35 471 Regels inzake de organisatie, beschikbaarheid en kwaliteit van ambulancevoorzieningen (Wet ambulancezorgvoorzieningen)

C BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2020

Door middel van het amendement van de leden Raemakers en Veldman1 is in de Wet ambulancezorgvoorzieningen (Wazv) opgenomen dat een ministeriële regeling die aan bepaalde artikelen nadere invulling geeft aan beide kamers der Staten-Generaal wordt overlegd en niet eerder wordt vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp. Hierbij bied ik u aan het ontwerp van de Regeling ambulancezorgvoorzieningen2, zoals die beoogd is te gaan gelden met ingang van 1 januari 2021, het moment waarop de Wazv in werking treedt. In deze regeling wordt onder andere nadere invulling gegeven aan de artikelen 5, tweede lid (verschillende categorieën ambulancezorgprofessionals), 11, derde lid (opleidings- of deskundigheidseisen aan medisch verantwoordelijken) of 20 (vrijstellingen van bepalingen in de wet) van de Wazv.

Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik in te gaan op de moties die zijn ingediend ten tijde van de behandeling van het voorstel voor de Wazv in de Tweede Kamer en die op 30 juni 2020 zijn aanvaard.

Motie Van Den Berg c.s. over een kwaliteitsregister3

In deze motie wordt de regering verzocht om de ambulancesector aan te sporen zo spoedig mogelijk tot een gezamenlijk kwaliteitsregister te komen en de Kamer te informeren op welke termijn dat mogelijk is. In zijn appreciatie heeft toenmalig Minister van Rijn aangegeven met de sector te bespreken hoe dit met zo min mogelijk administratieve lasten zou kunnen, bijvoorbeeld in het kader van het reeds bestaande Sectorkompas ambulancezorg.

Op dit moment ben ik in overleg met Ambulancezorg Nederland (AZN) over een kwaliteitsregister voor de ambulancezorg en de rol die Sectorkompas daarin kan spelen. Het streven is om zoveel mogelijk te komen tot één registratie van kwaliteitsdata, die meerdere doelen kan dienen. Zodra hierover meer duidelijk is, zal ik de Tweede Kamer nader informeren.

De meest actuele versie van Sectorkompas met gegevens over 2019 is te vinden via de website van AZN4. De eerste gegevens over signalen uit het Kwaliteitskader Ambulancezorg 1.0 komen in het voorjaar van 2021 beschikbaar.

Motie Ellemeet en Ploumen over zeggenschap van ambulancezorgprofessionals5

In deze motie wordt de regering verzocht om in gesprek te gaan met de regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) en af te spreken dat de RAV’s in hun jaarlijkse verantwoording uiteenzetten hoe zij de zeggenschap van ambulanceverpleegkundigen en andere ambulancezorgprofessionals hebben geborgd.

In dit kader is van belang dat er onlangs advies is gevraagd aan de Chief Nursing Officer (CNO) over de positionering van verpleegkundigen en verzorgenden. Het betreft een zorgbreed advies en bevat een investeringsagenda op drie thema’s, te weten:

  • 1. Vrijmaken van tijd en ruimte om er zo voor te zorgen dat verpleegkundigen worden gepositioneerd en gefaciliteerd om zeggenschap optimaal te kunnen uitoefenen.

  • 2. Erkennen van professionele zeggenschap op organisatie- en op landelijk niveau.

  • 3. Verankeren van scholingsmogelijkheden en loopbaanmogelijkheden in cao’s.

Dit advies is op 2 september 2020 aan de Tweede Kamer toegezonden6. Op 15 september 2020 is aan de Tweede Kamer bericht dat het Kabinet zich herkent in de bevinding dat meer nodig is om regie en zeggenschap onder zorgprofessionals te vergroten7. Het idee van een onafhankelijke commissie, met daarin ook verpleegkundigen, zoals de CNO voorstelt, spreekt het Kabinet aan. Over de wijze waarop dit concreet vorm kan krijgen, wordt de Tweede Kamer, als onderdeel van een uitgebreide inhoudelijke reactie, na het herfstreces geïnformeerd. Dit zal ook in samenhang met de voorgenomen verkenning van de SER ten aanzien van de specifieke arbeidsmarktknelpunten worden bezien en in de komende weken met de beroepsgroep en sociale partners worden besproken.

De inbreng uit de internetconsultatie op dit thema en de bovengenoemde motie Ellemeet en Ploumen zullen in samenhang daarmee worden bekeken en alsdan wordt bezien of en zo ja, hoe dit invloed heeft op de voorliggende regeling.

Motie Ellemeet en Veldman over verpleegkundig specialist en medisch management8

In deze motie wordt verzocht de verpleegkundig specialist in de toelichting bij de regeling samen met de arts een rol te geven in het medisch management van de RAV. Dit is gebeurd in de toelichting bij artikel 10. Hiermee heb ik uitvoering gegeven aan de motie.

Motie Veldman en Van Den Berg over innovatie9

In deze motie wordt de regering verzocht om

  • 1. in de ministeriële regeling op te nemen dat alle RAV’s in het jaarlijkse sectorkompas ambulancezorg de vooruitgang van hun resultaten op de kwaliteitseisen t.o.v. het vorige jaar laten zien en dat zij informatie aanleveren ten behoeve van een innovatieparagraaf in dit sectorkompas;

  • 2. te borgen dat er in de ambulancezorgsector blijvende doorontwikkeling van het kwaliteitskader ambulancezorg plaatsvindt, waarin innovatie een zichtbare plek heeft en de Kamer hier jaarlijks over te informeren.

Conform het verzoek in de motie is in de bijgevoegde concept regeling in artikel 3, tweede lid opgenomen dat RAV’s jaarlijks per veiligheidsregio kwaliteitsinformatie openbaar moeten maken, dat zij daarbij de vooruitgang ten opzichte van het voorgaande jaar zichtbaar moeten maken en moeten aangeven wat zij aan innovatie hebben gedaan. Zoals hierboven bij de motie Van den Berg c.s. aangegeven ben ik in overleg met AZN over een kwaliteitsregister voor de ambulancezorg. Hierbij betrek ik de doorontwikkeling van het kwaliteitskader en de rol van innovatie daarin. Zodra hierover meer duidelijk is, zal ik de Tweede Kamer nader informeren.

Motie Hijink over jaarverslag10

In deze motie wordt verzocht ervoor te zorgen dat de RAV’s vanaf heden jaarlijks een jaarverslag publiceren inclusief financiële informatie. In zijn appreciatie heeft toenmalig Minister van Rijn reeds aangegeven dat de jaarrekening verplicht moeten worden ingediend bij het agentschap CIBG. Sinds verslagjaar 2017 moeten RAV’s hun jaarrekening («jaarstukken» in de terminologie voor publieke RAV’s) met accountantsverklaring indienen bij het agentschap CIBG van het Ministerie van VWS op grond van de Regeling verslaggeving WTZi. Met ingang van verslagjaar 2020 moeten RAV’s de gegevens over productie en capaciteit, net als andere zorgaanbieders, aanbieden via het elektronische platform DigiMV. Voor de Regeling jaarverantwoording WMG die momenteel in ontwikkeling is en beoogd is te gaan gelden met ingang van boekjaar 2022 wordt overwogen om voor bepaalde categorieën zorgaanbieders ook het indienen van het bestuursverslag (voorheen jaarverslag) verplicht te stellen.

Voornemen is om in het najaar van 2020 het ontwerp van de Regeling jaarverantwoording WMG aan te bieden voor internetconsultatie. Hiermee heb ik uitvoering gegeven aan de motie.

De Minister voor Medische Zorg en Sport, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 471, nr. 13.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 471, nr. 25.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 471, nr. 26.

X Noot
6

Kamerstukken II, 2019/2020, 29 282, nr. 410.

X Noot
7

Kamerstukken II, 2020/2021, 29 282, nr. 411

X Noot
8

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 471, nr. 27.

X Noot
9

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 471, nr. 29.

X Noot
10

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 471, nr. 30.

Naar boven