35 468 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir)

Nr. 38 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 18 juni 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt aan artikel 47 een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het ontwerp van een krachtens het tweede lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide Kamers der Staten Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan twee weken na de overlegging van het ontwerp. Indien binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de ministeriële regeling bij wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld.

II

In artikel I, onderdeel D, wordt aan artikel 49 een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Het ontwerp voor een krachtens het tiende lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide kamers der Staten Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan twee weken na de overlegging van het ontwerp. Indien binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de ministeriële regeling bij wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld. Dit lid geldt niet ten aanzien van de eerste vaststelling van de ministeriële regeling.

III

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 49a «vier weken» vervangen door «twee weken» en wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend»

IV

In artikel I, onderdeel D, wordt aan artikel 49b een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het ontwerp voor een krachtens het eerste lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide kamers der Staten Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan twee weken na de overlegging van het ontwerp. Indien binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de ministeriële regeling bij wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld. Dit lid geldt niet ten aanzien van de eerste vaststelling van de ministeriële regeling.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de AMvB en elke wijziging van de ministeriële regelingen een zware voorhang krijgt en dat de voorhangtermijn voor deze regelingen op twee weken wordt gesteld. Deze voorhang geldt niet ten aanzien van de eerste vaststelling van de ministeriële regeling van artikel 49 en 49b Awir, omdat deze reeds bij de parlementaire behandeling met de Kamer is gedeeld dan wel reeds in een besluit is opgenomen en op tijd in werking dienen te treden.

Omtzigt

Naar boven