35 457 Regels over een tijdelijke voorziening voor de betekening van exploten op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wijziging van de Loodsenwet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Luchtvaartwet BES in verband met de uitbraak van COVID-19 (Verzamelspoedwet COVID-19)

Nr. 10 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2020

Naar aanleiding van de Nota naar aanleiding van het verslag inzake Regels over een tijdelijke voorziening voor de betekening van exploten op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wijziging van de Loodsenwet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Luchtvaartwet BES in verband met de uitbraak van COVID-19 (Verzamelspoedwet COVID-19, mede namens mij ingediend) (Kamerstuk 35 457, nr. 8), heeft een deel van Uw Kamer de wens uitgesproken betrokken te willen zijn bij wijzigingen in de rentepercentages. Vandaar dat wij u in de nota naar aanleiding van het verslag al hebben toegezegd om toekomstige wijzigingen, waaronder die van de percentages, in de algemene maatregel van bestuur aan uw Kamer voor te leggen.

Het kabinet heeft begrip voor de wens van uw Kamer om tijdig en goed betrokken te kunnen zijn bij de vaststelling van de rentepercentages. Vandaar dat ik u hierbij toezeg dat tijdig aan uw Kamer zal worden voorgelegd hoe het kabinet verder wil omgaan met de belasting- en invorderingsrente na afloop van de noodmaatregelen. Daarbij overweegt het kabinet niet alleen wijzigingen in de rentepercentages, maar ook wijzigingen in de systematiek.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

Naar boven