Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 450 XVI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Ontvangen 29 april 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019‒2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,H.M. de Jonge

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2020, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  • 1. Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de uitgaven en ontvangsten op de instrumenten binnen een subartikelonderdeel hoger is dan € 2,5 miljoen. Eveneens kunnen bedragen onder deze norm worden toegelicht indien politiek relevant.

  • 2. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.

  • 3. Er zijn in deze suppletoire begroting geen begrotingsstaten van de agentschappen opgenomen.

Aan de suppletoire begroting zijn twee extra onderdelen toegevoegd. Allereerst is zoals gebruikelijk is het Financieel Beeld Zorg opgenomen. Daarnaast is ook een bijlage opgenomen met twee toetsingskaders voor garanties die VWS heeft afgegeven in het kader van COVID-19.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2020

Vastgestelde begroting 2020

 

18.846.295

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Dak- en thuislozen

1,3

75.000

2) Tegenvaller subsidieregeling onverzekerde (verwarde) personen

2

31.000

3) Vangnet cruciale jeugdhulp

5

20.000

4) Middelen Transitieautoriteit Jeugd

5

33.500

5) Bouw en onderhoud sportaccommodaties

6

25.000

6) Zorgtoeslag

8

22.600

7) Loon- en prijsbijstelling

11

120.908

8) Overige mutaties

 

1.214.790

Stand 1e suppletoire begroting 2020

 

20.389.093

Toelichting

  • 1. Een verdubbeling van het aantal daklozen in tien jaar vraagt een tijdelijke impuls (van € 75 miljoen) om het aantal dak- en thuislozen te verminderen.

  • 2. Als gevolg van een toename van zorg aan onverzekerde (verwarde) personen doen meer zorgaanbieders een beroep op de subsidieregeling en zullen de kosten naar verwachting € 31 miljoen hoger uitvallen.

  • 3. De Jeugdautoriteit ontvangt € 20 miljoen als vangnet voor cruciale jeugdhulp.

  • 4. Doorgeschoven subsidie vanuit 2019 naar 2020 (ad € 33,5 miljoen) aan instellingen overeenkomstig de regeling Transitieautoriteit Jeugd (TAJ).

  • 5. Compensatie van de btw-maatregel voor de subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA).

  • 6. Bijstelling van de uitgavenraming zorgtoeslag op basis van actuele raming CPB in het kader van het CEP.

  • 7. De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2020

Vastgestelde begroting 2020

 

133.631

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Teruggave overschot bestemmingsreserves

1

10.000

2) Afromen eigen vermogen CIBG

9

6.431

3) Desaldering RIVM en CIBG

10

6.168

4) Desaldering bijdrage EMA huurkosten

10

5.150

5) Desaldering Intravacc

10

3.484

6) Overige mutaties

 

295.990

Stand 1e suppletoire begroting 2020

 

460.854

Toelichting

  • 1. Overschot bestemmingsreserves 2013-2019 van screeningsorganisties (SO’s) vloeien terug naar de begroting van VWS.

  • 2. Uitkering van het (surplus) eigen vermogen van het CIBG conform Regeling agentschappen.

  • 3. Desaldering van ontvangsten van het RIVM en CIBG in verband met bijdragen aan SSC ICT 2020.

  • 4. Desaldering van ontvangsten van de EMA voor huurbetalingen welke door VWS aan het Rijksvastgoedbedrijf worden gedaan.

  • 5. Desaldering Intravacc betreft ontvangsten opdracht derden.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire COVID-19 gerelateerde uitgaven- en ontvangstenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2020

1) Onderzoek inzake COVID-19 ZonMW

1

20.000

2) Onderzoek en testen COVID-19 RIVM en GGD

1

12.650

3) Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen

2

970.100

4) Patiëntenspreiding en mobiel medisch vervoer

2

5.500

5) Abonnementstarief Wmo

3

18.000

6) Zorgkosten Caribisch Nederland

4

31.700

7) Opleiden extra zorgpersoneel

4

24.810

8) Bijdrage aan stichting ZWIC

4

10.000

9) Elektronisch platform huisartsen

4

6.280

10) Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen

6

10.500

11) Bijdrage vaccinonderzoek (CEPI)

9

50.000

12) Overige maatregelen

11

3.191

   

Totaal uitgaven

 

1.162.731

   
  

Ontvangsten 2020

Verkoop medische hulpmiddelen

2

‒ 290.000

   

Totaal ontvangsten

 

‒ 290.000

   

Dekking vanuit VWS begroting

 

‒ 40.841

   

Totaal VWS begroting

 

831.890

Toelichting

Hieronder treft u per post een korte toelichting. Ook in de artikelen is een toelichting opgenomen.

  • 1. Dit betreft door ZonMw – in nauw overleg met RIVM – geprioriteerde onderzoeksvoorstellen gericht op voorkomen van verdere verspreiding van het coronavirus en op bespoedigen van herstel van de Nederlandse bevolking.

  • 2. Extra kosten bij het RIVM en de GGD voor het uitvoeren van tests, contactonderzoek en voor een track en trace systeem.

  • 3. Inkoop van medische hulpmiddelen (circa € 700 miljoen) en beademings- en monitoringsapparatuur (circa € 250 miljoen).

  • 4. Kosten van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) en patiëntenvervoer.

  • 5. Met uitzondering van cliënten met voorzieningen beschermd wonen en opvang, zijn alle Wmo-cliënten voor de maanden april en mei 2020 vrijgesteld van een eigen bijdrage. De geraamde kosten bedragen € 9 miljoen per maand (totaal € 18 miljoen).

  • 6. Versterking van medische zorg voor Caribisch Nederland, waaronder uitbreiding IC capaciteit, personele capaciteit en apparatuur (totaal geraamd op € 31,7 miljoen) in verband met COVID-19.

  • 7. Opleidingskosten voor extra personeel dat is ingezet bij de medische zorgverlening aan coronapatiënten.

  • 8. Bijdrage aan de stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWIC), waaruit zorgprofessionals of hun nabestaanden een tegemoetkoming kunnen krijgen.

  • 9. Kosten voor het elektronisch platform huisartsen, zodat artsen informatie over coronapatiënten sneller kunnen ontsluiten (€ 5,7 miljoen).

  • 10. Bijdrage aan de Stichting waarborgfonds sportverenigingen van waaruit verenigingen die door de corona uitbraak in financiële problemen komen, een lening kunnen krijgen.

  • 11. Bijdrage aan de ontwikkeling van een vaccin tegen COVID-19 door het Coalition for Preparedness Innovations (CEPI), waaraan ook Duitsland, Engeland en Noorwegen bijdragen.

  • 12. Het betreft overige kleinere maatregelen zoals controles van passagiers uit hoog risicolanden, support desk voor de specialist ouderen geneeskunde en beschikbaarheid van een landelijk telefoonnummer partnergeweld en opvoedhulp in verband met COVID-19.

Tabel 4 Overzicht verstrekte garanties t.b.v. COVID-19 maatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2019

Verleend 2020

Uitstaande garanties 2020

Vervalt per datum1

Totaal plafond

Totaalstand risico voorziening

Artikel 2. Curatieve zorg

Garantie NVZA

0

20.400

20.400

1 juli 2020

20.400

geen

Artikel 2. Curatieve zorg

Garantie LHC (Mediq)

0

open

niet ge-maximeerd

23 juni 2020

geen

geen

X Noot
1

kan indien nodig verlengt worden

ToelichtingAls onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 zijn op 23 maart en 7 april 2020 garanties afgegeven om de inkoop van noodzakelijke genees- en hulpmiddelen te borgen. Met de garantieregeling Landelijk Consortium Hulpmiddelen (Mediq) is beoogd de inkoop van medische hulpmiddelen (waaronder mondkapjes en andere beschermingsmaterialen) te borgen en met de garantieregeling met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) wordt beoogd om de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten te borgen.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Volksgezondheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 1 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

841.380

‒ 100

841.280

‒ 93.112

748.168

82.771

‒ 79.246

‒ 71.220

27.651

          

Uitgaven

1.039.958

‒ 100

1.039.858

132.241

1.172.099

167.821

49.624

42.280

39.651

Waarvan juridisch verplicht

95,3%

   

99,0%

    
          

1. Gezondheidsbeleid

433.821

‒ 100

433.721

111.268

544.989

143.288

21.455

14.730

12.770

          

Subsidies

25.107

‒ 100

25.007

382

25.389

601

550

472

472

(Lokaal) gezondheidsbeleid

24.620

‒ 100

24.520

369

24.889

592

543

465

465

Overige

487

0

487

13

500

9

7

7

7

          

Opdrachten

2.080

0

2.080

833

2.913

937

339

339

339

(Lokaal) gezondheidsbeleid

2.080

0

2.080

833

2.913

937

339

339

339

          

Bijdragen aan agentschappen

108.907

0

108.907

7.427

116.334

7.579

7.184

7.097

6.274

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

90.474

0

90.474

4.120

94.594

5.916

5.876

5.877

5.878

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

17.846

0

17.846

3.295

21.141

1.646

1.291

1.203

379

Overige

587

0

587

12

599

17

17

17

17

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

297.590

0

297.590

102.748

400.338

134.168

12.850

6.290

5.153

ZonMw: programmering

297.590

0

297.590

102.748

400.338

134.168

12.850

6.290

5.153

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan medeoverheden

137

0

137

‒ 122

15

3

532

532

532

Aanpak Gezondheidsachterstanden

137

0

137

‒ 122

15

3

3

3

3

Overige

0

0

0

0

0

0

529

529

529

          

2. Ziektepreventie

439.164

0

439.164

15.325

454.489

17.663

26.557

26.155

25.586

          

Subsidies

206.085

0

206.085

3.254

209.339

11.092

21.093

20.002

19.927

Ziektepreventie

9.069

0

9.069

5.333

14.402

1.230

1.188

1.188

1.188

Bevolkingsonderzoeken

147.196

0

147.196

‒ 1.968

145.228

8.538

18.503

17.392

17.302

Vaccinaties

49.820

0

49.820

‒ 111

49.709

1.324

1.402

1.422

1.437

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Opdrachten

10.355

0

10.355

‒ 6.656

3.699

‒ 9

‒ 14

‒ 11

‒ 18

Ziektepreventie

10.355

0

10.355

‒ 6.656

3.699

‒ 9

‒ 14

‒ 11

‒ 18

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdrage aan agentschappen

221.680

0

221.680

13.894

235.574

7.598

6.495

7.181

6.694

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

93.396

0

93.396

23.531

116.927

7.025

6.020

6.699

6.292

RIVM: Bevolkingsonderzoeken

37.631

0

37.631

‒ 269

37.362

845

931

950

950

RIVM: Vaccinaties

89.640

0

89.640

‒ 8.386

81.254

‒ 272

‒ 456

‒ 468

‒ 548

Overige

1.013

0

1.013

‒ 982

31

0

0

0

0

          

Bijdrage aan medeoverheden

1.044

0

1.044

4.833

5.877

‒ 1.018

‒ 1.017

‒ 1.017

‒ 1.017

Overige

1.044

0

1.044

4.833

5.877

‒ 1.018

‒ 1.017

‒ 1.017

‒ 1.017

          

3. Gezondheidsbevordering

140.318

0

140.318

5.343

145.661

6.270

1.004

790

676

          

Subsidies

116.037

0

116.037

5.526

121.563

5.377

‒ 4

‒ 211

‒ 332

Preventie van schadelijk middelengebruik

19.114

0

19.114

4.132

23.246

602

‒ 88

‒ 95

‒ 139

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

23.857

0

23.857

719

24.576

1.349

711

511

484

Letselpreventie

4.301

0

4.301

376

4.677

113

115

119

115

Bevordering van seksuele gezondheid

67.788

0

67.788

274

68.062

3.291

‒ 772

‒ 776

‒ 821

Overige

977

0

977

25

1.002

22

30

30

29

          

Opdrachten

9.029

0

9.029

‒ 681

8.348

‒ 119

86

86

86

Gezondheidsbevordering

9.029

0

9.029

‒ 681

8.348

‒ 119

86

86

86

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan agentschappen

1.242

0

1.242

27

1.269

27

14

10

10

Overige

1.242

0

1.242

27

1.269

27

14

10

10

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

114

0

114

3

117

20

20

20

20

Overige

114

0

114

3

117

20

20

20

20

          

Bijdragen aan medeoverheden

13.896

0

13.896

468

14.364

965

888

885

892

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

13.896

0

13.896

468

14.364

965

888

885

892

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

4. Ethiek

26.655

0

26.655

305

26.960

600

608

605

619

          

Subsidies

24.374

0

24.374

‒ 808

23.566

‒ 129

‒ 121

‒ 124

‒ 122

Abortusklinieken

17.482

0

17.482

396

17.878

395

401

398

400

Medische Ethiek

6.892

0

6.892

‒ 1.204

5.688

‒ 524

‒ 522

‒ 522

‒ 522

          

Opdrachten

772

0

772

13

785

6

6

6

6

Medische Ethiek

772

0

772

13

785

6

6

6

6

          

Bijdragen aan agentschappen

1.509

0

1.509

1.100

2.609

723

723

723

735

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

1.509

0

1.509

1.100

2.609

723

723

723

735

          

Ontvangsten

13.903

0

13.903

10.000

23.903

0

0

0

0

Overige

13.903

0

13.903

10.000

23.903

0

0

0

0

Toelichting
1. Gezondheidsbeleid

Bijdragen aan agentschappen

Nederlandse Voedsel en WarenautoriteitDoor een nieuw en breed pakket aan wettelijke maatregelen is het nodig dat het reguliere toezicht van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) op de domeinen tabak en alcohol wordt uitgebreid. Toezicht is een essentieel onderdeel om van het Nationaal Preventieakkoord een succes te maken. Ook heeft de Kamer meermaals gevraagd om het toezicht en de communicatie op attractie- en speeltoestellen aan te scherpen vanwege de risico’s. Hiervoor is € 1,8 miljoen overgeheveld naar de NVWA. Voorts is door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 1,3 miljoen overgeheveld wegens BTW-compensatie. Het budget is daarnaast met € 1,9 miljoen verhoogd wegens de loonprijsbijstelling 2020. Tot slot is er ook nog voor de werkzaamheden van de NVWA € 1,0 miljoen aan budget overgeheveld. Vanwege budgettaire neutrale verschuivingen vindt er een aanpassing van € 1,9 miljoen plaats.

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreedVoor de uitvoering van aanvullende opdrachten aan het RIVM is budget overgeheveld naar dit instrument. Dit betreft opdrachten op het terrein van de RIVM-programma’s Volksgezondheid & Zorg (€ 2,7 miljoen) en Beleidsondersteuning Geneesmiddelen en Medische technologie (€ 0,6 miljoen).

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ZonMw: ProgrammeringDit budget is verhoogd voor de financiële impuls voor de aanpak van dak- en thuislozen van € 75 miljoen (en € 125 miljoen in 2021). Voorts is € 4,4 miljoen overgeheveld van artikel 3 Langdurige Zorg en Ondersteuning voor de uitvoering van de programma's Beschermd Thuis, Zingeving en Geestelijke Verzorging, Geweld Hoort Nergens Thuis en Gewoon Bijzonder. Verder is € 4,2 miljoen overgeheveld van artikel 4 Zorgbreed voor de uitvoering van de programma's Kwaliteitsgelden en Actieonderzoek Innovatieve Zorg. De overige mutaties bedragen per saldo € 1,2 miljoen.

ZonMw: COVID-19ZonMw heeft inmiddels – in nauw overleg met RIVM – een expertgroep gevraagd om onderzoeksvoorstellen te prioriteren, die op korte termijn mogelijkheden inventariseren om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen en het herstel van de Nederlandse bevolking te bespoedigen. Deze voorstellen hebben betrekking op: het volgen van personen die herstellend zijn, de transmissie van het virus van en naar kinderen, ziekenhuis epidemiologie, medicatieontwikkeling die op (zeer) korte termijn toegepast kan worden, antilichamen en virusevolutie. Ook zijn er onderzoeksvoorstellen geprioriteerd die naar de effecten van sociale isolatie en de consequenties ervan kijken. Vanuit de begroting van VWS wordt hiervoor een bijdrage van € 20 miljoen gedaan.

2. Ziektepreventie

Subsidies

ZiektepreventieHet budget voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten is verhoogd met € 4,5 miljoen als gevolg van de verruiming van de subsidieregeling (TK 25.295 nr. 70). De overige mutaties bedragen per saldo € 0,8 miljoen.

Opdrachten

ZiektepreventieVoor de uitvoering van vaccinonderzoek (€ 2,9 miljoen) en het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (€ 0,8 miljoen) is budget overgeboekt naar artikel 10 Apparaatsuitgaven. Verder is € 2,2 miljoen overgeheveld naar het instrument Bijdragen agentschappen RIVM: Opdrachtverlening aan Kenniscentra voor de aanpak van antibioticaresistentie. De overige mutaties bedragen per saldo € 0,8 miljoen.

Bijdragen medeoverheden

GGD: COVID-19

Het gaat hier om extra kosten voor het uitvoeren van tests, contactonderzoek en voor een track en trace systeem in verband met COVID-19.

Bijdragen agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening aan KenniscentraHet budget is verhoogd met € 2,9 miljoen voor de implementatie van het echoscopisch onderzoek ter opsporing van structurele afwijkingen in het eerste trimester van de zwangerschap (oftewel: de 13-wekenecho) in onderzoeksverband. Voorts is € 2,2 miljoen overgeheveld van het instrument opdrachten Ziektepreventie voor de aanpak van antibioticaresistentie en € 2,2 miljoen van het instrument subsidies NIPT voor de implementatie programmatische aanbieding van de NIPT door het RIVM. Daarnaast is € 8,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties voor de implementatiekosten van de maternale kinkhoestvaccinatie, de rotavirusvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie voor ouderen. De overige mutaties bedragen per saldo € 1,4 miljoen.

RIVM: VaccinatiesEr is € 8,0 miljoen overgeheveld naar het instrument RIVM: Opdrachtverlening aan Kenniscentra voor de implementatiekosten van de maternale kinkhoestvaccinatie, de rotavirusvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie voor ouderen. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 0,4 miljoen.

RIVM: COVID-19

Het gaat hier om extra kosten voor het uitvoeren van tests, contactonderzoek en voor een track en trace systeem in verband met COVID-19.

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Bevordering van de seksuele gezondheid Betreft een kasschuif van het budget voor onbedoelde zwangerschappen.

Nu niet zwanger/Onbedoelde zwangerschappenDe regeerakkoordmiddelen voor ‘Nu niet zwanger en onbedoelde zwangerschappen’ worden in 2020 ingezet om uitvoering te geven aan het plan Preventie en Ondersteuning Onbedoelde (tiener) Zwangerschappen. Samen met een brede coalitie van veldpartijen zijn de afgelopen maanden afspraken gemaakt over preventie en ondersteuning bij onbedoelde (tiener) zwangerschappen. Het opstellen van het plan is een zorgvuldig proces geweest zodat draagvlak en samenwerking geborgd is. Met het plan wordt invulling gegeven aan de middelen die in het Regeerakkoord beschikbaar zijn gesteld voor dit belangrijke maatschappelijke thema. Het plan is reeds met de Kamer gedeeld.

Preventie van schadelijk middelengebruikDeze middelen zijn vanuit een kasschuif van 2019 naar 2020 beschikbaar voor verschillende doeleinden die voortkomen uit het Nationaal Preventie Akkoord en betrekking hebben op alcohol en tabak. De kasschuif is € 1,9 miljoen.

Voor de uitvoering van het experiment gesloten coffeeshopketen zijn middelen nodig om uitvoering van het experiment in 2020 te waarborgen. Hiervoor is een kasschuif van € 1,1 miljoen toegepast waarvan € 0,8 miljoen beschikbaar is gesteld aan het ministerie van JenV voor de uitvoering van het experiment.

Verder is er € 1,9 miljoen overgeheveld voor diverse activiteiten op gebied van psychische gezondheid. Het budget is daarnaast met € 0,5 miljoen verhoogd wegens de loonprijsbijstelling 2020. Vanwege budgettaire neutrale verschuivingen vindt er een aanpassing van € 0,5 miljoen plaats.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn verhoogd met € 10 miljoen in verband met de afroming van bestemmingsreserves op basis van de subsidieregeling Publieke Gezondheid

3.2 Artikel 2 Curatieve zorg

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 2 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

3.087.725

‒ 7.150

3.080.575

955.951

4.036.526

24.519

45.581

40.241

37.735

          

Uitgaven

3.124.356

‒ 7.150

3.117.206

1.036.189

4.153.395

44.902

58.262

48.149

39.785

Waarvan juridisch verplicht

99,4%

   

99,4%

    
          

1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

193.330

‒ 150

193.180

1.006.839

1.200.019

21.282

35.938

27.540

18.069

          

Subsidies

141.236

0

141.236

1.001.420

1.142.656

17.151

33.063

24.878

14.154

Medisch specialistische zorg

80.533

0

80.533

‒ 10.093

70.440

‒ 6.613

‒ 6.143

‒ 4.220

‒ 3.724

Curatieve ggz

18.909

0

18.909

1.150

20.059

2.444

3.097

3.051

3.022

Eerste lijnszorg

9.893

0

9.893

260

10.153

288

315

336

376

Lichaamsmateriaal

20.608

0

20.608

‒ 2.037

18.571

‒ 591

‒ 554

‒ 598

‒ 593

Medische producten

11.293

0

11.293

1.012.140

1.023.433

21.623

36.348

26.309

15.073

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Opdrachten

17.692

‒ 150

17.542

‒ 24

17.518

1.975

1.477

1.802

1.887

Medisch specialistische zorg

1.157

0

1.157

‒ 184

973

11

11

11

5

Curatieve ggz

4.887

0

4.887

330

5.217

325

64

58

58

Eerste lijnszorg

153

0

153

3

156

1

1

2

2

Lichaamsmateriaal

8.335

0

8.335

‒ 743

7.592

56

36

36

36

Medische producten

3.160

‒ 150

3.010

570

3.580

1.582

1.365

1.695

1.786

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan agentschappen

32.208

0

32.208

6.115

38.323

5.423

5.429

5.445

6.097

aCBG

1.694

0

1.694

137

1.831

123

61

61

712

aCBG

2.200

0

2.200

0

2.200

0

0

0

0

CIBG

28.314

0

28.314

5.978

34.292

5.300

5.368

5.384

5.385

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.126

0

2.126

‒ 606

1.520

‒ 3.270

‒ 4.034

‒ 4.588

‒ 4.072

Overige

2.126

0

2.126

‒ 606

1.520

‒ 3.270

‒ 4.034

‒ 4.588

‒ 4.072

          

Bijdragen aan medeoverheden

68

0

68

‒ 66

2

3

3

3

3

Overige

68

0

68

‒ 66

2

3

3

3

3

          

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

3. Ondersteuning van het zorgstelsel

2.931.026

‒ 7.000

2.924.026

29.350

2.953.376

23.620

22.324

20.609

21.716

          

Subsidies

125.719

‒ 7.000

118.719

27.566

146.285

27.012

25.645

24.004

25.081

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen

1.303

0

1.303

34

1.337

34

34

34

34

Medisch-specialistische zorg

65.531

‒ 7.000

58.531

104

58.635

‒ 535

‒ 743

‒ 1.469

‒ 1.538

Curatieve ggz

8.981

0

8.981

233

9.214

292

318

76

239

Eerste lijnszorg

8.702

0

8.702

229

8.931

260

226

77

53

Overige

41.202

0

41.202

26.966

68.168

26.961

25.810

25.286

26.293

          

Bekostiging

2.762.515

0

2.762.515

‒ 1.331

2.761.184

‒ 1.148

‒ 1.088

‒ 1.175

‒ 1.160

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

2.722.900

0

2.722.900

0

2.722.900

0

0

0

0

Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

39.615

0

39.615

‒ 1.331

38.284

‒ 1.148

‒ 1.088

‒ 1.175

‒ 1.160

          

Inkomensoverdrachten

18.523

0

18.523

0

18.523

0

0

0

0

Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel

18.397

0

18.397

0

18.397

0

0

0

0

Overige

126

0

126

0

126

0

0

0

0

          

Opdrachten

5.618

0

5.618

7.647

13.265

845

843

855

868

Risicoverevening

1.986

0

1.986

33

2.019

33

33

33

33

Uitvoering zorgverzekeringstelsel

1.201

0

1.201

20

1.221

15

15

15

15

Medisch-specialistische zorg

118

0

118

5.502

5.620

2

7

20

32

Curatieve ggz

417

0

417

7

424

7

0

0

1

Eerste lijnszorg

100

0

100

2

102

2

2

2

2

Overige

1.796

0

1.796

2.083

3.879

786

786

785

785

          

Bijdragen aan agentschappen

13.846

0

13.846

‒ 4.033

9.813

‒ 3.205

‒ 3.203

‒ 3.202

‒ 3.202

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

13.846

0

13.846

‒ 4.033

9.813

‒ 3.205

‒ 3.203

‒ 3.202

‒ 3.202

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

4.803

0

4.803

‒ 499

4.304

116

127

127

127

SVB: Onverzekerden

3.778

0

3.778

99

3.877

99

100

100

100

Overige

1.025

0

1.025

‒ 598

427

17

27

27

27

          

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

2

0

2

0

2

0

0

0

2

VenJ: Bijdrage C2000

2

0

2

0

2

0

0

0

2

          

Ontvangsten

5.053

0

5.053

291.300

296.353

5.000

7.500

7.500

7.500

Overige

5.053

0

5.053

291.300

296.353

5.000

7.500

7.500

7.500

Toelichting
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

Subsidies

Medisch-specialistische zorg

Ter dekking van problematiek op de VWS-begroting en anticiperend op onderuitputting wordt een meerjarige korting verwerkt op dit artikel van

€ 9,3 miljoen.

Medische producten

Deze post is het saldo van beleidsmatige mutaties voor onder meer de uitvoering van het landelijke Programma Medicatieoverdracht. In het landelijke Programma Medicatieoverdracht ondersteunt VWS partijen in het implementeren van de richtlijn medicatieoverdracht en de drie bijbehorende informatiestandaarden. Daarnaast worden middelen gereserveerd voor het ontwikkelen van medische isotopen.

Medische producten: COVID-19In totaal wordt er naar huidige inschattingen voor € 970 miljoen aan medische producten ingekocht vanwege COVID-19. Daar tegenover staan ontvangsten doordat de medische hulpmiddelen worden doorverkocht, deze ontvangsten zijn geraamd op het ontvangstenbudget.. De medische hulpmiddelen (€ ca. 700 miljoen) waaronder mondkapjes en beschermingsbrillen worden op dit moment door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen ingekocht en tegen de reguliere prijzen aan zorginstellingen geleverd. Als gevolg zijn de geraamde ontvangsten van de verkoop circa € 410 miljoen lager dan de geraamde uitgaven aan de inkoop. Naast medische hulpmiddelen wordt beademingsapparatuur en monitoringsapparatuur aangeschaft naar verwachting voor circa € 250 miljoen.

Bijdragen aan agentschappen

CIBGDit betreft onder meer hogere uitgaven aan het agentschap CIBG als gevolg van kostenstijgingen door hogere uitgaven aan shared service centra voor toegenomen eisen op het gebied van automatisering en veiligheid (€ 5,4 miljoen).

3. Ondersteuning van het zorgstelsel

Subsidies

Overige

De zorgaanbieders doen steeds meer een beroep op de subsidieregeling onverzekerde personen waarmee financiële belemmeringen worden weggenomen om medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde (verwarde) personen te verlenen. Deze stijging wordt veroorzaakt door een wijziging van de aanspraak van de regeling, zo geldt de eis van de verzekeringsplicht niet meer en wordt nu alle zorg vergoed, niet alleen de eerste 36 uur aan spoedzorg. Naar verwachting zullen de kosten voor 2020 en volgende jaren daardoor € 31 miljoen hoger uit vallen. In de komende jaren wordt verwacht dat gemeenten meer werk zullen maken van hun taak om onverzekerde verzekeringsplichtigen alsnog te verzekeren, zodat de kosten in die jaren iets af zullen nemen (€ 1,4 miljoen vanaf 2023). Tevens wordt onderzocht hoe een verdere stijging in de toekomst voorkomen kan worden.

Opdrachten

Patiëntenspreiding en mobiel vervoer: COVID-19

Er is een opdracht verstrekt aan het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) om een Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) in te richten om de spreiding van patiënten over Nederland in goede banen te leiden. Tevens worden er middelen beschikbaar gesteld om patiënten te kunnen vervoeren.

Bijdragen aan agentschappen

Bij het CJIB is sprake van lagere uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van onverzekerden en wanbetalers. De ruimte is mede het gevolg van lagere aantallen wanbetalers en onverzekerden dan waarmee eerder in de raming rekening was gehouden. Daarnaast was voor het CAK meerjarig een bedrag geraamd voor het omleiden van de zorgtoeslag. Gezamenlijk is geconcludeerd dat de baten niet opwegen tegen de kosten. Deze middelen vallen meerjarig vrij.

Ontvangsten

Doorverkoop van medische beschermingsmiddelenTegenover de uitgaven die hierboven zijn benoemd voor de inkoop van medische beschermingsmiddelen staan ook ontvangsten. Deze betreffen de verkoop van beschermingsmiddelen aan zorgaanbieders. De opbrengst hiervan wordt geraamd op circa € 290 miljoen.

3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 3 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

7.423.429

0

7.423.429

‒ 3.469.249

3.954.180

280.494

296.546

324.814

371.097

          

Uitgaven

7.259.805

0

7.259.805

25.349

7.285.154

280.494

296.546

324.814

371.097

Waarvan juridisch verplicht

99,3%

   

99,3%

    
          

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

214.662

0

214.662

21.917

236.579

‒ 11.731

‒ 13.136

‒ 12.573

‒ 6.127

          

Subsidies

70.054

0

70.054

16.106

86.160

‒ 5.993

‒ 7.611

‒ 7.318

‒ 961

Toegang tot zorg en ondersteuning

18.668

0

18.668

‒ 5.001

13.667

‒ 423

‒ 209

‒ 221

‒ 229

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

20.415

0

20.415

22.730

43.145

‒ 5.140

‒ 6.782

‒ 6.564

‒ 179

Inclusieve samenleving

15.256

0

15.256

‒ 1.109

14.147

‒ 194

‒ 215

‒ 205

‒ 209

Kennis en informatiebeleid

10.300

0

10.300

‒ 566

9.734

‒ 306

‒ 384

‒ 306

‒ 317

Overige

5.415

0

5.415

52

5.467

70

‒ 21

‒ 22

‒ 27

          

Opdrachten

101.761

0

101.761

‒ 11.713

90.048

‒ 5.479

‒ 5.029

‒ 4.732

‒ 4.625

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

63.721

0

63.721

‒ 3.528

60.193

‒ 2.521

‒ 3.005

‒ 3.128

‒ 3.217

Toegang tot zorg en ondersteuning

6.950

0

6.950

‒ 3.185

3.765

‒ 250

‒ 299

‒ 312

‒ 321

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

3.200

0

3.200

‒ 222

2.978

‒ 45

‒ 83

‒ 49

‒ 50

Inclusiviteit

12.056

0

12.056

‒ 4.795

7.261

‒ 1.428

‒ 260

‒ 245

‒ 260

Kennis, informatie en innovatiebeleid

1.500

0

1.500

25

1.525

25

25

25

25

Aanbesteden Sociaal Domein

3.495

0

3.495

‒ 3.438

57

0

0

0

0

Overige

10.839

0

10.839

3.430

14.269

‒ 1.260

‒ 1.407

‒ 1.023

‒ 802

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

12.847

0

12.847

890

13.737

633

‒ 496

‒ 523

‒ 541

Doventolkvoorzieningen

12.847

0

12.847

890

13.737

633

‒ 496

‒ 523

‒ 541

          

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

18.000

18.000

0

0

0

0

Overige

0

0

0

18.000

18.000

0

0

0

0

          

Storting/onttrekking begrotingsreserve

30.000

0

30.000

‒ 1.366

28.634

‒ 892

0

0

0

Stimulerings regeling wonen en zorg

30.000

0

30.000

‒ 1.366

28.634

‒ 892

0

0

0

          

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

7.045.143

0

7.045.143

3.432

7.048.575

292.225

309.682

337.387

377.224

          

Subsidies

160.389

0

160.389

‒ 33.046

127.343

15.325

10.371

‒ 8.468

‒ 7.892

Zorg merkbaar beter maken

74.933

0

74.933

‒ 14.861

60.072

16.774

12.232

‒ 8.767

‒ 8.827

Kennis, informatie en innovatiebeleid

40.924

0

40.924

‒ 17.070

23.854

219

‒ 895

‒ 607

‒ 304

Palliatieve zorg en ondersteuning

44.532

0

44.532

‒ 1.115

43.417

‒ 1.668

‒ 966

906

1.239

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bekostiging

6.741.800

0

6.741.800

6.600

6.748.400

242.800

279.700

324.600

361.600

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

3.691.800

0

3.691.800

6.600

3.698.400

242.800

279.700

324.600

361.600

Bijdrage Wlz

3.050.000

0

3.050.000

0

3.050.000

0

0

0

0

          

Opdrachten

19.472

0

19.472

20.214

39.686

13.582

2.697

2.696

2.603

Zorgdragen voor langdurige zorg

19.472

0

19.472

20.214

39.686

13.582

2.697

2.696

2.603

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

500

500

0

0

0

0

Overige

0

0

0

500

500

0

0

0

0

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

123.482

0

123.482

9.164

132.646

20.518

16.914

18.559

20.913

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank

34.306

0

34.306

1.780

36.086

4.435

713

428

1.339

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

89.176

0

89.176

7.384

96.560

16.083

16.201

18.131

19.574

          

Ontvangsten

5.691

0

5.691

0

5.691

0

0

0

0

Overige

5.691

0

5.691

0

5.691

0

0

0

0

Toelichting
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Subsidies

Passende zorg en levensbrede ondersteuningVanwege de uitbraak van COVID-19 is de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) tijdelijk uitgebreid met een noodregeling: SET COVID-19. De opdracht tot ‘social distancing’, ook wel sociale onthouding genoemd, betekent dat er minder fysiek contact mogelijk is met mensen die ondersteuning of ondersteuning nodig hebben. E-health toepassingen kunnen in deze situatie uitkomst bieden. Van de beschikbare middelen voor de SET in de komende jaren is met een kasschuif € 19 miljoen toegevoegd aan het budget voor de SET in 2020.

Opdrachten

Bovenregionaal gehandicaptenvervoerOp grond van een voorlopige raming is dit budget met € 3,5 miljoen neerwaarts bijgesteld.

Toegang tot zorg en ondersteuningDit budget is verlaagd door onder andere het achterblijven van aanvragen voor een gratis VOG voor vrijwilligers. Hierdoor is er € 2,8 miljoen minder budget nodig dan vooraf ingeschat.

Inclusieve samenlevingDe verlaging is onder andere ontstaan door overboekingen naar de directie Communicatie van € 2,1 mln. voor de brede campagne Mantelzorg en Mantelzorg Informatie Box en voor campagne voor Beeldvorming Ouderen. Daarnaast is er € 1,6 miljoen overgeboekt naar de directie Publieke Gezondheid voor het programma Versterking Aanpak Eenzaamheid dat door ZonMw wordt uitgevoerd.

Aanbesteden Sociaal DomeinBij het verwerken van een technische mutatie is er abusievelijk € 3,4 mln. teveel overgeboekt van Aanbesteden Sociaal Domein naar Opdrachten. Dit zal in de volgende suppletoire begroting worden rechtgezet.

Bijdragen aan medeoverheden

Abonnementstarief Wmo COVID-19In de huidige situatie kan het – gegeven de opvolging van RIVM-aanwijzingen - voorkomen dat zorg en ondersteuning niet (volledig) kan worden geleverd. Indien de beoogde Wmo-ondersteuning feitelijk in enig maand niet wordt geboden, geldt de lijn dat de eigen bijdrage die maand niet wordt gefactureerd, zoals in de Kamer in 2019 tijdens de wetsbehandeling Wmo abonnementstarief als uitgangspunt genoemd (start-stopbeleid). De toepassing van deze beleidslijn tijdens de huidige crisis zou echter betekenen dat gemeenten nu, in overleg met aanbieders, voor het totale cliëntenbestand Wmo zouden moeten bezien in welke individuele situaties de eigen bijdrage gestopt zou moeten worden (en wanneer deze weer gestart zou moeten worden). Dit zou alle betrokken partijen in deze fase een onevenredig grote (administratieve) uitvoeringslast bezorgen. Gelet op het voorgaande is besloten om alle Wmo-cliënten, exclusief cliënten met de voorzieningen beschermd wonen en opvang in elk geval voor de maanden april en mei vrij te stellen van een eigen bijdrage. De geraamde kosten zijn € 9 miljoen per maand (totaal € 18 miljoen).

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Zorg merkbaar beter makenHet programma Thuis in het Verpleeghuis wordt voortgezet. Verpleeghuizen worden ondersteund in het verbeteren van de kwaliteit via Waardigheid en Trots op locatie en onder andere de beweging Radicale vernieuwing in de verpleeghuiszorg en de stuurgroep kwaliteitskader verpleeghuiszorg worden gefaciliteerd. Het programma Waardigheid en trots laat een andere liquiditeitsbehoefte zien dan vooraf geraamd. Daarom zal een deel van het budget in latere jaren tot besteding komen (totale mutatie € 19,9 miljoen).

Voor het aardbevingsbestendig maken van zorggebouwen in Groningen, zijn middelen van het uitgavenplafond zorg naar de begroting overgeheveld (€ 6,2 miljoen) en verder hebben zich op dit budget nog enkele beperkte mutaties voorgedaan van per saldo € 1,2 miljoen.

Kennis, informatie en innovatiebeleidDe subsidieregeling voor de versnelling van gegevensuitwisseling in de langdurige zorg – InZicht – is per 2 september 2019 opengesteld. Om ervaring op te doen met het uitwisselen van gegevens, binnen en buiten de langdurige zorg, zijn 16 samenwerkingsverbanden in de zogenoemde Proeftuinen InZicht gestart. Daarnaast is ter ondersteuning van de regeling en de proeftuinen een programmabureau opgericht (waarvoor € 4,4 miljoen is overgeheveld naar het opdrachtenbudget) en hebben enkele brancheorganisaties een projectsubsidie ontvangen (€ 0,3 miljoen). Verder is gebleken dat niet alle begrote uitgaven dit jaar tot besteding komen (€ 14,3 miljoen).

Het saldo betreft € 1,7 miljoen en zijn mutaties van geringe omvang naar andere instrumenten binnen de begroting.

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)De uitgavenraming voor de BIKK is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) bijgesteld (€ 11,9 miljoen).

Opdrachten

Zorgdragen voor langdurige zorgVoor de «Proeftuinen Inzicht» en het programmabureau voor deze proeftuinen en de regeling is € 4,4 miljoen benodigd. Daarnaast zijn er door noodzakelijke technische aanpassingen meeruitgaven aan het PGB2.0 systeem, het beheer en communicatie (€ 11,8 miljoen). Verder hebben in 2019 niet alle begrote uitgaven in 2019 tot betaling geleid, waardoor deze in 2020 tot uitgaven leiden (€2,6 miljoen). Het resterende saldo betreft een aantal geringe mutaties.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling ZorgHet CIZ heeft een nieuwe rol bij de uitvoering Wet zorg en dwang en er is een toename in het aantal aanvragen Wlz waarneembaar, wat tot meerkosten leidt (samen € 4,9 miljoen). Daarnaast is de jaarlijkse loonbijstelling (€ 2,4 miljoen).

3.4 Artikel 4 Zorgbreed beleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 4 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

950.840

7.150

957.990

‒ 32.785

925.205

‒ 54.199

‒ 54.468

8.069

9.453

          

Uitgaven

1.072.559

7.150

1.079.709

95.494

1.175.203

46.289

33.489

24.548

25.932

Waarvan juridisch verplicht

98,3%

   

98,3%

    
          

1. Positie cliënt en transparantie van zorg

56.700

0

56.700

4.240

60.940

3.221

1.774

696

712

          

Subsidies

42.967

0

42.967

‒ 8.952

34.015

1.685

184

‒ 893

‒ 877

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

17.000

0

17.000

‒ 535

16.465

445

450

‒ 579

‒ 572

Transparantie van zorg

25.927

0

25.927

‒ 8.418

17.509

1.239

‒ 267

‒ 315

‒ 311

Overige

40

0

40

1

41

1

1

1

6

          

Opdrachten

8.740

0

8.740

10.765

19.505

60

113

112

112

Ondersteuning cliëntorganisaties

3.988

0

3.988

2.597

6.585

3

66

66

66

Transparantie van zorg

693

0

693

11

704

7

7

7

7

Overige

4.059

0

4.059

8.157

12.216

50

40

39

39

          

Bijdragen aan agentschappen

4.993

0

4.993

2.427

7.420

1.476

1.477

1.477

1.477

CIBG

4.993

0

4.993

2.427

7.420

1.476

1.477

1.477

1.477

          

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

555.563

7.000

562.563

35.935

598.498

5.880

4.644

2.500

2.539

          

Subsidies

534.341

7.000

541.341

33.417

574.758

5.488

4.242

2.092

2.131

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

534.341

7.000

541.341

33.417

574.758

5.488

4.242

2.092

2.131

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Opdrachten

8.809

0

8.809

543

9.352

128

135

135

135

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

8.809

0

8.809

543

9.352

128

135

135

135

          

Bijdragen aan agentschappen

12.413

0

12.413

1.975

14.388

264

267

229

229

CIBG

12.413

0

12.413

1.975

14.388

264

267

229

229

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

0

0

44

44

ZiNL

0

0

0

0

0

0

0

44

44

          

3. Informatiebeleid

74.476

150

74.626

20.738

95.364

34.975

27.820

22.816

22.817

          

Subsidies

35.793

150

35.943

‒ 353

35.590

10.739

9.742

5.438

5.438

Informatiebeleid

10.967

0

10.967

4.321

15.288

5.239

5.234

5.235

5.235

Overige

24.826

150

24.976

‒ 4.674

20.302

5.500

4.508

203

203

          

Opdrachten

23.592

0

23.592

11.464

35.056

17.009

8.245

7.545

7.545

Informatiebeleid

9.460

0

9.460

16.428

25.888

4.507

2.743

2.743

2.743

Overige

14.132

0

14.132

‒ 4.964

9.168

12.502

5.502

4.802

4.802

          

Bijdragen aan agentschappen

15.091

0

15.091

9.627

24.718

7.227

9.833

9.833

9.834

Informatiebeleid

15.091

0

15.091

9.627

24.718

7.227

9.833

9.833

9.834

Overige

         
          

4. Inrichting Zorgstelsel

251.889

0

251.889

‒ 1.305

250.584

‒ 2.033

‒ 5.138

‒ 5.906

‒ 4.700

          

Subsidies

200

0

200

5

205

0

0

0

0

Programma's Zorgstelsel

200

0

200

5

205

0

0

0

0

          

Opdrachten

1.839

0

1.839

530

2.369

34

26

9

9

Programma's Zorgstelsel

1.300

0

1.300

521

1.821

25

17

0

0

Overige

539

0

539

9

548

9

9

9

9

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

247.350

0

247.350

603

247.953

376

‒ 2.722

‒ 3.473

‒ 4.767

CAK

124.389

0

124.389

‒ 6.071

118.318

‒ 4.531

‒ 5.917

‒ 6.180

‒ 6.367

NZa

59.970

0

59.970

1.009

60.979

1.285

1.376

1.246

1.268

Zorginstituut Nederland

59.878

0

59.878

5.474

65.352

647

637

559

‒ 570

CSZ

2.200

0

2.200

57

2.257

57

59

59

59

Overige

913

0

913

134

1.047

2.918

1.123

843

843

          

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

2.500

0

2.500

‒ 2.443

57

‒ 2.443

‒ 2.442

‒ 2.442

58

EZK: ACM

2.500

0

2.500

‒ 2.443

57

‒ 2.443

‒ 2.442

‒ 2.442

58

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

133.931

0

133.931

35.886

169.817

4.246

4.389

4.442

4.564

          

Subsidies

0

0

0

3.142

3.142

2.224

2.223

2.223

2.223

Zorg en Welzijn

0

0

0

3.142

3.142

2.224

2.223

2.223

2.223

          

Bekostiging

133.331

0

133.331

30.430

163.761

1.122

1.266

1.319

1.441

Zorg en Welzijn

133.331

0

133.331

30.430

163.761

1.122

1.266

1.319

1.441

          

Bijdragen aan medeoverheden

600

0

600

2.314

2.914

900

900

900

900

Overige

600

0

600

2.314

2.914

900

900

900

900

          

Ontvangsten

70.655

0

70.655

0

70.655

0

0

0

0

Wanbetalers en onverzekerden

59.502

0

59.502

0

59.502

0

0

0

0

Overige

11.153

0

11.153

0

11.153

0

0

0

0

Toelichting
1. Positie cliënt en transparantie van zorg

Subsidies

Transparantie van zorgVanuit het programma Uitkomstgerichte zorg is € 2 miljoen overgeheveld naar artikel 1 (onderdeel 1 Gezondheidsbeleid) voor het ZonMw programma Kwaliteitsgelden en wordt € 5,9 miljoen via een kasschuif in overeenstemming gebracht met de uitvoering van reeds voorziene werkplannen.

Opdrachten

Voor de beheer- en bewaarplicht van medische dossiers van het failliete Slotervaart is € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld.

OverigVoor de uitvoering van de communicatie op verschillende dossiers en programma’s wordt door directies campagnebudget overgeheveld naar de directie Communicatie (totaal € 8,1 miljoen). Dit budget is onder andere bestemd voor de uitvoering van de campagnes Seksuele Gezondheid & Onbedoeld Zwanger (€ 1,7 miljoen), Mantelzorg Langer Thuis (€ 1,25 miljoen) en Zorg van Nu (€ 1,2 miljoen).

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt: COVID-19

Er is een extra categorie Corona aan het Sectorplan Plus toegevoegd. Deze middelen worden ingezet voor het inzetbaar maken en inwerken van de extra personeel , personeel dat zich heeft aangeboden om de coronacrisis te helpen bestrijden. Denk hierbij aan korte trainingen voor het omgaan met beademingsapparatuur. Hierdoor kunnen deze mensen, waaronder bijvoorbeeld voormalige zorgprofessionals snel aan de slag. In totaal gaat het om € 24,8 miljoen.

Overig: bijdrage aan stichting ZWIC (COVID-19)

Het gaat hier om een speciaal fonds voor zorgprofessionals die te maken hebben gekregen met COVID-19 – en aan de gevolgen zijn overleden of na een IC behandeling dusdanige schade hebben overgehouden dat arbeidsongeschiktheid is ontstaan. Deze zorgprofessionals ontvangen een tegemoetkoming. Met de bijdrage vanuit de VWS-begroting kan de stichting vanuit het fonds de tegemoetkoming verstrekken.

3. Informatiebeleid

Subsidies

Informatiebeleid

Voor 2020 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor subsidies die bijdragen aan de digitaliseringsdoelstelling: de juiste informatie op het juiste moment en op de juiste plek, veilig en betrouwbaar. Voor de instellingssubsidie van Nictiz is in 2020 € 3 miljoen extra beschikbaar en structureel vanaf 2021 € 3,5 miljoen extra. Ook zijn middelen beschikbaar gesteld voor het professionaliseren en doorontwikkelen van de diensten en staande Z-CERT organisatie en collectieve deelname zorgsectoren (€ 1 miljoen in 2020 en structureel € 1,5 miljoen).

OverigIn het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor het bevorderen van digitaal ondersteunde zorg. Een deel van deze middelen stonden nog op de Aanvullende Post bij Financiën en zijn nu voor de jaren 2020 t/m 2023 beschikbaar gesteld. Voor 2020 wordt een budget van € 0,8 miljoen overgeheveld naar de VWS-begroting. Deze middelen worden ingezet voor de PGO-gebruikersregeling. Daarnaast is sprake van diverse overhevelingen (€ 3,2 miljoen), namelijk voor Pharos, voor het programma Zorg van Nu en Actieonderzoek. Een bedrag van € 3 miljoen wordt doorgeschoven naar 2021, omdat ook in 2021 uitgaven voor subsidies worden verwacht en hiervoor nog geen budget beschikbaar is.

Opdrachten

Informatiebeleid

Om toegang tot medische gegevens in de zorg te versnellen en deze uitwisseling veilig en betrouwbaar te maken, is extra geld beschikbaar gesteld voor de thema’s authenticatie in de zorg en het programma gegevensuitwisseling. Dit draagt bij aan de realisatie van de doelstelling inzake digitalisering: de juiste informatie op het juiste moment en op de juiste plek, veilig en betrouwbaar (€ 9,5 miljoen). Ook is € 1 miljoen beschikbaar gesteld naar aanleiding van het aangenomen amendement van de Kamerleden Van Den Berg en Veldman over digitalisering van zorg in de regio tijdens de begrotingsbehandeling 2020 van het ministerie van VWS.

OverigIn het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor het bevorderen van digitaal ondersteunde zorg. Een deel van deze middelen stonden nog op de Aanvullende Post bij Financiën en zijn nu voor de jaren 2020 t/m 2023 beschikbaar gesteld. Voor 2020 wordt een budget van € 2,8 miljoen overgeheveld naar de VWS-begroting. Deze middelen worden ingezet voor de impuls- en voucherregeling Juiste Zorg op de Juiste Plek. Daarnaast is sprake van diverse overhevelingen (€ 1,5 miljoen) voor opdrachten voor Zorg voor innoveren en de e-healthmonitor. Vanuit 2020 wordt € 5 miljoen doorgeschoven naar 2021, omdat ook in 2021 uitgaven voor opdrachten worden verwacht en hiervoor nog geen budget beschikbaar is.

Overig: elektronisch platform huisartsen (COVID-19)

Op dit moment zijn er speciale Corona-huisartsenpraktijken om patiënten te ontvangen. Niet in alle gevallen is het mogelijk om de huisartseninformatie dan direct in te kunnen zien. Om deze informatie voor huisartsen sneller te ontsluiten worden de gegevens digitaal ontsloten, hiervoor is € 5,7 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan agentschappen

Informatiebeleid

Authenticatie op voldoende hoog niveau is belangrijk in de zorg. De kosten voor beheer en exploitatie van DigiD en MijnOverheid worden doorbelast aan afnemers. Het gebruik van deze authenticatiemiddelen neemt toe en ook de komende jaren zal het gebruik van deze voorzieningen sterk toenemen, onder andere omdat de patiënt online toegang krijgt tot zijn medisch dossier. Voor 2020 nemen de kosten met € 5,2 miljoen toe, in 2021 met € 7,2 miljoen en vanaf 2022 naar verwachting met € 9,8 miljoen.

Tegenover hogere opbrengsten voor het Unieke Zorgverlener Identificatie (UZI) register in 2019 (als gevolg van een verkorting van de levensduur van UZI-passen en vroegtijdige vervanging van servercertificaten) staan lagere inkomsten voor het CIBG c.q. een hogere bijdrage van de opdrachtgever in 2020 (desaldering € 4,1 miljoen in 2020).

4. Inrichting Zorgstelsel

Bijdragen aan ZBO's/RWT

CAKDit betreft het saldo van diverse mutaties. De belangrijkste zijn de toedeling van de OVA-bijstelling 2020 (€ 3,3 miljoen).

ZorginstituutDit betreft het saldo van diverse mutaties. De belangrijkste is een overheveling van € 4,8 miljoen vanuit de premiegefinancierde uitgaven (beheerskosten Wlz) ten behoeve van het project Keteninformatie Kwaliteit Verpleeghuiszorg (KIK-V). Daarnaast is een bedrag van € 2,7 miljoen overgeheveld vanuit begrotingsartikel 2 ten behoeve van het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik van het Zorginstituut. Tenslotte is hier sprake van de toedeling van de OVA-bijstelling 2020 (€ 1,5 miljoen).

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

Subsidies

Zorg en welzijn

Er worden een aantal jeugdorganisaties op Caribisch Nederland gesubsidieerd. Sinds 2020 verloopt de betaling van de subsidies rechtstreeks vanuit VWS in plaats vanuit de Rijksdienst Caribisch Nederland. Daarom wordt € 3,1 miljoen overgeboekt naar dit begrotingsinstrument.

Bekostiging

Zorg en welzijn: COVID‒ 19

De medische zorg wordt in verband met COVID-19 in Caribisch Nederland versterkt. Het betreft tijdelijke uitbreiding van de IC capaciteit en extra inzet van personeel, extra capaciteit voor medische evacuaties, inhuur van artsen, repatriëringen verzekerden en levering van apparatuur. In totaal worden de kosten geraamd op € 31,7 miljoen.

3.5 Artikel 5 Jeugd

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 5 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

95.773

11.500

107.273

48.164

155.437

39.964

40.355

27.255

27.187

          

Uitgaven

95.773

11.500

107.273

58.164

165.437

39.964

40.355

27.255

27.187

 

93,5%

   

97,9%

    
          

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

95.773

11.500

107.273

58.164

165.437

39.964

40.355

27.255

27.187

          

Subsidies

85.859

11.500

97.359

58.063

155.422

39.432

39.891

27.074

27.006

Kennis en informatiebeleid

6.825

0

6.825

4.330

11.155

4.518

4.428

4.404

4.388

Jeugdbeleid

60.749

11.500

72.249

54.635

126.884

35.459

36.139

23.379

23.347

Jeugdstelsel

18.285

0

18.285

‒ 902

17.383

‒ 545

‒ 676

‒ 709

‒ 729

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Opdrachten

8.366

0

8.366

68

8.434

499

430

147

147

Kennis en informatiebeleid

1.652

0

1.652

27

1.679

27

27

31

31

Jeugdbeleid

6.714

0

6.714

41

6.755

472

403

116

116

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan agentschappen

1.331

0

1.331

28

1.359

28

29

29

29

Overige

1.331

0

1.331

28

1.359

28

29

29

29

          

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

217

0

217

5

222

5

5

5

5

Overige

217

0

217

5

222

5

5

5

5

          

Ontvangsten

26.085

0

26.085

0

26.085

0

0

0

0

Overige

26.085

0

26.085

0

26.085

0

0

0

0

Toelichting
3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

Subsidies

Kennis en informatiebeleidDe voornaamste oorzaak van de wijziging op dit hoofdbudget is de mutatie vanuit subsidies Zorg voor de Jeugd naar subsidies Kennis en beleidsinformatie van € 4,3 miljoen, om de structurele ophoging van de instellingssubsidie aan het Nederlandse Jeugdinstituut (NJI) op te vangen. De overige mutaties betreffen diverse reguliere en technische mutaties voor kennis en informatiebeleid.

JeugbeleidOm de continuïteit van cruciale jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering te waarborgen is sinds 1 januari 2019 de Jeugdautoriteit operationeel. De Jeugdautoriteit werkt voor de zomer van 2020 aan een ontwikkelagenda om het doel en de taken van de Jeugdautoriteit verder vorm te geven en instrumenten te ontwikkelen ten behoeve van de continuïteit van jeugdhulp en het voorkomen van schoksgewijze bewegingen in het zorglandschap. Daarnaast wordt onderzocht of verbeterprogramma’s waarbij gemeenten en aanbieders van cruciale jeugdhulp niet vrijblijvend ondersteund worden van toegevoegde waarde kunnen zijn. Dit is van belang voor een betere organisatie van cruciale jeugdhulp. De totale mutatie is € 54,6 miljoen.

3.6 Artikel 6 Sport en bewegen

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 6 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

405.574

‒ 62.200

343.374

23.593

366.967

‒ 56.408

‒ 57.131

1.224

882

          

Uitgaven

436.166

‒ 62.200

373.966

28.263

402.229

‒ 56.408

‒ 57.131

1.224

882

Waarvan juridisch verplicht

98,6%

   

99,0%

    
          

1. Passend sport- en beweegaanbod

976

0

976

508

1.484

9

0

0

0

          

Subsidies

976

0

976

508

1.484

9

0

0

0

Passend sport- en beweegaanbod

976

0

976

508

1.484

9

0

0

0

          

2. Uitblinken in sport

1.284

0

1.284

34

1.318

0

0

0

0

          

Subsidies

1.284

0

1.284

34

1.318

0

0

0

0

Uitblinken in sport

1.284

0

1.284

34

1.318

0

0

0

0

          

4. Sport verenigt Nederland

433.906

‒ 62.200

371.706

27.721

399.427

‒ 56.417

‒ 57.131

1.224

882

          

Subsidies

162.809

100

162.909

20.170

183.079

‒ 1.575

‒ 8.060

‒ 5.887

‒ 6.235

Sportakkoord

68.207

100

68.307

5.264

73.571

5.854

‒ 77

2.065

1.982

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

86.871

0

86.871

14.730

101.601

‒ 7.687

‒ 8.314

‒ 8.345

‒ 8.593

Kennis en innovatie

7.731

0

7.731

176

7.907

258

331

393

376

          

Inkomensoverdrachten

13.340

0

13.340

475

13.815

437

441

441

441

Financiële voorziening topsporters

13.340

0

13.340

475

13.815

437

441

441

441

          

Opdrachten

4.143

0

4.143

297

4.440

139

12

12

12

Sportakkoord

3.927

0

3.927

267

4.194

135

8

8

8

Kennis en innovatie

216

0

216

30

246

4

4

4

4

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.472

0

2.472

255

2.727

255

255

255

257

Dopingautoriteit

2.472

0

2.472

255

2.727

255

255

255

257

          

Bijdragen aan medeoverheden

177.924

0

177.924

15.341

193.265

14.661

14.705

4.707

4.710

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

177.924

0

177.924

4.676

182.600

4.661

4.705

4.707

4.710

Sportakkoord

0

0

0

10.665

10.665

10.000

10.000

0

0

          

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

230

0

230

95

325

95

95

95

95

Dopingbestrijding

230

0

230

95

325

95

95

95

95

          

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

72.988

‒ 62.300

10.688

‒ 8.912

1.776

‒ 70.429

‒ 64.579

1.601

1.602

Sportakkoord

72.988

‒ 62.300

10.688

‒ 8.912

1.776

‒ 70.429

‒ 64.579

1.601

1.602

          

Ontvangsten

740

0

740

0

740

0

0

0

0

Overige

740

0

740

0

740

0

0

0

0

Toelichting
4. Sport verenigt Nederland

Subsidies

SportakkoordVoor het uitvoeren van het aanvalsplan discriminatie en racisme is € 4,2 miljoen beschikbaar. Ook is € 1,8 miljoen voor loonbijstelling beschikbaar. Daarnaast is budgettair neutraal binnen de sportbegroting € 0,6 miljoen overgeheveld naar andere instrumenten om de uitgaven vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden, en heeft een aantal mutaties van beperkte omvang van € 0,1 miljoen plaatsgevonden.

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesEr is € 25,0 miljoen voor de BOSA-regeling beschikbaar gekomen. Ook is 2,3 miljoen loonbijstelling beschikbaar gesteld. Daarnaast vindt er vanwege budgettair neutrale verschuivingen en voor de uitvoeringskosten BOSA/SPUK een aanpassing plaats.

Overig: Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen (COVID-19)Vanuit de Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen kunnen sportverenigingen een lening afsluiten. Er wordt € 10,5 miljoen gestort in de Stichting waarborgfonds om leningen in verband met COVID-19 mogelijk te maken.

Bijdragen aan medeoverheden

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesEr is een bedrag van € 4,7 miljoen voor loonbijstelling voor de specifieke uitkering stimulering sport (SPUK) beschikbaar.

Sportakkoord Er is budgettair neutraal binnen de begroting € 10,7 miljoen overgeheveld van een ander instrument (bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Vanaf dit instrument worden middelen beschikbaar gesteld voor lokale overheden om een procesbegeleider aan te kunnen stellen en om lokale coalities te ondersteunen bij de uitvoering van hun lokale sportakkoord.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

GF: Inclusief sportenGemeenten stellen professionals aan als buurtsportcoaches. Zij leggen verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. Vanuit VWS is bij de Nota van Wijziging in 2020 € 62,3 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds.

SportakkoordEr is budgettair neutraal binnen de begroting € 10,7 miljoen overgeheveld naar een ander instrument (bijdragen aan medeoverheden) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden.

Daarnaast is er loonbijstelling beschikbaar gesteld en heeft een aantal mutaties van beperkte omvang plaatsgevonden. In totaal gaat het om € 1,8 miljoen aan mutaties.

3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 7 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

254.599

0

254.599

‒ 224.962

29.637

7.623

‒ 3.592

‒ 5.782

‒ 6.117

          

Uitgaven

254.599

0

254.599

‒ 4.997

249.602

8.423

‒ 3.592

‒ 5.782

‒ 6.117

Waarvan juridisch verplicht

99,2%

   

98,7%

    
          

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

28.392

0

28.392

2.247

30.639

15.225

3.134

1.266

1.255

          

Subsidies

27.546

0

27.546

2.239

29.785

15.217

3.126

1.258

1.247

Nationaal Comité

5.824

0

5.824

153

5.977

143

144

144

145

Nationale herinneringscentra

3.522

0

3.522

93

3.615

66

67

67

67

Collectieve Erkenning Indisch Nederland

2.109

0

2.109

55

2.164

56

40

26

26

Zorg- en dienstverlening

6.115

0

6.115

161

6.276

160

162

162

162

Overige

9.976

0

9.976

1.777

11.753

14.792

2.713

859

847

          

Bekostiging

400

0

400

0

400

0

0

0

0

Overige

400

0

400

0

400

0

0

0

0

          

Opdrachten

421

0

421

7

428

7

7

7

7

Overige

421

0

421

7

428

7

7

7

7

          

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

25

0

25

1

26

1

1

1

1

Overige

25

0

25

1

26

1

1

1

1

          

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II

226.207

0

226.207

‒ 7.244

218.963

‒ 6.802

‒ 6.726

‒ 7.048

‒ 7.372

          

Inkomensoverdrachten

215.815

0

215.815

‒ 7.576

208.239

‒ 6.845

‒ 6.885

‒ 7.010

‒ 4.924

Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

215.815

0

215.815

‒ 7.576

208.239

‒ 6.845

‒ 6.885

‒ 7.010

‒ 4.924

          

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

10.392

0

10.392

332

10.724

43

159

‒ 38

‒ 2.448

SVB

8.650

0

8.650

227

8.877

223

221

216

212

PUR

1.230

0

1.230

92

1.322

‒ 193

‒ 74

‒ 269

‒ 2.745

Overige

512

0

512

13

525

13

12

15

85

          

Ontvangsten

2.901

0

2.901

0

2.901

0

0

0

0

Overige

2.901

0

2.901

0

2.901

0

0

0

0

Toelichting
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II en de herinnering aan WO II

Subsidies

Voor de erkenning, herinnering en versterking van het verleden van de Indische gemeenschap in Nederland is er € 2,4 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor 2020, € 14,7 miljoen in 2021 en € 2,6 miljoen in 2022 en € 0,7 miljoen structureel vanaf 2023. In overleg met de Indisch Molukse gemeenschap wordt in aansluiting op de collectieve erkenning een plan uitgewerkt voor de besteding van de middelen.

Bijdrage aan Fonds Auschwitz BirkenauIn het kader van de viering van 75 jaar vrijheid zal aan het Fonds Auschwitz Birkenau een eenmalige bijdrage van € 1 miljoen worden verleend voor de instandhoudingswerkzaamheden en het behoud van alle authentieke overblijfselen van het voormalige nazi-Duitse concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz.

Bijdrage aan de International Holocoast Remenbrance Alliance (IHRA)In het kader van de viering van 75 jaar vrijheid draagt het kabinet eenmalig € 75.000 extra bij aan de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). IHRA zal de € 75.000 besteden aan een project voor brede internationale toepassing van de Recommendations for Teaching and Learning about the Holocaust. De Recommendations zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met experts uit de 34 IHRA-lidstaten.

2. Pensioenen en uiterkingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II

Inkomensoverdrachten

Het betreft een neerwaartse bijstelling van € 8 miljoen op de ramingen voor tegemoetkomingen van verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Er is sprake van een sterke daling van het aantal personen dat recht heeft op de diverse regelingen. VWS heeft het bedrag bestemd voor deze uitkeringen hier zo nauwkeurig mogelijk op aangepast.

3.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

5.238.449

0

5.238.449

39.600

5.278.049

‒ 19.800

28.200

‒ 115.700

‒ 245.000

          

Uitgaven

5.238.449

0

5.238.449

39.600

5.278.049

‒ 19.800

28.200

‒ 115.700

‒ 245.000

Waarvan juridisch verplicht

100,0%

   

100,0%

    
          

Inkomensoverdrachten

5.238.449

0

5.238.449

39.600

5.278.049

‒ 19.800

28.200

‒ 115.700

‒ 245.000

Zorgtoeslag

5.197.000

0

5.197.000

22.600

5.219.600

‒ 31.800

16.200

‒ 127.700

‒ 257.000

Tegemoetkoming specifieke zorgkosten

41.449

0

41.449

17.000

58.449

12.000

12.000

12.000

12.000

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting
1. Inkomensoverdrachten

ZorgtoeslagDe raming 2020 van de uitgaven zorgtoeslag is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) opwaarts bijgesteld met € 22,6 miljoen. Dit betreft het saldo van twee effecten. De zorgtoeslag komt (ruim € 30 miljoen) lager uit omdat de zorgverzekeraars de nominale premie gemiddeld € 6 lager hebben vastgesteld dan geraamd in de VWS-begroting 2020. Daar tegenover staat de verwerking van de nieuwe ramingen van het CPB.

Tegemoetkomingen specifieke zorgkostenHet budget voor de tegemoetkomingen specifieke zorgkosten is in 2020 met € 17 miljoen verhoogd. De verwachting is dat de uitgaven hoger uitvallen als gevolg van een toename van het aantal aanvragen en een snellere afhandeling door de Belastingdienst.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 9 Algemeen

Budgettaire gevolgen van niet-beleid algemeen
Tabel 13 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

23.374

0

23.374

62.511

85.885

3.583

4.146

3.921

3.696

          

Uitgaven

26.572

0

26.572

63.971

90.543

4.483

4.146

3.921

3.696

          

1. Internationale samenwerking

5.482

0

5.482

61.012

66.494

4.027

3.802

3.577

3.352

          

Opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Bijdragen aan agentschappen

900

0

900

0

900

0

0

0

0

Overige

900

0

900

0

900

0

0

0

0

          

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

4.582

0

4.582

61.012

65.594

4.027

3.802

3.577

3.352

World Health Organization

2.968

0

2.968

0

2.968

0

0

0

0

EMA

0

0

0

5.409

5.409

4.027

3.802

3.577

3.352

Overige

1.614

0

1.614

55.603

57.217

0

0

0

0

          

3. Eigenaarsbijdrage RIVM

16.090

0

16.090

2.959

19.049

456

344

344

344

          

Bijdragen aan agentschappen

16.090

0

16.090

2.959

19.049

456

344

344

344

Eigenaarsbijdrage RIVM

15.990

0

15.990

2.959

18.949

456

344

344

344

Eigenaarsbijdrage aCBG

100

0

100

0

100

0

0

0

0

Eigenaarsbijdrage CIBG

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

          

Garanties

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

Overige

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

8.331

8.331

0

0

0

0

Overige

0

0

0

8.331

8.331

0

0

0

0

Toelichting
1. Internationale samenwerking

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

EMADe mutatie in de bijdrage aan de EMA (€ 5,4 miljoen) betreft de (technische) overheveling van budgetten vanuit artikel 10 naar dit artikel.

OverigDit betreft met name een desaldering van ontvangsten van de EMA voor huurbetalingen welke door VWS aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) worden gedaan (€ 5,2 miljoen). Zie ook bij de ontvangsten van artikel 10.

Overig : Bijdrage vaccinonderzoek COVID-19De Coalition for Preparedness Innovations (CEPI), die zich bezighoudt met de ontwikkeling van een vaccin voor COVID-19, ontvangt € 50 miljoen. Naast Nederland leveren ook Duitsland, Engeland en Noorwegen een bijdrage.

2. Eigenaarsbijdrage agentschappen

Bijdragen aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage RIVMDe mutatie op dit artikelonderdeel houdt onder meer verband met de aanzuivering door de eigenaar van het negatief eigen vermogen van het RIVM ultimo 2019. Daarnaast is aan dit artikelonderdeel loonbijstelling toegevoegd (€ 0,3 miljoen).

Ontvangsten

Overige

Op grond van de Regeling agentschappen is het eigen vermogen van baten-lastenagentschappen aan een maximum gebonden. Aangezien zowel bij het aCBG als het CIBG sprake is van een overschrijding van dit maximum vindt een storting plaats van het agentschap aan het moederdepartement van € 1,9 miljoen (aCBG) en € 6,4 miljoen (CIBG). In totaal € 8,3 miljoen.

4.2 Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen
Tabel 14 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

338.243

0

338.243

56.304

394.547

30.810

29.779

30.257

30.711

          

Uitgaven

340.989

0

340.989

57.382

398.371

30.856

29.779

30.257

30.711

Personele uitgaven

261.246

0

261.246

29.208

290.454

21.125

20.530

20.203

19.316

waarvan eigen personeel

248.371

0

248.371

21.173

269.544

19.272

19.080

18.753

17.866

waarvan inhuur externen

9.474

0

9.474

8.035

17.509

1.853

1.450

1.450

1.450

waarvan overige personele uitgaven

3.401

0

3.401

0

3.401

0

0

0

0

Materiële uitgaven

79.743

0

79.743

28.174

107.917

9.731

9.249

10.054

11.395

waarvan ICT

7.148

0

7.148

8.606

15.754

4.680

4.519

4.785

5.463

waarvan bijdrage aan SSO's

50.021

0

50.021

7.051

57.072

1.839

1.781

2.320

2.983

waarvan overige materiële uitgaven

22.574

0

22.574

12.517

35.091

3.212

2.949

2.949

2.949

          

Ontvangsten

8.603

0

8.603

17.592

26.195

0

0

0

0

Overige

8.603

0

8.603

17.592

26.195

0

0

0

0

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak
Tabel 15 Nadere uitsplitsing apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van VWS

340.989

0

340.989

57.382

398.371

30.856

29.779

30.257

30.711

          

Personele uitgaven kerndepartement

160.703

0

160.703

26.255

186.958

15.168

15.617

15.290

14.403

waarvan eigen personeel

149.970

0

149.970

18.332

168.302

13.348

14.167

13.840

12.953

waarvan externe inhuur

8.121

0

8.121

7.923

16.044

1.820

1.450

1.450

1.450

waarvan overige personele uitgaven

2.612

0

2.612

0

2.612

0

0

0

0

          

Materiële uitgaven kerndepartement

57.782

0

57.782

22.817

80.599

6.251

6.049

6.854

8.182

waarvan ICT

2.524

0

2.524

3.702

6.226

1.479

1.319

1.585

2.250

waarvan bijdrage SSO's

45.701

0

45.701

7.046

52.747

1.810

1.781

2.320

2.983

waarvan overige materiële uitgaven

9.557

0

9.557

12.069

21.626

2.962

2.949

2.949

2.949

          

Personele uitgaven inspecties

80.479

0

80.479

493

80.972

4.235

4.235

4.235

4.235

waarvan eigen personeel

78.670

0

78.670

493

79.163

4.235

4.235

4.235

4.235

waarvan externe inhuur

1.020

0

1.020

0

1.020

0

0

0

0

waarvan overige personele uitgaven

789

0

789

0

789

0

0

0

0

          

Materiële uitgaven inspecties

16.865

0

16.865

3.200

20.065

3.200

3.200

3.200

3.201

waarvan ICT

3.850

0

3.850

3.200

7.050

3.200

3.200

3.200

3.201

waarvan bijdrage SSO's

3.950

0

3.950

0

3.950

0

0

0

0

waarvan overige materiële uitgaven

9.065

0

9.065

0

9.065

0

0

0

0

          

Personele uitgaven SCP en raden

20.064

0

20.064

2.460

22.524

1.722

678

678

678

waarvan eigen personeel

19.731

0

19.731

2.348

22.079

1.689

678

678

678

waarvan externe inhuur

333

0

333

112

445

33

0

0

0

waarvan overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Materiële uitgaven SCP en raden

5.096

0

5.096

2.157

7.253

280

0

0

12

waarvan ICT

774

0

774

1.704

2.478

1

0

0

12

waarvan bijdrage SSO's

370

0

370

5

375

29

0

0

0

waarvan overige materiële uitgaven

3.952

0

3.952

448

4.400

250

0

0

0

Toelichting
Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement

Personele uitgaven kerndepartementMet de eerste suppletoire begroting vindt er een mutatie plaats op de personele uitgaven van het kerndepartement van per saldo € 26,3 miljoen.

De toename in de uitgaven aan eigen personeel (€ 18,3 miljoen) betreffen een groot aantal mutaties. Het betreft kosten voor IV-governance, juridische en communicatie taken. Voor de uitvoering van de banenafspraak is € 5,2 miljoen aan het budget toegevoegd en voor het programma Privacy € 1,1 miljoen. Circa € 4,1 miljoen betreft de uitvoering van diverse subsidieregelingen. Door de start per 1 januari 2020 van de Programmadirectie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN) heeft een budgetverschuiving van per saldo -/- € 2,2 miljoen plaatsgevonden (zie ook bij materiële uitgaven kerndepartement). Vanwege budgettair neutrale verschuivingen vindt er een aanpassing van € 1,1 miljoen plaats.

De toename op de inhuur externen (€ 7,9 miljoen) hangt grotendeels samen met de budgetoverheveling voor 2020 vanuit het ministerie van OCW (€ 4,0 miljoen) ten behoeve van de uitvoering van subsidieregelingen door DUS-I. Daarnaast is er € 1,0 miljoen toegevoegd voor de inhuur voor het project Vernieuwing Marjolein (digitaal archiveringssysteem).

Materiële uitgaven kerndepartementMet de eerste suppletoire begroting vindt er een mutatie op de materiële uitgaven van het kerndepartement plaats van per saldo € 22,8 miljoen.

De hogere uitgaven aan ICT (€ 3,7 miljoen) houden met name verband met de oplopende (beheer- en onderhouds)kosten van twee bestaande ICT-systemen en de ontwikkelkosten van een nieuw ICT-systeem bij een directie (€ 2,1 miljoen). Daarnaast wordt voor de uitgaven ten gevolge van de Wet open overheid € 0,9 miljoen aan het budget toegevoegd. Door de start per 1 januari 2020 van de Programmadirectie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN) heeft een budgetoverheveling van € 0,7 miljoen plaatsgevonden.

De hogere uitgaven aan SSO's (€ 7,0 miljoen) zijn enerzijds het gevolg van doorbelasting van deze kosten aan een aantal buitendiensten. Tegenover deze uitgaven staan navenant hogere ontvangsten vanuit deze diensten (€ 7,9 miljoen). Daarnaast wordt rekening gehouden met een tariefstijging van de SSO's (€ 1,9 miljoen) en een volumegroei (€ 0,7 miljoen). Voor de uitvoering van de banenafspraak wordt het budget met € 1,4 miljoen bijgesteld. Vanuit dit artikelonderdeel wordt voor het project EMA € 5,4 miljoen naar artikel 9 overgeheveld. Tenslotte vindt een neerwaartse bijstelling plaats van het budget voor het EMA-project (€ 2,1 miljoen).

Het budget voor overige materiële uitgaven van het kerndepartement wordt met € 12,1 miljoen bijgesteld. Het betreft met name het budget ten behoeve van de projectdirectie Anthonie van Leeuwenhoekterrein (PD-ALT) (€ 8,7 miljoen). Deels betreft deze mutatie een overheveling vanuit artikel 1 ( € 3,7 miljoen), anderzijds staan tegenover deze hogere uitgaven ook hogere ontvangsten ( € 3,5 miljoen). Voor de ZJCN heeft een budgetoverheveling van per saldo € 1,5 miljoen plaatsgevonden. Vanwege doorbelasting van facilitaire kosten aan de EMA vindt er een bijstelling plaats met € 1,0 miljoen. Hier tegenover zijn ook hogere ontvangsten. Tenslotte wordt voor de RTE hogere locatiekosten voorzien (€ 1,1 miljoen). Dit betreft deels een bijstelling van het budget voor eerdere prijsstijgingen, daarnaast houden de kosten ook verband met de verhuizing naar nieuwe locaties.

Toelichting apparaatsuitgaven inspecties

Materiële uitgaven inspectiesBij de IGJ is sprake van stijgende ICT-kosten. Zodoende wordt € 3,2 miljoen aan het budget toegevoegd.

OntvangstenMet de eerste suppletoire begroting vindt er een mutatie van in totaal

€ 17,6 miljoen plaats op de ontvangsten van het centrale apparaatsartikel. Het betreft voor € 8,0 miljoen aan ontvangsten van buitendiensten in verband met kosten SSO's. Van de EMA wordt € 6,1 miljoen ontvangen voor huur- en facilitaire kosten en de ontvangsten van PD-Alt worden met € 3,5 miljoen verhoogd in verband met opbrengsten derden. Tegenover deze hogere ontvangsten staan ook hogere uitgaven. Zie daarvoor de betreffende artikelonderdelen.

4.3 Artikel 11 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van niet-beleid nog onverdeeld
Tabel 16 Nog onderdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Vastgestelde begroting (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

19.369

‒ 11.500

7.869

11.142

19.011

11.133

10.091

9.536

9.525

          

Uitgaven

19.369

‒ 11.500

7.869

11.142

19.011

11.133

10.091

9.536

9.525

          

Personele uitgaven

9.967

‒ 3.856

6.111

6.995

13.106

6.256

5.726

5.583

6.166

Loonbijstelling

9.967

‒ 3.856

6.111

6.995

13.106

6.256

5.726

5.583

6.166

          

Materiële uitgaven

9.352

‒ 7.644

1.708

2.197

3.905

4.877

4.365

3.953

3.359

Prijsbijstelling

9.352

‒ 7.644

1.708

2.197

3.905

4.877

4.365

3.953

3.359

          

Overige

50

0

50

1.950

2.000

0

0

0

0

Overige

50

0

50

1.950

2.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Loonbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2020 (€ 7,0 miljoen).

Prijsbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2020 (€ 2,2 miljoen).

5 Financieel Beeld Zorg

5.1 Inleiding

In de 1e suppletoire begroting 2020 worden de budgettaire ontwikkelingen voor 2020-2024 vanaf de ontwerpbegroting 2020 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

Het Financieel Beeld Zorg (FBZ) geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. Naast de doorwerking van de voorlopige zorguitgaven 2019, geeft deze paragraaf de bijstellingen weer voor 2020 en de doorwerking daarvan in volgende jaren.

De effecten van COVID-19 op de premie-gefinancierde zorguitgaven zijn op dit moment nog ongewis. De bijstelling van de raming van de zorguitgaven gebeurt aan de hand van realisatiecijfers per kwartaal, aangevuld met schattingen van verzekeraars over de uitgaven in de daarop volgende kwartalen. Op dit moment kunnen verzekeraars op basis van die eerste kwartaalcijfers, nog geen inschatting maken van het effect op de zorguitgaven in heel 2020, gegeven de onzekere situatie waar we op dit moment in zitten.

Wijzigingen in de 1e suppletoire begroting 2020

De 1e suppletoire begroting 2020 heeft ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2019 de onderstaande verandering ondergaan:

  • Het verdiepingshoofdstuk wordt integraal als open data beschikbaar gesteld. Op https://opendata.rijksbegroting.nl/#dataset_4c en https://data.overheid.nl/data/dataset?tags=vws wordt integraal ingegaan op zowel de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg als de meerjarige ontwikkeling. Hierin worden de financiële bijstellingen per deelsector tussen de ontwerpbegroting 2020 en de 1e suppletoire begroting 2020 gepresenteerd en toegelicht.

5.2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg

5.2.1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven

De netto zorguitgaven zijn de bruto zorguitgaven verminderd met de ontvangsten (eigen betalingen Zvw en eigen bijdragen Wlz). In tabel 1 is vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de ontwikkeling van de netto zorguitgaven op hoofdlijnen te zien.

Tabel 1 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven 2020-2021 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2020

73.443,4

77.154,3

Zorgverzekeringswet

‒ 398,5

‒ 370,4

Wet langdurige zorg

471,2

1.092,3

Begrotingsgefinancierd

93,4

‒ 437,3

Totaal bijstelling netto zorguitgaven

166,2

284,5

Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2020

73.609,5

77.438,8

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2020 komen de netto zorguit­ gaven in 2020 € 166 miljoenen in 2021 € 285 miljoen hogeruit. De stijging van de netto zorguitgaven in 2020 en 2021 wordt voornamelijk veroorzaakt door een tegenvaller in het Wlz-kader van € 480 miljoen. Het kabinet heeft hiervoor structurele financiële ruimte vrijgemaakt. Dit is van belang in een tijd waarin behoefte is aan extra capaciteit om daarmee wachtlijsten te kunnen beheersen.

In paragraaf 5.3 wordt de ontwikkeling van de netto zorguitgaven toegelicht.

5.2.2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg

Het Uitgavenplafond Zorg is bij de Startnota van het kabinet-Rutte III voor de periode 2018-2021 vastgesteld. Het Uitgavenplafond Zorg wordt conform de begrotingsregels bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen en overboekingen tussen de Uitgavenplafond Zorg, Rijksbegroting en Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA).

In tabel 2 is de opbouw van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 te zien.

Tabel 2 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg 2020-2021 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2020

74.712,9

78.363,9

Loon- en prijsontwikkeling

‒ 16,5

431,2

Overboekingen tussen Uitgavenplafonds

‒ 93,8

‒ 141,6

Plafondcorrecties noodmaatregelen corona

31,7

0,0

Totaal bijstelling Uitgavenplafond Zorg

‒ 78,6

289,6

Toelichting

Bijstelling als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling

Het Uitgavenplafond Zorg wordt ten opzichte van de CPB-raming bij miljoenennota 2020, als gevolg van de raming van de loon- en prijsontwikkeling in de zorg op basis van het CEP 2020 neerwaarts bijgesteld met € 17 miljoen in 2020 en opwaarts bijgesteld met € 431 miljoen in 2021. Met name de loonraming voor 2021 en verder is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.

Bijstelling als gevolg van overboekingen tussen de Uitgavenplafonds

Het Uitgavenplafond Zorg wordt verlaagd met € 94 miljoen in 2020 en met € 142 miljoen in 2021 als gevolg van overboekingen vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar het Uitgavenplafond Rijksbegroting. Een groot deel van de overboekingen betreft de overboekingen naar de VWS- begroting ten behoeve van dak- en thuislozen € 75 miljoen in 2020 en € 125 miljoen in 2021. Dit betreft een overboeking naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 en 2021. De overige kleinere mutaties betreffen voornamelijk overboekingen naar de VWS-begroting.

Plafondcorrecties noodmaatregelen corona

Het Uitgavenplafond Zorg wordt in 2020 opwaarts bijgesteld met € 31,7 miljoen, om de zorgcapaciteit op Caribisch Nederland te versterken. Het betreft tijdelijke uitbreiding van de IC capaciteit en extra personeel, extra capaciteit voor medische evacuaties, inhuur artsen, repatriëringen verzekerden en levering apparatuur.

5.2.3 Toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg

Om te toetsen of het Uitgavenplafond Zorg overschreden danwel onderschreden is, worden de netto zorguitgaven getoetst aan het Uitgavenplafond Zorg.

Tabel 3 laat de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg zien voor de jaren 2020 en 2021.

Tabel 3 Toetsing netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg 2020-2021 (bedragen x € 1 miljoen)1
  

2020

2021

A

Netto zorguitgaven

  

1

Stand ontwerpbegroting 2020

73.443,4

77.154,3

2

Bijstelling netto zorguitgaven

166,2

284,5

3

Stand 1e suppletoire begroting 2020

73.609,5

77.438,8

    

B

Uitgavenplafond Zorg

  

4

Stand ontwerpbegroting 2020

74.712,9

78.363,9

5

Bijstelling Uitgavenplafond Zorg

‒ 78,6

289,6

6

Stand 1e suppletoire begroting 2020

74.634,3

78.653,5

    

C

+ Overschrijding/- Onderschrijding

  

7

Stand ontwerpbegroting 2020 (=1-4)

‒ 1.269,6

‒ 1.209,6

8

Bijstelling bij 1e suppletoire begroting 2020

244,8

‒ 5,0

9

Stand 1e suppletoire begroting 2020 (=3-6)

‒ 1.024,8

‒ 1.214,6

1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

De actuele stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bedraagt afgerond € 1,0 miljard in 2020 en € 1,2 miljard in 2021.

Bij de ontwerpbegroting 2020 was sprake van een onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg van € 1,3 miljard in 2020 en € 1,2 miljard in 2021. De afname van de onderschrijding is het gevolg van de opwaartse bijstelling van de netto zorguitgaven in 2020 en 2021(zie onderdeel A) voornamelijk als gevolg van de hogere Wlz-uitgaven. Daarnaast is het Uitgavenplafond Zorg neerwaarts bijgesteld in 2020 en opwaarts bijgesteld in 2021 (zie onderdeel B).

In 2021 zijn de bijstellingen van de netto zorguitgaven en van het Uitgavenplafond Zorg nagenoeg even groot, vandaar ook een lagere bijstelling van de onderschrijding.

5.3 Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2020.

De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.

5.3.1 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.

Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2020-2024 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020

51.044,3

52.974,4

54.829,3

57.834,6

60.894,9

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020

     

Autonoom

‒ 306,7

‒ 205,9

‒ 82,3

‒ 17,7

‒ 76,8

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A)

‒ 285,0

‒ 485,0

‒ 485,0

‒ 485,0

‒ 485,0

Loon- en prijsontwikkeling

‒ 21,7

279,1

402,7

467,3

408,2

      

Beleidsmatig

‒ 75,0

‒ 75,0

‒ 75,0

‒ 75,0

‒ 75,0

Ramingsbijstelling genees- en hulpmiddelen

‒ 167,5

‒ 100,0

‒ 100,0

‒ 100,0

‒ 100,0

Besparingsverlies vertraging Wgp

87,5

0,0

0,0

0,0

0,0

Voorraadverhoging geneesmiddelen

5,0

25,0

25,0

25,0

25,0

      

Technisch

‒ 16,8

‒ 89,1

‒ 84,1

‒ 79,1

‒ 79,1

Uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

‒ 78,0

‒ 78,0

‒ 78,0

‒ 78,0

Gedeeltelijke vrijval VT-middelen

‒ 15,0

‒ 10,0

‒ 5,0

0,0

0,0

Overig technisch

‒ 1,8

‒ 1,1

‒ 1,1

‒ 1,1

‒ 1,1

      

Totaal bijstellingen

‒ 398,5

‒ 370,0

‒ 241,4

‒ 171,8

‒ 230,9

      

Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020

50.645,9

52.604,4

54.588,0

57.662,8

60.664,0

      

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2020

3.189,7

3.215,4

3.308,8

3.491,6

3.674,9

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020

     

Actualisering eigen risico

0,0

0,4

0,5

0,0

‒ 1,2

Totaal bijstellingen

0,0

0,4

0,5

0,0

‒ 1,2

      

Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2020

3.189,7

3.215,8

3.309,3

3.491,6

3.673,7

      

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020

47.854,6

49.759,0

51.520,5

54.343,0

57.220,0

Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven

‒ 398,5

‒ 370,4

‒ 241,9

‒ 171,8

‒ 229,7

Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020

47.456,2

49.388,6

51.278,7

54.171,2

56.990,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

Autonoom

Actualisering van de Zvw-uitgaven

Tabel 4A Actualisering Zvw-uitgaven 2020-2024 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Eerstelijnszorg

3,6

3,6

3,6

3,6

3,6

Tweedelijnszorg

‒ 53,8

‒ 53,8

‒ 53,8

‒ 53,8

‒ 53,8

Geneesmiddelen

‒ 58,4

‒ 58,4

‒ 58,4

‒ 58,4

‒ 58,4

Hulpmiddelen

‒ 5,5

‒ 5,5

‒ 5,5

‒ 5,5

‒ 5,5

Wijkverpleging

‒ 341,1

‒ 341,1

‒ 341,1

‒ 341,1

‒ 341,1

Ziekenvervoer

‒ 29,7

‒ 29,7

‒ 29,7

‒ 29,7

‒ 29,7

Nominaal en onverdeeld

200,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand 1e suppletoire begroting 2020

‒ 285,0

‒ 485,0

‒ 485,0

‒ 485,0

‒ 485,0

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 4A is het onderdeel ‘Actualisering Zvw-uitgaven’ uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens 2019 van het Zorginstituut en de NZa.

Actualisatie Zvw-uitgaven (niet HLA-sectoren)

Op basis van de voorlopige realisatiecijfers over 2019 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven van de niet HLA-sectoren geactualiseerd. De uitgaven in 2019 zijn bij diverse sectoren lager uitgevallen dan geraamd. Vanaf 2020 wordt een deel van deze lagere uitgaven structureel verwerkt. Het gaat onder meer om aanpassingen van € 53 miljoen bij de genees- en hulpmiddelen, € 54 miljoen bij de tweedelijnszorg (Geriatrische revalidatiezorg en Eerstelijnsverblijf ‒ € 68 miljoen en overig curatief +€ 14 miljoen) en € 30 miljoen bij het ziekenvervoer. Bij de afgelopen ontwerpbegroting is voor 2020 uitgegaan van een onderschrijding van € 200 miljoen, die is verwerkt op nominaal en onverdeeld; nu de voorlopige realisatiecijfers op sectorniveau worden verwerkt, wordt de mutatie op nominaal en onverdeeld tegengeboekt. Per saldo resteert nu een overschrijding van € 56 miljoen in 2020 (-€ 144 miljoen en +€ 200 miljoen).

Actualisering Wijkverpleging

Op basis van voorlopige realisatiecijfers over 2019 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven aan wijkverpleging geactualiseerd. Verwacht wordt dat de uitgaven aan wijkverpleging in 2019 € 441 miljoen lager uitvallen dan geraamd. Voor 2020 en volgende jaren wordt de uitgavenraming wijkverpleging met structureel € 341 miljoen verlaagd.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in het CEP. Met name de loonraming voor 2021 en verder is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling genees- en hulpmiddelen

De uitgaven aan geneesmiddelen zijn in 2020 en verder op basis van een raming van het Zorginstituut Nederland naar verwachting lager dan eerder geraamd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan geneesmiddelen van € 128 miljoen in 2020 en vanaf 2021 € 100 miljoen. Daarnaast heeft er in 2020 een ramingsbijstelling van € 40 miljoen plaatsgevonden op het extramurale hulpmiddelenkader (de uitgaven zijn naar verwachting lager dan het beschikbare budgettaire kader).

Besparingsverlies vertraging Wgp

Door uitstel van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) ontstaat een besparingsverlies. De kosten hiervan bedragen € 88 miljoen. Een deel van de kosten kan naar verwachting binnen het bestaande financiële kader voor extramurale geneesmiddelen worden opgevangen. Het overige deel van € 32,5 miljoen wordt gedekt uit het extramurale hulpmiddelenkader (zie ook ramingsbijstelling genees- en hulpmiddelen).

Voorraadverhoging geneesmiddelen

Om geneesmiddelentekorten tegen te gaan worden er extra voorraden van geneesmiddelen opgebouwd, zoals aangekondigd in de kamerbrief van november 2019 (Kamerstuk II 2019/2020, 29 477, Nr. 622). Hiermee worden naar verwachting 85% van de tijdelijke geneesmiddeltekorten opgevangen. De extra voorraden worden aangelegd bij firma’s en groothandels. Het aanleggen van de voorraden start in 2020 en kost naar schatting structureel € 25 miljoen (€ 15 miljoen extramuraal en € 10 miljoen intramuraal). De opbouw van de ijzeren voorraad gebeurt in fases en zal naar verwachting twee jaar duren.

Technisch

Uitbreiding ggz in de Wlz

Met ingang van 1 januari 2021 wordt de Wlz opengesteld voor mensen met een psychische stoornis. Er wordt hiervoor € 78 miljoen overgeheveld van de Zvw naar de Wlz. Dit bedrag is verkregen door de tarieven uit 2017 (€ 75 miljoen) te indexeren naar prijspeil 2020.

Gedeeltelijke vrijval VT-middelen

In verband met nieuwe regeling voorwaardelijke toelating geneesmiddelen wordt het hiervoor beschikbare budget binnen de sector geneesmiddelen overgeboekt naar nominaal en onverdeeld Zvw. Omdat uitgegaan wordt van een ingroeipad valt een bedrag van cumulatief € 30 miljoen vrij.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.

Ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen risico

Op basis van nieuwe data (van ESHPM) over het aantal verzekerden blijkt een groei in het aantal verzekerden. Dit leidt tot beperkt hogere opbrengsten. Daarnaast leidt ook de hogere loon- en prijsontwikkeling zoals geraamd in het CEP tot een marginaal hogere opbrengst van het eigen risico.

5.3.2 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.

Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten 2020-2024 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020

25.070,2

26.967,8

28.825,5

30.527,8

32.258,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020

     

Autonoom

483,2

629,4

708,8

715,0

631,4

Tegenvaller Wlz-kader

480,0

480,0

480,0

480,0

480,0

Loon- en prijsontwikkeling

3,2

149,4

228,8

235,0

151,4

      

Beleidsmatig

134,8

116,4

‒ 38,9

‒ 42,6

‒ 49,3

Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven

‒ 11,2

‒ 121,5

‒ 137,9

‒ 137,9

‒ 137,9

Dak- en thuislozen

75,0

125,0

0,0

0,0

0,0

Vrouwenopvang

59,1

59,1

54,1

54,1

54,1

Uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

36,0

36,0

36,0

36,0

Overig beleidsmatig

11,9

17,8

8,9

5,2

‒ 1,5

      

Technisch

‒ 146,7

382,5

507,6

507,5

507,5

Uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

573,0

573,0

573,0

573,0

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

‒ 59,0

‒ 56,9

‒ 57,2

‒ 57,2

‒ 57,2

Dak- en thuislozen

‒ 75,0

‒ 125,0

0,0

0,0

0,0

Overig technisch

‒ 12,7

‒ 8,7

‒ 8,1

‒ 8,2

‒ 8,2

      

Totaal bijstellingen

471,2

1.128,3

1.177,5

1.179,9

1.089,6

      

Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020

25.541,4

28.096,1

30.003,0

31.707,7

33.347,6

      

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2020

1.931,4

2.022,1

2.114,7

2.211,2

2.312,8

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020

     

Autonoom

0,0

36,0

36,0

36,0

36,0

Ramingsbijstelling

0,0

‒ 3,0

‒ 3,0

‒ 3,0

‒ 3,0

Extra eigen bijdragen als gevolg van uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

39,0

39,0

39,0

39,0

      

Totaal bijstellingen

0,0

36,0

36,0

36,0

36,0

      

Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2020

1.931,4

2.058,1

2.150,7

2.247,2

2.348,8

      

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020

23.138,8

24.945,7

26.710,8

28.316,6

29.945,2

Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

471,2

1.092,3

1.141,5

1.143,9

1.053,6

Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2020

23.610,0

26.038,0

27.852,3

29.460,5

30.998,8

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

Autonoom

Tegenvaller Wlz-kader

De NZa heeft in de Maartbrief een tekort van € 550 miljoen geraamd voor de Wlz. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door groeiende aanspraken in de ouderenzorg. Zo is het aantal uitstaande indicaties voor verpleging en verzorging toegenomen van ruim 162.000 op 1 januari 2019 naar bijna 170.000 op 1 januari 2020, wat heeft geleid tot een toename van wachtlijsten. Na inzet van de gereserveerde herverdeelmiddelen van € 70 miljoen in het Wlz-kader, resteerde een knelpunt van € 480 miljoen. Het kabinet heeft ervoor gekozen dit structureel op te vangen zodat er voldoende capaciteit beschikbaar is en de wachtlijsten kunnen worden beheerst. Dit gebeurt , onder andere via een verlaging van de uitgavenraming wijkverpleging (€ 341 miljoen).

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) in het CEP. Met name de loonraming voor 2021 en verder is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de eerdere korte-termijnraming bij MEV en de middellange termijnraming uit november 2019.

Beleidsmatig

Ramingsbijstellingen overige Wlz-uitgaven

Het CPB heeft voor het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg in totaal € 300 miljoen geraamd voor de aanzuigende werking. Per 2021 wordt het laatste deel hiervan (€ 110 miljoen) ingezet als onderdeel van de dekking voor het tekort op het Wlz-kader. Daarnaast wordt, naast enkele kleinere bijstellingen, de raming voor zorginfrastructuur vanaf 2022 met € 20 miljoen naar beneden bijgesteld.

Dak- en thuislozen

Het kabinet maakt extra geld vrij voor de opvang van dak- en thuislozen. Het betreft een financiële impuls van € 200 miljoen voor de aanpak van dak- en thuislozen in de jaren 2020 en 2021.

Vrouwenopvang

Het kabinet maakt extra geld vrij voor de vrouwenopvang. Het betreft extra middelen voor verschillende onderwerpen binnen de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. Het gaat om structureel € 38,6 miljoen voor Veilig Thuis, structureel € 14 miljoen voor het creëren van benodigde extra opvangplekken voor acute crisissituaties en voor het oplossen van door- en uitstroomproblematiek, structureel € 1,5 miljoen voor de kosten die voortkomen uit de stijging van het aantal slachtoffers dat contact legt met de Centra Seksueel Geweld (CSG’s) en tot slot in de jaren 2020 en 2021 jaarlijks € 5 miljoen voor de uitvoering van de actieagenda Schadelijke praktijken.

Uitbreiding ggz in de Wlz

Betreft de toevoeging van € 36 miljoen extra budget voor de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis per 2021. Hier staan extra eigen bijdrage ontvangsten tegenover (zie ook de toelichting bij extra eigen bijdragen als gevolg van uitbreiding ggz in de Wlz).

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Uitbreiding ggz in de Wlz

Betreft de overheveling van een deel van het budget voor beschermd wonen (€ 495 miljoen) en de ggz in de Zvw (€ 78 miljoen) naar de Wlz, als gevolg van het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis per 2021. Dit volgt uit het principe geld volgt cliënt (uitname Wmo en Zvw) om zorg vanuit de Wlz te gaan verlenen en te vergoeden.

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

Dak- en thuislozen

Dit betreft een overboeking naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuislozen in de jaren 2020 en 2021.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende kleine technische mutaties.

Ontvangsten

Autonoom

Ramingsbijstelling

In de ramingen over de afgelopen jaren is gebleken dat deze hoger lagen dan de daadwerkelijke realisaties. Hierdoor wordt de raming van de eigen bijdragen met € 3 miljoen bijgesteld.

Extra eigen bijdragen als gevolg van uitbreiding ggz in de Wlz

Door het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis stijgen ook de ontvangsten uit eigen bijdragen (€ 39 miljoen).

5.3.3 Verticale ontwikkeling begrotingsgefinancierde zorguitgaven

Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die voor beschermd wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast beschermd wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland en de subsidie(regelingen) NIPT. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

In tabel 6 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven voor beschermd wonen worden in tabel 6A gespecificeerd.

Tabel 6 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven 2020-2024 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2020

2.449,9

2.449,6

2.460,4

2.387,7

2.401,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020

     

Beschermd wonen (gemeentefonds). Zie tabel 6A

59,0

‒ 438,1

‒ 437,8

‒ 437,8

‒ 437,8

      

Autonoom

2,0

2,6

7,7

0,5

‒ 0,9

Loon- en prijsontwikkeling

2,0

2,6

7,7

0,5

‒ 0,9

      

Beleidsmatig

32,5

‒ 1,8

‒ 1,6

‒ 2,7

‒ 2,7

Subsidie NIPT (Artikel 1)

‒ 2,2

‒ 2,4

‒ 2,3

‒ 3,4

‒ 3,4

Zorgopleidingen (Artikel 4)

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4)

33,9

2,2

2,2

2,2

2,2

Loon- en prijsbijstelling

0,0

‒ 1,7

‒ 1,5

‒ 1,4

‒ 1,5

      

Totaal bijstellingen

93,4

‒ 437,3

‒ 431,6

‒ 439,9

‒ 441,4

      

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2020

2.543,4

2.012,2

2.028,8

1.947,7

1.959,6

Tabel 6A Verticale ontwikkeling beschermd wonen 2020-2024 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Netto beschermd wonen ontwerpbegroting 2020

1.873,7

1.884,7

1.896,6

1.896,7

1.896,7

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2020

     

Technisch

59,0

‒ 438,1

‒ 437,8

‒ 437,8

‒ 437,8

Uitbreiding ggz in de Wlz

0,0

‒ 495,0

‒ 495,0

‒ 495,0

‒ 495,0

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

59,0

56,9

57,2

57,2

57,2

      

Totaal bijstellingen

59,0

‒ 438,1

‒ 437,8

‒ 437,8

‒ 437,8

      

Netto beschermd wonen 1e suppletoire begroting 2020

1.932,7

1.446,5

1.458,9

1.458,9

1.458,9

 

Toelichting

Technisch

Uitbreiding ggz in de Wlz

Betreft de overheveling van een deel van het budget voor beschermd wonen naar de Wlz als gevolg van het openstellen van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

LP-indexatie 2020 budget beschermd wonen

Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

Bijlage Garantieregeling

Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 zijn op 23 maart en 7 april 2020 garanties afgegeven om de inkoop van noodzakelijke genees- en hulpmiddelen te borgen. Met de garantieregeling Mediq is beoogd de inkoop van medische hulpmiddelen (waaronder mondkapjes en andere beschermingsmaterialen) te borgen en met de garantieregeling met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) wordt beoogd om de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten te borgen. In deze bijlage zijn de twee toetsingskaders van de garantieregeling opgenomen.

1 Garantstelling NVZA

Inleiding

De Staat is op 7 april 2020 een overeenkomst aangegaan met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA), waarbij de NVZA de mogelijkheid heeft om namens de Staat garant te staan richting marktpartijen bij de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten. Het maximale bedrag van de garanties betreft € 20,4 miljoen.

Probleemstelling en rol van de overheid

Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 2018-2021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het «Toetsingskader Risicoregelingen». Na besluitvorming in de ministerraad wordt het toetsingskader verstuurd aan het parlement.

Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 zijn op 7 april 2020 garanties afgegeven om de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten te borgen. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de garantieovereenkomst tot stand is gekomen wordt het ingevulde afwegingskader na de besluitvorming aan het parlement toegestuurd en heeft dit een globaal karakter.

1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?

De COVID-19 uitbraak heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal beademde IC-patiënten. De vraag naar geneesmiddelen voor zorg aan COVID-19 patiënten is op dit moment hoog. Daarnaast stokt de toevoer van geneesmiddelen door onder meer de wereldwijde stijging in gebruik, de handelsbelemmeringen als gevolg van de crisis en de vermindering van de productie van zowel de grondstoffen als de eindproducten. Het risico bestaat dat de beschikbaarheid van specifiek voor de behandeling van COVID-19 patiënten benodigde geneesmiddelen in het gedrang kan komen. Het is daarom op dit moment noodzakelijk de aankoop van geneesmiddelen snel centraal te kunnen coördineren. De minister van VWS heeft de NVZA verzocht de coördinatie van de beschikbaarheid van deze geneesmiddelen landelijk te organiseren.

Voor de uitoefening van deze functie is het voor de NVZA noodzakelijk een aantal financiële risico’s van marktpartijen af te kunnen dekken. Deze risico’s komen door de uitzonderlijke marktomstandigheden (beperkte leverbetrouwbaarheid, instabiele prijsvorming en de wenselijkheid voorraden aan te kopen met onzekerheid over de toekomstige vraag daarnaar). De volgende risico’s kunnen worden afgedekt: (i) het definitieve verschil tussen de door marktpartijen betaalde inkoopprijzen en de verkoopprijzen voor relevante geneesmiddelen (relevant wanneer marktprijzen plotseling zouden dalen); (ii) het risico dat de zorgaanbieder niet of slechts gedeeltelijk betaalt aan de marktpartij voor de relevante geneesmiddelen; (iii) het risico dat de door de marktpartij ingekochte geneesmiddelen niet binnen de uiterste houdbaarheidsdatum kunnen worden verkocht of ingezet; en (iv) het risico dat bestelde geneesmiddelen niet geleverd worden maar wel betaald zijn.

2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?

Het is op dit moment noodzakelijk om centraal de aankoop van de geneesmiddelen voor de behandeling van COVID-19 te coördineren. Het is aannemelijk, gezien de marktomstandigheden, dat deze coördinatie onvoldoende tot stand kan komen zonder afdekking van financiële risico’s door de centrale overheid. Als alternatief instrument kan directe inkoop door de Rijksoverheid worden genoemd. De Rijksoverheid is hier echter minder goed toe in staat dan marktpartijen die hiermee ervaring hebben.

3. Is het voorstel voor de risicoregeling:

a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.

Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19 crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden is dit risico niet via de markt te verzekeren.

4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?

Dit gebeurt niet. Gezien het karakter van een noodmaatregel is er geen gelegenheid geweest compensatie risico’s van andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen.

Risico’s en risicobeheersing

5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?

a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?De regeling kent een totaalplafond van € 20,4 mln. Het is op voorhand niet duidelijk hoe lang de COVID-19 crisis zal duren en wat exact het effect zal zijn op de vraag en aanbod van relevante geneesmiddelen. Daarom kan geen nadere inschatting worden gemaakt van het risico onder het totaalplafond.

b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen marktconforme risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement.

c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate? Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat bovenstaande risico’s zich tot 1 juli 2020 zullen voordoen. De exacte mate waarin is vooralsnog niet goed voorzienbaar. Het alternatief «zelf aankopen, distribueren en factureren» vanuit de Rijksoverheid heeft overigens dezelfde risico’s, maar dan moet de overheid de risico’s zelf beheersen.

Tot dat moment aangegane overeenkomsten blijven na ommekomst van deze termijn gegarandeerd onder deze garantstellingsverklaring. Indien noodzakelijk – bijvoorbeeld omdat de wereldwijde markt voor geneesmiddelen op dat moment nog niet gestabiliseerd is en landelijk gecoördineerde inkoop noodzakelijk blijft - kan de minister de duur van deze garantstellingsverklaring verlengen.

6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd?

Er zijn de volgende afspraken vastgelegd c.q. maatregelen getroffen om de risico’s te mitigeren:

- De regeling kent een totaalplafond (€ 20,4 mln.) en wordt behoudens een aanvullend besluit door de minister van VWS niet verlengd tot na 1 juli 2020.

- Vooraf is een limitatieve lijst kritieke middelen en grondstoffen vastgesteld die centraal kunnen worden ingekocht en waarvoor garanties kunnen worden afgegeven.

- De NVZA is verplicht zich in te spannen om met de zorgaanbieders tot verkoopprijzen van de geneesmiddelen te komen die in een gebruikelijke verhouding staan tot de, eventueel gestegen, inkoopprijzen. De NVZA zal deze verplichting tevens opleggen aan marktpartijen bij het verlenen van een garantstelling.

- De NVZA is verplicht wekelijks een rapportage te overleggen aan de minister van VWS. Deze rapportage bevat de volgende informatie: (i) de hoeveelheid bestelde Relevante Geneesmiddelen en de kosten daarvan; (ii) de marktpartijen aan wie een garantstelling is afgegeven; (iii) mogelijke problemen met betrekking tot de (niet) nakoming van hun verplichtingen door toeleveranciers of zorgaanbieders jegens de marktpartijen; en (iv) eventueel gematerialiseerde schades waarvoor een garantstelling is afgegeven.

- De NVZA is verplicht om er voor te zorgen dat de marktpartijen aan wie zij een garantstellingsverklaring namens de minister afgeven, ook direct aan de minister rapporteren.

- De NVZA is verplicht de minister per ommegaande te informeren indien hij voorziet dat het totaalbedrag van de garantstellingen de limiet nadert of dreigt te overschrijden.

- De NVZA is verplicht de minister per ommegaande te informeren indien een individuele garantstelling een relatief groot bedrag behelst, betrekking heeft op zeer hoge prijzen of andere opmerkelijke situaties.

- De NVZA biedt de minister de gelegenheid om te verifiëren of de gemaakte afspraken nagekomen worden door de NVZA. Indien daartoe verzocht, geeft NVZA per omgaande en zonder enig voorbehoud inzage in de relevant geachte delen van de administratie van de NVZA.

7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstelen de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?

Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd.

Vormgeving

8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premiekostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?

Er is afgezien van het in rekening brengen van een marktconforme premie gelet op de tijdelijke en kortdurende aard van deze maatregel en omdat de kosten ongeacht de uitvoeringsvariant uit collectieve middelen worden betaald. De uitgaven resulterend uit deze regeling zullen generaal worden ingepast.

9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?

De regeling is van tijdelijke en kortdurende aard. Daarom wordt geen risicovoorziening ingesteld.

10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?

De regeling is geldig tot 1 juli 2020, maar kan indien nodig verlengd worden.

11.Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?

De NVZA voert de regeling uit. De operationele kosten zullen door VWS worden vergoed nadat over de hoogte daarvan overeenstemming is bereikt. De kosten worden nu ingeschat op € 200.000.

12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant evaluatie en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?

Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van noodmaatregelen in de COVID-19 crisis. De aandacht gaat uit naar de beheersing van de acute crisis. De rapportageverplichtingen genoemd onder punt 6 zullen naar verwachting voldoende informatie opleveren over de uitvoering van deze regeling om een toekomstige evaluatie te kunnen informeren.

2 Garantstelling Landelijk Consortium Hulpmiddelen (Mediq)

Inleiding

De Staat is op 23 maart 2020 een overeenkomst aangegaan met Mediq als inkopende en leverende partij bij het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH). De minister van VWS staat hiermee garant voor alle directe schade die op welke wijze dan ook voor Mediq voortvloeit uit hoofde van de overeenkomst en daaruit voortvloeiende overeenkomsten bij de inkoop van hulpmiddelen voor de bestrijding van COVID-19. Daarnaast verstrekt het ministerie van VWS leningen die de voorfinanciering van de inkoop mogelijk maakt.

Probleemstelling en rol van de overheid

Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 2018-2021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het «Toetsingskader Risicoregelingen». Na besluitvorming in de ministerraad wordt het toetsingskader verstuurd aan het parlement.

Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 zijn op 23 maart 2020 garanties afgegeven om de inkoop van noodzakelijke beschermingsmiddelen te borgen. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de garantieovereenkomst tot stand is gekomen wordt het ingevulde afwegingskader na de besluitvorming aan het parlement toegestuurd en heeft dit een globaal karakter.

1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?

Door de COVID-19 uitbraak is er in Nederland een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen en een aantal andere producten voor de gezondheidszorg. De vraag is op dit moment een veelvoud van het reguliere aanbod. Daarnaast stokt de toevoer door de wereldwijde stijging in gebruik en de handelsbelemmeringen als gevolg van de crisis. Het is daarom op dit moment noodzakelijk de aankoop van deze hulpmiddelen snel centraal te kunnen coördineren.

Er is een nationaal consortium gevormd dat ervoor moet zorgen dat er voldoende producten zijn in verband met de COVID-19 crisis (het LCH). In het consortium zijn de krachten van inkopende zorginstellingen, leveranciers, distributeurs en producenten gebundeld. De minister van VWS staat in directe verbinding met het consortium. De minister heeft dit consortium, waar Mediq partij bij is, gevaagd om de inkoop van deze producten in Nederland te verzorgen. Juridisch loopt de inkoop, de verkoop en de facturatie via Mediq.

Mediq wil hierbij zoveel mogelijk open en transparant handelen en neemt hierbij als uitgangspunt dat zij deze diensten verleent zonder winstoogmerk. Gezien de uitzonderlijke marktomstandigheden (beperkte leverbetrouwbaarheid, instabiele prijsvorming en de wenselijkheid voorraden aan te kopen met onzekerheid over de toekomstige vraag daarnaar) loopt Mediq hierbij een aantal financiële risico’s.

De minister heeft daarom besloten om zich garant te stellen voor de volgende risico’s: i) het definitieve verschil tussen de door Mediq betaalde inkoopprijzen en de verkoopprijzen voor de persoonlijke beschermingsmiddelen voor de gezondheidszorg en de andere relevante producten die op dit moment in de gezondheidszorg benodigd zijn; het kredietrisico dat Mediq loopt bij de verkoop van de producten; iii) het financiële risico dat bestelde producten niet geleverd worden maar wel betaald zijn; iv) alle andere financiële risico's die voor Mediq uit de overeenkomst voortkomen (hieronder mede begrepen de risico's met betrekking tot de distributie van de producten) die redelijkerwijs niet zijn af te dekken in de overeenkomsten met de leveranciers. Daarnaast verstrekt het ministerie leningen aan Mediq die voorfinanciering van de inkoop mogelijk maakt.

2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?

Het is op dit moment noodzakelijk om centraal de aankoop en distributie van persoonlijke beschermingsmiddelen en een aantal andere producten te coördineren. De minister heeft er mee ingestemd dat Mediq als partij van het LCH deze faciliterende rol op zich neemt. Het is aannemelijk, gezien de marktomstandigheden, dat deze rol onvoldoende tot stand kan komen zonder afdekking van financiële risico’s door de centrale overheid. Als alternatief instrument kan directe inkoop door de Rijksoverheid worden genoemd. De Rijksoverheid is hier echter minder goed toe in staat dan marktpartijen die hiermee ervaring hebben.

3. Is het voorstel voor de risicoregeling:

a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.

Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19 crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden is dit risico niet via de markt te verzekeren.

4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?

Dit gebeurt niet. Gezien het karakter van een noodmaatregel is er geen gelegenheid geweest compensatie risico’s van andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen.

Risico’s en risicobeheersing

5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?

a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?De regeling kent geen totaalplafond.

b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen marktconforme risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement.

c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate? Het is een open overeenkomst waar veel risico’s aan zitten. De afgegeven garantie is niet gemaximeerd. Al snel werd duidelijk dat dit in deze uitzonderlijke omstandigheden voor Mediq niet werkbaar is, omdat de omvang van het risico vooraf niet goed in te schatten en te beheersen is.

Met betrekking tot het risico door het prijsverschil tussen inkoop en verkoop is zeker dat kosten zullen ontstaan door de gestegen marktprijzen. Deze kosten zullen zich voordoen ongeacht de uitvoeringsvariant. De minister voor MZS heeft besloten de prijsstijging per product niet aan de zorgaanbieders door te berekenen, maar als Rijksoverheid te dragen. De raming van deze kosten is verwerkt in de 1e suppletoire begrotingswet 2020 van het ministerie van VWS.

Aangezien zorgaanbieders te maken hebben met een hoger dan normaal gebruik van beschermingsmaterialen, zullen zij desondanks met hogere kosten worden geconfronteerd (volume-effect). Voor de vergoeding van deze hogere kosten is de toezegging van zorgverzekeraars over de omgang met meerkosten als gevolg van corona van toepassing. Het alternatief «zelf aankopen, distribueren en factureren» vanuit de Rijksoverheid heeft overigens dezelfde risico’s, maar dan moet de overheid de risico’s zelf beheersen. Mediq en de partijen binnen het consortium zijn hiertoe beter toegerust.

De garantstelling geldt tot en met 23 juni 2020. Tot dat moment aangegane overeenkomsten blijven na ommekomst van deze termijn gegarandeerd onder deze garantstellingsverklaring. Indien noodzakelijk – bijvoorbeeld omdat de wereldwijde markt voor beschermingsmiddelen zich op dat moment nog niet gestabiliseerd is en landelijk gecoördineerde inkoop en distributie noodzakelijk blijft - kan de minister de duur van deze garantstellingsverklaring verlengen.

6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd? Er zijn de volgende afspraken vastgelegd c.q. maatregelen getroffen om de risico’s te mitigeren:

- De garantstelling geldt vooralsnog tot en met 23 juni 2020.

- Er is een limitatieve lijst met persoonlijke beschermingsmiddelen die centraal worden ingekocht en waarvoor garanties kunnen worden afgegeven.

- Mediq is verplicht zich maximaal in te spannen om de risico’s zoveel mogelijk te beheersen en te beperken en leveranciers tot nakoming te bewegen.

- Mediq is verplicht dagelijks en wekelijks VWS schriftelijk te rapporteren over de hoeveelheid en de kosten van de ingekochte persoonlijke beschermingsmiddelen. De rapportage ziet in elk geval ook op problemen in de (niet) nakoming van verplichtingen en eventueel gerealiseerde schades.

- Mediq biedt de minister van VWS de gelegenheid om te verifiëren of de gemaakte afspraken worden nagekomen door Mediq. Indien daartoe verzocht, geeft Mediq per omgaande en zonder enig voorbehoud inzage in de door de minister relevant geachte delen van de administratie van Mediq.

- Door het besluit van de minister voor MZS om het verschil tussen de gebruikelijke (pre corona-) prijs en de actuele kostprijs voor zijn rekening te nemen is de materiële omvang van de afgegeven garantie beperkt ten laste van een hogere directe uitgave vanuit de begroting van VWS.

7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstel en de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?

Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd.

Vormgeving

8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premiekostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?

Er is afgezien van het in rekening brengen van een marktconforme premie gelet op de tijdelijke en kortdurende aard van deze maatregel en omdat de kosten ongeacht de uitvoeringsvariant uit collectieve middelen worden betaald. De uitgaven resulterend uit deze regeling zullen generaal worden ingepast.

9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?De regeling is van tijdelijke en kortdurende aard. Daarom wordt geen risicovoorziening ingesteld.

10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?De regeling is geldig tot 23 juni 2020, maar kan indien nodig verlengd worden.

11.Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling? De risicoregeling wordt uitgevoerd door het ministerie van VWS. Voor de uitvoeringskosten is geen inschatting beschikbaar.

12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van noodmaatregelen in de COVID-19 crisis. De aandacht gaat uit naar de beheersing van de acute crisis. De rapportageverplichtingen genoemd onder punt 6 zullen informatie over de uitvoering van deze regeling opleveren voor een toekomstige evaluatie.

Naar boven