Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35466 nr. 18 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35466 nr. 18 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2022
Op 19 mei 2020 hebben de EU-lidstaten in de Raad van de Europese Unie (de Raad) het noodinstrument SURE goedgekeurd (European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency). SURE is een instrument voor tijdelijke steun om inkomensverlies van burgers als gevolg van de COVID-19- uitbraak op te vangen en de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken, alsook sommige uitgaven ten behoeve van gezondheid te financieren. Over de ontstaansgeschiedenis van SURE, de inhoud van de verordening1 en de budgettaire gevolgen bent u onder meer geïnformeerd middels een brief op 20 mei 2020.2
Met deze brief informeer ik u over een voorstel van de Europese Commissie (de Commissie) aan de Raad voor aanpassing van de uitvoeringsbesluiten voor enkele lidstaten, naar aanleiding van een aanvullend beroep dat deze lidstaten op SURE hebben gedaan. Daarnaast informeer ik u over de vierde halfjaarlijkse evaluatie van de Commissie over SURE welke op 23 september jl. is gepubliceerd.3
De Europese Commissie kan onder SURE namens de Europese Unie tot 31 december 2022 voor 100 miljard euro aan leningen aantrekken op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen om die vervolgens als leningen aan lidstaten te verstrekken. Terugbetaling wordt gegarandeerd door de marge onder het Eigenmiddelenplafond en de aanvullende bilaterale garantie die alle EU-lidstaten hebben afgegeven. De bilaterale garanties lopen tot 31 december 2053.
Volgens de SURE-verordening kunnen landen die sinds 1 februari 2020 te maken hebben met plots en sterk gestegen overheidsuitgaven als gevolg van nationale maatregelen die rechtstreeks verband houden met werktijdsverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen een lening onder SURE aanvragen om de sociaaleconomische gevolgen van de COVID-19 uitbraak op te vangen. Middelen die onder SURE worden toegekend moeten hoofdzakelijk worden gebruikt voor dergelijke maatregelen en, waar passend, ter ondersteuning van sommige zorgmaatregelen, met name gerelateerd aan de werkplek.4 De verordening vereist dat de Commissie na een aanvraag door een lidstaat voor SURE-middelen bovengenoemde stijging van de overheidsuitgaven verifieert. Via deze uitvoeringsbesluiten wordt de Europese Commissie gemandateerd namens de Unie een maximum bedrag aan een land uit lenen.
Voorgestelde uitvoeringsbesluiten en appreciatie kabinet
Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Litouwen en Portugal hebben een aanvullende aanvraag voor middelen uit het SURE-instrument ingediend.5 6 7 8 9 10 Polen heeft in een aanvraag verzocht om additionele maatregelen aan het uitvoeringsbesluit toe te voegen.11 De Europese Commissie heeft hierop een voorstel gedaan om de uitvoeringsbesluiten van de Raad voor deze lidstaten aan te passen. Deze aangepaste uitvoeringsbesluiten zullen gezamenlijk leiden tot een additionele toekenning van 4,4 miljard euro. Na goedkeuring van deze uitvoeringsbesluiten is in totaal 98,2 miljard euro toegekend, van de maximaal 100 miljard euro.
De meeste lidstaten hebben hoofdzakelijk aanvullende aanvragen voor SURE gedaan omdat de maatregelen die eerder in 2020 en 2021 zijn genomen om de sociaal- economische impact van de coronacrisis voor werknemers en zelfstandigen te adresseren zijn verlengd. Daarnaast zijn er enkele nieuwe maatregelen die lidstaten hebben genomen en die aan de vereisten van de SURE-verordening voldoen aan de uitvoeringsbesluiten toegevoegd. Kroatië heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 550 miljoen euro voor de financiering van subsidiemaatregelen voor sectoren die getroffen zijn door COVID-19 gericht op behoud van werkgelegenheid. Cyprus heeft een aanvullende aanvraag voor 29,2 miljoen euro gedaan voor de financiering van verscheidende maatregelen, waaronder het verlengen van loonsubsidies voor zelfstandigen en voor werknemers van bedrijven waarvan de omzet is gedaald vanwege de coronacrisis, specifiek bedrijven in de toeristensector, op voorwaarde van behoud van de dienstbetrekking. Tsjechië heeft een aanvullende aanvraag voor 2,5 miljard euro ingediend voor de financiering van werktijdverkorting en steunmaatregelen voor zelfstandigen. Griekenland heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 900 miljoen euro voor de financiering van toelages voor werknemers wiens contract is opgeschort en die in dienst zijn van bedrijven die vanwege de maatregelen van de Griekse autoriteiten hun activiteiten moesten staken of van bedrijven die zwaar geraakt zijn door de pandemie. Daarnaast wordt de sociale zekerheid van deze werknemers gefinancierd. Litouwen heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 141,8 miljoen euro voor de financiering van werktijdverkortingsregelingen voor werknemers en subsidiemaatregelen voor werknemers die terugkeren na inactiviteit. Portugal heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 300 miljoen euro voor de financiering van verschillende maatregelen die bijdragen aan het behoud van banen bij bedrijven die door COVID-19 getroffen zijn en maatregelen op het gebied van gezondheidszorg.
Daarnaast heeft ook Polen een aanvullende aanvraag gedaan. Hierbij heeft het geen verzoek gedaan voor aanvullende middelen maar gevraagd om extra maatregelen aan het uitvoeringsbesluit toe te voegen. De kosten van de nieuwe maatregelen komen in de plaats van de lager dan voorziene kosten voor de eerdere via SURE gefinancierde maatregelen. De nieuwe maatregelen hebben betrekking op de financiering van PCR-tests en een financiële bonus voor gezondheidszorgmedewerkers.
Voor de lidstaten die aanvullende middelen hebben aangevraagd zal de beschikbaarheidsperiode verlengd worden tot eind 2023. Verder zullen de leningen net als voorheen een maximale gemiddelde looptijd hebben van 15 jaar. Op basis van het door de Raad goedgekeurde uitvoeringsbesluit zal de Commissie daartoe de leenovereenkomsten met de lidstaten aanpassen.
Het kabinet is van mening dat de maatregelen die Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Litouwen, Polen en Portugal middels de voorgestelde uitvoeringsbesluiten kunnen financieren, recht doen aan de doelstellingen en de vereisten van SURE. Hoewel de COVID-pandemie inmiddels aanmerkelijk minder ernstige economische en sociale gevolgen heeft dan in de eerste fase van het SURE-instrument, begrijpt het kabinet dat een aantal lidstaten maatregelen heeft verlengd of genomen om de effecten ervan op de inkomenspositie van burgers, werkgelegenheid en gezondheid te beperken, die niet waren voorzien bij de eerdere aanvragen voor steun uit het SURE-instrument. Het kabinet is daarom voornemens om in te stemmen met de voorliggende uitvoeringsbesluiten.
Vierde halfjaarlijkse rapport – SURE: two years on
De Europese Commissie heeft op recent haar vierde halfjaarlijkse evaluatie over SURE gepubliceerd. Dit is een vereiste zoals vastgelegd in artikel 14(1) van de verordening.12 Het rapport geeft een overzicht van het gebruik van het instrument en de geschatte impact van SURE.
De Commissie geeft aan dat de implementatie van SURE voorspoedig is verlopen. Het merendeel van de middelen is in de eerste zeven maanden aan lidstaten uitgekeerd. Verder meldt de Commissie dat na de 8ste schulduitgifte in totaal 91,8 miljard euro aan SURE-middelen is uitgekeerd aan lidstaten.
De Commissie stelt in het rapport dat haar eerdere schatting dat ongeveer 31,5 miljoen mensen en 2,5 miljoen ondernemingen zijn ondersteund door SURE wordt bevestigd. Verder heeft met name het midden- en kleinbedrijf profijt gehad van de steun en ontvingen de contactintensieve sectoren de meeste steun.
De meeste lidstaten hebben de steunmaatregelen in de eerste helft van 2022 laten aflopen en bijna alle geplande uitgaven die door SURE gefinancierd worden, hebben inmiddels plaatsgevonden. De totale uitgaven in begunstigde lidstaten die in aanmerking komen voor SURE zijn opgelopen tot 119 miljard euro maar wordt deels gefinancierd met nationale middelen. Verder stelt de Commissie dat ongeveer de helft van deze uitgaven aan werktijdverkortingsregelingen zijn besteed, een derde aan vergelijkbare maatregelen voor zelfstandigen en het restant aan loonkostensubsidies en maatregelen gerelateerd aan gezondheid.
Verder bevat het rapport een update van de impact van SURE en stelt de Commissie dat door de beleidsreactie op COVID-19 in 2020, waaronder SURE, is voorkomen dat 1,5 miljoen mensen werkeloos zijn geworden en dat lidstaten 8,5 miljard euro aan rentebetalingen hebben bespaard.
Het kabinet verwelkomt de evaluatie en onderschrijft het belang van het monitoren van het gebruik van de SURE-middelen door lidstaten.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35466-18.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.