steunmaatregelen. Hiervan komt het merendeel, te weten 28,7 miljard, voor rekening van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaf 5 miljard uit. Dit alles nog los van garantstellingen en gemiste belastinginkomsten. Dat is heel veel geld.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben er waardering voor dat de regering zich inspant om ten tijde van de coronacrisis zo veel mogelijk werkgelegenheid te behouden en daar ook middelen voor uit te trekken. Tegelijkertijd gebiedt de realiteit onder ogen te zien dat niet alles kan en dat de steun vanuit de overheid niet onbeperkt kan duren. Het is dus zaak om scherp te bezien waar het geld terecht komt, welk effect het heeft en al na te denken over keuzes voor de periode na 1 oktober 2020.
Tegen deze achtergrond hebben de leden van de GroenLinks-fractie een aantal vragen, die voor de overzichtelijkheid puntsgewijs zijn gesteld.
1. In de Tweede Kamer heeft de regering aangegeven dat 138.500 bedrijven subsidie hebben gekregen op basis van de NOW 1.0. Hiervan heeft 67% van de bedrijven minder dan 10 werknemers en 27% tussen de 10 en 50 werknemers. Is er op dit moment al iets te zeggen over het bereik van de NOW 2?
2. Is de regering bereid in kaart te brengen of het laten vervallen van de ontslagboete3 leidt tot ontslagen bij de bedrijven met meer dan 50 werknemers die van de NOW2-regeling gebruik maken?
3. Uit onderzoek van onderzoekscollectief Investico blijkt dat voor veel mkb-ondernemingen de steunmaatregelen niet goed werken en/of een bureaucratische brei zijn.4 Op welke manier vindt afstemming en coördinatie plaats tussen de regelingen vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en regelingen vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, zodat de onderscheiden regelingen voor deze doelgroep zo goed mogelijk hun doel treffen?
4. Is in deze incidentele suppletoire begroting ook de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) al opgenomen, of volgt daarvoor nog een separate begrotingswijziging?
5. Kan de regering inzicht geven in de te verwachten effecten van het opnemen van een partnertoets in de TOZO 2?
6. In de begroting is een post opgenomen van 50 miljoen voor scholing. De regering motiveert dit door te stellen dat dit in feite een aanjaagbedrag is, bedoeld om veel grotere geldstromen uit onder andere de O&O-fondsen op gang te brengen. Waarop baseert de regering de verwachting dat dit bedrag daartoe voldoende zal zijn en dat dit bedrag dit effect ook daadwerkelijk zal hebben? Hoe wilt de regering dit monitoren? Is de regering bereid om bij uitblijven van het gewenst effect aanvullende maatregelen te nemen?
7. Het laat zich aanzien dat de economische effecten van deze crisis op 1 oktober 2020 nog lang niet tot het verleden zullen behoren. Iedereen realiseert zich ook dat de steunmaatregelen niet onbeperkt op deze manier voortgezet kunnen worden. Kan de regering ons al de krijtlijnen schetsen van de gedachten van de regering over de periode na 1 oktober 2020? Kan de regering ook aangeven op welke manier u daarbij een relatie ziet met de het rapport van de commissie-Borstlap5? Is de regering bereid tijdig hierover het gesprek met beide Kamers aan te gaan?
Vragen van de leden van de PvdA-fractie:
De leden van de PvdA-fractie merken op dat ondernemers onder de 21 jaar niet in aanmerking komen voor de TOZO. Graag vragen zij de regering om deze keuze zorgvuldig te onderbouwen. Immers, ondernemers onder de 21 jaar kennen toch dezelfde verplichtingen en risico’s als ondernemers boven de 21 jaar? Graag een reactie van de regering.
Het kabinet stelt 50 miljoen euro beschikbaar voor «NL Leert Door», zo lezen de aan het woord zijnde leden. Echter, het UWV heeft eerder aangegeven dat het minstens 500 miljoen euro nodig heeft. Waarom heeft de regering niet voor 500 miljoen euro gekozen? Graag een cijfermatige onderbouwing van de keuze voor 50 miljoen. Heeft de regering aanwijzingen dat 50 miljoen voldoende is? Zo ja, waarop zijn deze aanwijzingen gebaseerd?
In dit noodpakket is opgenomen de ontslagboete te laten vervallen, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Hoe rijmt dit met het doel van het kabinet om banen te behouden? Is deze ontslagboete er juist niet om te voorkomen dat mensen hun baan verliezen? Graag verzoeken de aan het woord zijnde leden een zorgvuldige analyse van de regering van het verwachte effect van het vervallen van de ontslagboete op het aantal ontslagen.
Vragen van de leden van de SP-fractie:
De leden van de SP-fractie constateren dat het doel van het nieuwe noodpakket behoud van werkgelegenheid blijft. Hoeveel arbeidsplaatsen denkt de regering dat er dit jaar in totaal en per sector verloren zouden gaan zonder dit noodpakket? Hoeveel verdwijnen er ondanks dit noodpakket? In welke sectoren?
Hoeveel geld verwacht de regering dit jaar in totaal aan de noodpakketten te moeten besteden?
Bij welke ondernemingen komt dat geld terecht? De aan het woord zijnde leden verzoeken de regering in de beantwoording een verdeling te maken in grote, middelgrote en kleine ondernemingen qua werknemers, alsmede een onderverdeling in sectoren.
Is er zicht welke werknemers door de maatregelen in dienst blijven, zowel qua inkomen, als qua vast en/of flexibel contract?
Op welke wijze en in hoeverre denkt de regering dat met het nieuwe noodpakket de verwachte toename van armoede, met name ook onder kinderen, bestreden zal worden? Heeft de regering extra maatregelen in petto voor het geval dat de ontwikkeling van de armoede onder kinderen in strijd komt met de recent aan de Eerste Kamer toegezegde streefcijfers inzake de kwantitatieve reductie van de kinderarmoede?6
De regering erkent dat de kans op onjuist gebruik en misbruik relatief groot is met deze grofmazige regelingen. Kan de regering een inschatting geven van de omvang van het onjuiste gebruik c.q. misbruik, en aangeven of – en zo ja op welke wijze – daar tegengas aan gegeven wordt?
In hoeverre blijft de «ontslagboete» bestaan? Wat zullen de gevolgen van het (gedeeltelijk) loslaten van de ontslagboete zijn voor de werkgelegenheid en de werkloosheid? Bonussen en het uitkeren van dividenden zijn strijdig met het ontvangen van overheidssteun in het kader van deze noodmaatregelen. Hoe wordt het toezicht daarop georganiseerd, en tot wanneer blijft deze strijdigheid bestaan? Geldt dit ook voor het jaar 2021?
Vragen van de leden van de ChristenUnie-fractie:
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verheugd dat het kabinet besloten heeft om de NOW- en TOZO-regelingen te verlengen. Hiervan gaat een belangrijk signaal uit richting werknemers, werkgevers en zzp’ers. Het biedt verlichting in crisistijd. Tegelijkertijd benadrukken deze leden het belang van een structurele herijking van het arbeidsmarktbeleid waarin duurzame arbeidsmarktparticipatie en competentieontwikkeling en -behoud centraal staan. Dit biedt onze beroepsbevolking daadwerkelijke bescherming tegen plotselinge omslagen op de arbeidsmarkt. In dit licht verzoeken de leden van de ChristenUnie-fractie de regering de lijn te verduidelijken tussen de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie-Borstlap over de hervorming van de arbeidsmarkt en de NOW- en TOZO-regelingen die in deze derde incidentele suppletoire begroting tijdelijk worden verlengd.
Kan de regering aangeven hoe uitvoeringsproblemen rond incidenteel loon en seizoensarbeid zijn aangepakt? Is dat naar tevredenheid van werkgevers geregeld? Geldt dat ook voor de uitzendbranche? Kan de regering in bredere zin ingaan op gebleken uitvoeringsproblemen in de eerste ronde en hoe deze zijn opgelost in de tijdelijke verlenging van de NOW en TOZO-regelingen? Is er zicht op navorderingen uit de eerste ronde?
Hoe gaat de regering toezien op de nieuwe 5%-kortingsregeling (ontslag van 20 werknemers of meer) indien een bedrijf en bonden niet tot een akkoord zijn gekomen? Hoe is de handhaafbaarheid ingericht?
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden de scholingsmaatregel wat schriel. Het gaat niet veel verder dan dat werkgevers hun werknemers via de Ondernemingsraad moeten laten weten dat er scholingsaanbod is. Heeft de regering overwogen om dit steviger te formuleren en zo ja, waarom is daarvan afgezien?
Eerdere arbeidsmarktcrises laten zien dat jongeren en andere kwetsbare groepen (waaronder arbeidsgehandicapten, werknemers met flexcontracten, personen met weinig arbeidsmarktcompetenties) het eerste het slachtoffer worden. In welke mate, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie, doet dit fenomeen zich ook nu voor en welk beleid heeft de regering hiervoor in petto?
Nederland heeft baat bij een soepel economisch ecosysteem waarin startups en scaleups gedijen. Daar komt immers een belangrijke innovatiepuls vandaan die de rest van onze economie van vernieuwingsbrandstof voorziet. Veel van deze jonge, nieuwe, en duurzame bedrijven voldoen niet aan de gestelde NOW-omzetvereisten in het voorafgaande jaar. Kan de regeringen verhelderen hoe deze kwestie inmiddels is geregeld en of dat in samenspraak met de stakeholders is gedaan?
Kan de regering de laatste stand van zaken weergeven met betrekking tot de take-up van de NOW- en TOZO-regeling? Welke conclusies worden hieraan verbonden? Is er zicht op de verdeling naar bedrijfssector?
Kan de regering iets meer «couleur locale» geven van de inzet en uitwerking van het pakket voor Caribisch Nederland?7 Op basis van welke aannames is de hoogte van dit pakket bepaald?
Vragen van de leden van de 50PLUS-fractie:
Met massale financiële steunpakketten van de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën wordt geprobeerd om bedrijvigheid, banen en inkomenszekerheid van mensen te beschermen. Deze ongekende – en tot nu succesvolle – financiële overheidssteun kan meer blijvend effect hebben als nu nét zo «offensief» mensen van werk naar werk worden geholpen en wordt voorkomen dat mensen massaal en langdurig werkloos worden.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen vanuit het vorenstaande welke stappen de regering wilt zetten om de inspanningen voor her-, om- en bijscholing, arbeidsbemiddeling en intensieve persoonlijke begeleiding, sámen met alle maatschappelijke partijen, planmatig fors op te voeren?
Is de regering het met de leden van deze fractie eens dat van de vorige crisis geleerd kan worden dat snelheid geboden is, teneinde dit soort flankerend beleid systematisch en op grote schaal in te zetten? Als mensen langduriger in een uitkeringssituatie komen, is het toch lastiger weer aan het werk te komen, zo vragen de leden van de 50PLUS-fractie.
De huidige coronacrisis leidt tot grote verschuivingen in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Klopt het dat die verschuivingen onvermijdelijk ook gepaard gaan met een toenemende (kans op) werkloosheid, zoals al te zien is? Is niet een groot en samenhangend «Deltaplan werk» gewenst, zodat mensen naar kansberoepen en groeisectoren van de economie begeleid kunnen worden, waarmee óók het economisch herstel ná corona bespoedigd kan worden en uitkeringslasten kunnen worden beperkt?
De commissie ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag. Onder voorbehoud van tijdige ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag, te weten uiterlijk maandag 6 juli 2020, voor 10.00 uur acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 6 of 7 juli 2020.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sent
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren
Samenstelling:
Kox (SP), Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Ester (CU), Sent (PvdA) (voorzitter), Van Strien (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Schalk (SGP), Stienen (D66), De Bruijn-Wezeman (VVD), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Rooijen (50PLUS), Wever (VVD) (ondervoorzitter), Van Ballekom (VVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van der Linden (FVD), Moonen (D66), Nanninga (FVD), Van Pareren (FVD), Pouw-Verweij (FVD), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), De Vries (Fractie-Otten)
https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/30/al-die-miljarden-hebben-kamerleden-daar-wel-grip-op-a4004591.
althans: de korting naar 100% in plaats van 150% brengen, wat de facto betekent dat van een boete geen sprake meer is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35473-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.