Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In het opschrift wordt «en een vangnetbepaling» vervangen door «, een vangnetbepaling
en een grondslag voor een compensatieregeling».
2
In de considerans wordt «voorgedaan» vervangen door «voorgedaan, alsmede dat het wenselijk
is een wettelijke delegatiegrondslag voor een compensatieregeling op te nemen».
3
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «twee» vervangen door «drie».
2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 49b. Compensatieregeling
In bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen kan de rijksbelastingdienst in
verband met een samenstel van zijn handelingen waarbij sprake is van institutionele
vooringenomenheid bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag, bedoeld in de Wet
kinderopvang, volgens bij die regeling te stellen regels en binnen bij die regeling
te stellen kaders, aan de belanghebbenden compensatie verlenen. Deze compensatie geschiedt
in verband met het door die handelingen door die belanghebbenden ondervonden nadeel,
voor zover de reguliere bestuursrechtelijke rechtsmiddelen voor 23 oktober 2019 onvoldoende
toereikend werden geacht om dit nadeel geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken en
dit nadeel niet is te wijten aan ernstige onregelmatigheden die aan de belanghebbenden
toerekenbaar zijn. Het verlenen van compensatie geschiedt op een door de belanghebbende
voor 1 januari 2024 aan de Belastingdienst/Toeslagen gedaan verzoek. De compensatie
blijft achterwege voor zover op andere wijze in een vergoeding of tegemoetkoming ter
zake is of wordt voorzien. Aan de ministeriële regeling kan terugwerkende kracht worden
toegekend.
Toelichting
Deze nota van wijziging hangt samen met de nota van wijziging op het wetsvoorstel
Fiscale verzamelwet 2021. Als gevolg van de verwachting dat de in het onderhavige
wetsvoorstel opgenomen maatregelen eerder in werking zullen treden dan de in eerstgenoemd
wetsvoorstel opgenomen maatregelen en vanwege de samenhang van de in het wetsvoorstel
Fiscale verzamelwet 2021 voorgestelde wettelijke grondslag voor een compensatieregeling
betreffende CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken met de voorstellen in het onderhavige
wetsvoorstel wordt de betreffende bepaling overgeheveld van het wetsvoorstel Fiscale
verzamelwet 2021 naar het onderhavige wetsvoorstel. Aangezien inmiddels de invoering
van allerlei wet- en regelgeving (met bestuursrechtelijke rechtsmiddelen) in gang
is gezet, wordt voorgesteld de tekst van de voorgestelde wettelijke grondslag te verduidelijken
in die zin dat het bij «de reguliere bestuursrechtelijke rechtsmiddelen» gaat om de
reguliere bestuursrechtelijke rechtsmiddelen die voor 23 oktober 2019 (uitspraken
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State) onvoldoende toereikend werden
geacht om het door belanghebbende ondervonden nadeel geheel of gedeeltelijk ongedaan
te maken. Daarnaast wordt aangegeven dat een belanghebbende de aanvraag voor compensatie
tot 1 januari 2024 bij de Belastingdienst/Toeslagen kan indienen.
Budgettaire gevolgen
De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van het wetsvoorstel heeft geen
effect op de dienaangaande eerder in kaart gebrachte budgettaire gevolgen.
Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven
De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van het wetsvoorstel heeft geen
effect op de dienaangaande eerder in kaart gebrachte administratieve lasten voor bedrijven.
Uitvoeringskosten Belastingdienst
Voor de in deze nota van wijziging opgenomen voorstellen geldt dat de eerder dienaangaande
uitgebrachte uitvoeringstoets onverkort van kracht is.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen