De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «drie» vervangen door «vier».
2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 49c Samenloop verzoeken
-
1. Alleen ten aanzien van de voorbereiding van een beschikking als bedoeld in dit hoofdstuk,
wordt een verzoek tot toepassing van een of meer van de artikelen van dit hoofdstuk,
tenzij uit het verzoek het tegendeel blijkt, geacht te zijn gericht op de toepassing
van alle artikelen van dit hoofdstuk die voorzien in een tegemoetkoming of een compensatie.
-
2. Indien een verzoek tot toepassing van een of meer van de artikelen van dit hoofdstuk
wordt gevolgd door een verzoek tot toepassing van een van de andere artikelen van
dit hoofdstuk, wordt de beslistermijn inzake laatstgenoemd verzoek verminderd met
het reeds verstreken deel van de voor eerstgenoemd verzoek geldende beslistermijn.
De aldus resterende beslistermijn bedraagt minimaal de beslistermijn van artikel 4:13
van de Algemene wet bestuursrecht.
Toelichting
In dit amendement wordt geregeld dat de voorbereiding van een beschikking op een verzoek
tot toepassing van de in hoofdstuk 5 van de Awir opgenomen regelingen, tenzij uit
het verzoek het tegendeel blijkt, geacht wordt gericht te zijn op toepassing van al
deze regelingen. Hiermee wordt beoogd te regelen dat het verzamelen van relevante
informatie bij een verzoek voor toepassing van de verschillende regelingen niet telkens
opnieuw dient te gebeuren. Het is efficiënt om de informatie die nodig is om een oordeel
te kunnen geven over de verschillende tegemoetkomingen zoveel mogelijk gelijktijdig
te verzamelen zodat het totaaldossier vervolgens bruikbaar is voor alle mogelijke
verzoeken. De persoonlijke zaakbehandelaar kan helpen met het indienen van overige
verzoeken waarvoor de belanghebbende mogelijk in aanmerking komt en met het verzamelen
van alle relevante informatie. Dit gebeurt in beginsel allemaal binnen de beslistermijn,
bij de hardheidsregeling is deze termijn zes maanden. Als het nodig is, dan kan deze
beslistermijn onderbouwd worden verlengd. Voor de hardheidsregeling is de beslistermijn
en de eventuele verlenging daarvan opgenomen in artikel 49, negende lid, van de Awir.
Indien een verzoek tot toepassing van de hardheidsregeling, de vangnetbepaling of
de compensatieregeling wordt gevolgd door een ander verzoek tot toepassing van een
van deze regelingen, wordt de beslistermijn inzake laatstgenoemd verzoek verminderd
met het reeds verstreken deel van de voor eerstgenoemd verzoek geldende beslistermijn.
De resterende beslistermijn ten aanzien van het latere verzoek bedraagt minimaal de
beslistermijn van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit is in
beginsel minimaal acht weken, tenzij de Belastingdienst/Toeslagen een mededeling heeft
gedaan als bedoeld in artikel 4:14, derde lid, Awb. Dit laatste houdt in dat, indien
een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, de Belastingdienst/Toeslagen
dit binnen deze termijn aan de belanghebbende mededeelt en daarbij een redelijke termijn
noemt binnen welke de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. Op die manier heeft
de Belastingdienst/Toeslagen altijd een redelijke termijn na ontvangst van het verzoek
om een beschikking te geven, ook in situaties waarin de beslistermijn op het eerste
verzoek bijna is verstreken op het moment dat een volgend verzoek wordt ingediend.
Volledigheidshalve wijzen de indieners erop dat beslistermijn eenmalig met zes maanden
kan worden verlengd op grond van het voorgestelde artikel 49, negende lid. Zij gaan
er hierbij vanuit dat dit enkel gebeurt wanneer dit noodzakelijk is met het oog op
de complexiteit van het verzoek of noodzakelijk is in verband met een prudente behandeling
van of besluitvorming over het verzoek. De Belastingdienst/Toeslagen dient de verlenging
dan ook langs deze lijnen te motiveren naar de belanghebbende.
Snels
Omtzigt
Van Weyenberg
Leijten