35 470 Financieel jaarverslag van het Rijk 2019

Nr. 27 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2020

Naar aanleiding van de behandeling van de verantwoordingsstukken van de Ministers over het jaar 2019 brengt de vaste commissie voor Financiën hierbij advies uit aan de Kamer over de dechargeverlening voor het door de Ministers gevoerde financiële beheer in 2019.1

Het sluitstuk van de begrotingscyclus is de goedkeuring van de slotwetten en de dechargeverlening aan de Ministers voor het gevoerde financieel beheer. Het besluit over dechargeverlening neemt de Kamer voornamelijk op basis van de door de Algemene Rekenkamer onderzochte departementale en niet-departementale jaarverslagen, alsmede het door de Algemene Rekenkamer onderzochte Financieel Jaarverslag van het Rijk. Nadat de Kamer heeft besloten over de dechargeverlening zal de Kamervoorzitter het besluit bekrachtigen met een aantekening in de jaarverslagen, waarna deze worden doorgeleid ter behandeling in de Eerste Kamer.2

Aandacht voor dechargeverlening in de commissies

Zoals in voorgaande jaren hebben de commissies ook dit jaar, op advies van de vaste commissie voor Financiën,3 bij de behandeling van de jaarverslagen aandacht besteed aan het gevoerde financieel beheer. Enkele commissies hebben daarbij expliciet de relatie gelegd met de door de Kamer te verlenen decharge aan Ministers.

Waar in voorgaande jaren bijna alle betrokken commissies wetgevingsoverleggen voerden over de diverse departementale jaarverslagen en slotwetten, hebben de meeste commissies daar dit jaar omwille van beperkingen in het vergaderregime vanwege het coronavirus van afgezien.4 Commissies die geen wetgevingsoverleg hielden, hebben feitelijke vragen gesteld en/of schriftelijk overleg gevoerd over hun jaarverslagen.

Vier commissies hebben rapporteurs aangesteld: de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken5, Financiën6, Infrastructuur en Waterstaat7 en Volksgezondheid, Welzijn en Sport8. De twee laatstgenoemde commissies hebben de bevindingen van hun rapporteurs schriftelijk voorgelegd aan de verantwoordelijke bewindslieden.

Bij de diverse wetgevingsoverleggen zijn moties ingediend die in de plenaire vergadering in stemming zijn gebracht. Een of enkele commissies ronden de behandeling van hun jaarverslagen in de laatste vergaderweek voor het zomerreces af in een VSO.

De vaste commissie voor Financiën heeft geconstateerd dat bij de behandeling van de jaarverslagen geen moties zijn ingediend die tot doel hebben slechts onder een bepaalde voorwaarde aan een Minister decharge te verlenen, dan wel om de dechargeverlening op te schorten of te onthouden.

Advies voor plenaire afronding dechargeverlening

Het advies van de vaste commissie voor Financiën luidt in het licht van bovenstaande dat door de Kamer aan alle Ministers decharge kan worden verleend, met inachtneming van de diverse toezeggingen van bewindspersonen ter verbetering van het financieel beheer9.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De griffier van de commissie, Weeber


X Noot
1

Conform besluit van het presidium op 10 april 2013 brengt de commissie voor de Rijksuitgaven, thans Financiën, advies uit over dechargeverlening aan de Kamer (Kamerstuk 31 428, nr. 6).

X Noot
2

Conform artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016.

X Noot
3

Brief van de vaste commissie voor Financiën, 23 april 2020.

X Noot
4

De commissies Binnenlandse Zaken (23 juni 2020), Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (22 juni 2020), Justitie en Veiligheid (16 juni 2020) en Financiën (29 juni 2020) hielden een wetgevingsoverleg. De commissies Defensie (Kamerstuk 35 470 X, nr. 6), Infrastructuur en Waterstaat (Kamerstuk 35 470  XII, nr. 8), Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 35 470 IV, nr. 6), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Kamerstuk 35 470 VIII, nr. 5), Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamerstuk 35 470 XVI, nr. 6) kozen in plaats daarvan voor een schriftelijk overleg. De commissies Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben daarnaast de bevindingen van hun rapporteurs schriftelijk voorgelegd aan de betrokken bewindslieden. De commissies Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 35 470 V, nr. 7) en Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 35 470 XIII, nr. 6) stelden alleen feitelijke vragen over hun jaarverslagen.

X Noot
5

Het lid Terpstra (CDA).

X Noot
6

De leden Sneller (D66) en Snels (GroenLinks).

X Noot
7

De leden Van Eijs (D66) en Kröger (GroenLinks).

X Noot
8

De leden Wörsdörfer (VVD) en Renkema (GroenLinks).

X Noot
9

Dit advies loopt vooruit op de plenaire afronding van de behandeling van het jaarverslag VWS en mogelijkerwijs van een tweede commissie en eventuele (onvoorziene) bezwaren die tijdens deze VSO’s naar voren zouden kunnen komen.

Naar boven