De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 99 Nominaal en onvoorzien van de begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500.000 (x € 1.000).
Toelichting
Met deze incidentele suppletoire begroting maakt het kabinet geld vrij voor een verlenging
van het noodpakket banen en economie. Het noodpakket kan alleen structureel effectief
zijn, als het vergezeld gaat van krachtig flankerend beleid op gebied van arbeidsbemiddeling
en scholing.
Het noodpakket is er primair op gericht werkgelegenheid, inkomenszekerheid en bedrijvigheid
te behouden. Ondanks deze noodsteun zullen bedrijven in de huidige fase van de coronacrisis
in moeten gaan spelen op veranderde marktomstandigheden, en zullen mensen ook meer
hun baan gaan verliezen. UWV verwacht mogelijk een verdubbeling van de werkloosheid
naar 700.000 mensen volgend jaar.
Om massale en langdurige werkloosheid en hoge uitkeringslasten zoveel mogelijk te
voorkomen, moeten mensen – liefst nog vanuit hun huidige baan – gesteund worden om
werk te vinden in kansrijke sectoren van de economie. Daarvoor is een krachtig «Deltaplan
Werk» nodig, met financiële inbreng van overheid en bedrijfsleven.
Gedoeld wordt op een nog uit te werken plan, waar her-, om- en bijscholing, intensieve
arbeidsbemiddeling – «on the job» of vanuit een uitkering – en persoonlijke begeleiding
deel van uitmaken.
Dit amendement maakt incidenteel middelen vrij om van overheidszijde een «Deltaplan
Werk» krachtig te ondersteunen. Bedoelde middelen zullen te zijner tijd afhankelijk van de uitwerking van het «Deltaplan Werk» verdeeld worden
over de desbetreffende begrotingsartikelen.
Van Brenk