De leden van de PVV-fractie hebben van het wetsvoorstel kennisgenomen. Zij hebben nog enkele vragen.
In de nota naar aanleiding van het verslag (ontvangen op 10 september 2020) staat
op p. 1–2 een vraag van de leden van de Tweede Kamerfractie van de PVV en de beantwoording:
«De leden van de PVV-fractie vragen samengevat waarom de regering niet heeft voorkomen
dat chauffeurs dankzij dit voorstel straks op kosten worden gejaagd.
Het wetsvoorstel is gebaseerd op de nieuwe Europese (wijzigings-) richtlijn die onder
andere beoogt de Richtlijn vakbekwaamheid bestuurders aan te passen aan de nieuwe
ontwikkelingen. Op een aantal punten liep Nederland vooruit op de ontwikkelingen die
nu in Europese regels zijn vastgelegd. Nederland heeft tijdens de behandeling van
het voorstel van de wijzigingsrichtlijn getracht de huidige situatie in Nederland
zo veel mogelijk te consolideren. Ook heeft Nederland gewezen op de lasten die de
introductie van de kwalificatiekaart bestuurder met zich meebrengt. Tijdens dit onderhandelingsproces
is echter gebleken dat het Nederlandse standpunt niet op alle punten op een meerderheid
kon rekenen.»
In het gewijzigd voorstel van wet staat dat inzake artikel 151b Wegenverkeerswet 1994
onderdeel i wordt ingevoegd:
«i. kwalificatiekaart bestuurder: kaart die is afgegeven overeenkomstig de richtlijn
vakbekwaamheid bestuurders aantonende dat de bestuurder de basiskwalificatie heeft
behaald of de nascholing met goed gevolg heeft voltooid».
Kan de regering aangeven op precies welke punten inzake de lasten die bestuurders
gepresenteerd krijgen door de introductie van de kwalificatiekaart het Nederlandse
standpunt geen meerderheid kreeg? Graag ontvangen de leden van de PVV-fractie een
gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.
Kan de regering ook aangeven of er door het Rijk en eventuele partners onderzoek is
of nog wordt gedaan naar mogelijkheden om de kosten voor bestuurders zo laag mogelijk
te laten zijn met betrekking tot de kwalificatiekaart (ook in het licht van de coronacrisis)?
Zo ja, wat zijn de bevindingen (indien onderzoek is gedaan), en zo nee, waarom niet?
Graag ontvangen de leden van de PVV-fractie een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk
details.
De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving ziet met belangstelling
uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Meijer
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra