Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel E, wordt in de onderdelen 4 en 5 «vierde lid» vervangen door
«vijfde lid» en wordt «vijfde lid» vervangen door «zesde lid».
B
In artikel I, onderdeel L, wordt in het voorgestelde artikel 151ib, eerste lid, voor
«overeenkomstig» ingevoegd «en tegen betaling van het daarvoor door de Dienst Wegverkeer
vastgestelde tarief».
C
In artikel I, onderdeel O, wordt «artikel 177, eerste lid, onderdeel a» vervangen
door «artikel 177, tweede lid, onderdeel a».
D
Artikel II vervalt.
Toelichting
In deze nota van wijziging worden drie technische wijzigingen aangebracht in het wetsvoorstel.
Ten eerste vervalt de samenloopbepaling uit artikel II van het wetsvoorstel. Het daarin
genoemde wetsvoorstel is inmiddels verheven tot Wet van 8 juli 2020 tot wijziging
van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het ongeldig maken van getuigschriften
van vakbekwaamheid en getuigschriften van nascholing ter uitvoering van Richtlijn
2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders
van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen (PbEU
2003, L 226) (Stb. 2020, 292). De inwerkingtredingsdatum van die wet is inmiddels vastgesteld op 1 november 2020.
Het onderhavige wetsvoorstel zal niet voor die datum in werking treden. Daarom wordt
in artikel I, onderdeel E, rekening gehouden met de inwerkingtreding van de genoemde
wet.
De tweede wijziging betreft de toevoeging van een grondslag voor het heffen van het
tarief voor de verstrekking van de kwalificatiekaart bestuurder. Deze was in eerste
instantie voorzien om op te nemen in een algemene maatregel van bestuur (het Reglement
rijbewijzen), maar bij nader inzien wordt de grondslag voor tarifering op wetsniveau
meer wenselijk geacht.
Ten slotte is een technische wijziging doorgevoerd ten aanzien van de wijziging van
artikel 177 van de Wegenverkeerswet 1994. In dat artikel is met ingang van 1 januari
2020 een eerste lid ingevoegd onder vernummering van de toen reeds bestaande leden.
Daarmee was abusievelijk geen rekening gehouden. De wijziging in het onderhavige wetsvoorstel
heeft nu dus betrekking op het tweede lid van artikel 177 van de Wegenverkeerswet
1994.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga