Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 450 XV Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Ontvangen 29 april 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019‒2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaat die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, wordt op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees

1 Premiegefinancierde suppletoire begrotingsstaat (Voorjaarsnota)

Tabel 1 Wijziging begrotingsstaat premiegefincierd van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

(1)

  

(2)

  

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

  

Mutaties (+ of -) suppletoire begroting VJN

  
        
  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

        
 

TOTAAL

61.600.418

61.600.418

260.068

‒ 22.904

‒ 22.904

8.227

        
 

Beleidsartikelen

      

1

Arbeidsmarkt

852.671

852.671

0

‒ 64.000

‒ 64.000

0

3

Arbeidsongeschiktheid

10.544.240

10.544.240

0

21.370

21.370

0

5

Werkloosheid

3.827.525

3.827.525

260.068

‒ 179.753

‒ 179.753

8.227

6

Ziekte en zwangerschap

3.027.932

3.027.932

0

107.051

107.051

0

8

Oudedagsvoorziening

41.321.030

41.321.030

0

69.863

69.863

0

9

Nabestaanden

350.289

350.289

0

‒ 10.909

‒ 10.909

0

11

Uitvoeringskosten

1.676.731

1.676.731

0

33.474

33.474

0

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

In deze suppletoire begroting worden de Voorjaarsnotamutaties van Hoofdstuk XV naar de begrotingsartikelen geboekt en aldaar toegelicht. De indeling van deze suppletoire begroting sluit aan bij de begrotingsstructuur in de vastgestelde begroting 2020. Sinds het begrotingjaar 2019 worden de Voorjaarsnotamutaties van de premiegefinancierderegelingen ook toegelicht per artikel.

In deze suppletoire begroting is de besluitvorming in het kader van de Voorjaarsnota verwerkt, voorzover die neerslaat in de begrotingsgefinancierdeuitgaven en in de premiegefinancierderegelingen. Het betreft daarbij

  • Macro-economische bijstellingen (conjunctuur);

  • Uitvoeringsbijstellingen (volume, lonen en prijzen);

  • Beleidsmaatregelen die de begroting 2020 of de premiegefinancierderegelingen 2020 raken;

  • Het toekennen van de eindejaarsmarge 2019 en van de loon- en prijsbijstelling 2020 (allen afkomstig van het ministerie van Financien) voor de begrotingsgefinancierdeuitgaven.

Daarnaast is in deze suppletoire begroting een aantal budgettair neutrale herschikkingen tussen subartikelonderdelen opgenomen:

Jaarlijks wordt binnen SZW aan de hand van jaarprogramma's een nadere toedeling gemaakt van het totaal van de apparaatsuitgaven en de algemene programma-uitgaven. Dit leidt tot verschuivingen tussen budgetten.

De organisatiestructuur van het departement is opgebouwd uit circa 35 organisatie-eenheden die alle een eigen budgetverantwoordelijkheid hebben. Het aantal budgetmutaties bij budgetten van dezelfde budgethouder en mutaties tussen budgethouders onderling is aanzienlijk. Om die reden is afgezien van het toelichten van de afzonderlijke mutaties. Herschikkingen tussen budgetten staan geclusterd in de toelichting opgenomen als «Budgettair neutrale herschikkingen binnen SZW».

Tabel 2 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Overzicht met belangrijkste suppletoire begrotingsgefinancierde uitgaven mutaties 2020 (Voorjaarsnota)

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire begrotingsgefinancierde uitgavenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

uitgaven 2020

artikel nr

   

Vastgestelde begroting 2020 na ISB

53.670.100

alle

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

Uitvoeringsmutatie LKV/LIV/Jeugd-LIV

‒ 80.327

1

Uitvoeringsmutaties PW-uitk, TW en AIO

‒ 226.717

2

Uitvoeringsmutaties Wajong

‒ 26.841

4

Uitvoeringsmutatie IOW

5.622

5

Uitvoeringsmutatie KOT

63.298

7

Uitvoeringsmutatie WKB en AKW

102.613

10

Diverse mutaties uitvoeringskosten UWV en SVB

‒ 4.086

11

Diverse mutaties Rijksbijdragen

3.272.785

12

Mutaties Integratie en maatschappelijke samenhang

‒ 29.145

13

Mutaties personeel en materieel

12.661

96

Toedeling prijs- en loonbijstelling 2020

31.166

99

Diverse dekkingen en reserveringen

‒ 6.319

99

Diverse overboekingen met andere departementen

‒ 87.788

div

Diverse kasschuiven

‒ 58.969

div

Uitgekeerde Eindejaarsmarge

28.756

div

Diverse mutaties

791

div

   

Stand na de 1e suppletoire begroting 2020

56.667.600

 

Overzicht met belangrijkste suppletoire begrotingsgefinancierde ontvangstenmutaties 2020 (Voorjaarsnota)

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire begrotingsgefinancierde ontvangstenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

ontvangsten 2020

artikel nr

   

Vastgestelde begroting 2020 na ISB

1.923.357

alle

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

Bijstelling boete-ontvangsten

‒ 10.700

1

Terugontvangsten WAJONG

22.272

4

Uitvoeringsmutaties KOT

‒ 61.987

7

Uitvoeringsmutaties AKW en WKB

‒ 19.882

10

Mutatie RSO

6.661

96

   

Stand na de 1e suppletoire begroting 2020

1.859.721

 

Overzicht met belangrijkste suppletoire premiegefinancierde uitgavenmutaties 2020 (Voorjaarsnota)

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire premiegefinancierde uitgavenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

uitgaven 2020

artikel nr

   

Vastgestelde begroting premiegefinancierd 2020

61.600.418

alle

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

Uitvoeringsmutaties TV na 2 jaar ziekte

‒ 64.000

1

Uitvoeringsmutaties arbeidsongeschiktheid

5.769

3

Uitvoeringsmutaties werkeloosheid

‒ 188.492

5

Uitvoeringsmutaties ziekte en zwangerschap

92.491

6

Uitvoeringsmutaties oudedagsvoorziening

5.274

8

Uitvoeringsmutaties nabestaanden

‒ 11.186

9

Uitvoeringsmutaties uitvoering UWV

10.535

11

Bijstelling inkomensoverdrachten nominaal

118.435

div

Diverse kasschuiven

13.890

div

Diverse mutaties

‒ 4.620

div

   

Stand na de 1e suppletoire begroting 2020

61.578.514

 

Overzicht met belangrijkste suppletoire premiegefinancierde ontvangstenmutaties 2020 (Voorjaarsnota)

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire premiegefinancierde ontvangstenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

ontvangsten 2020

artikel nr

   

Vastgestelde begroting premiegefinancierd 2020

260.068

alle

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

Bijstelling UFO ontvangsten

7.000

5

Bijstelling UFO ontvangsten nominaal

1.227

5

   

Stand na de 1e suppletoire begroting 2020

268.295

 

2.2 Corona maatregelen

Tabel 7 Overzicht met maatregelen coronacrisis (bedragen x € 1.000)

Artikel

naam maatregel/regeling

Kamerstuk

Bedrag verplichtingen

Bedrag uitgaven

Bedrag ontvangsten

1

Tijdelijke maatregel overbrugging v werkbehoud (NOW)

2019-2020 35 415 nr 1

9.536.000

9.536.000

0

2

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

2019-2020 35 415 nr 1

3.796.000

3.796.000

0

2

Subsidie voedselbank

2019-2020 35 430 nr 1

4.000

4.000

0

6

Compensatie loonkosten en inkomstenverlies CN

2019-2020 35 430 nr 1

13.000

13.000

0

7

Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang

2019-2020 35 430 nr 1

175.000

175.000

0

99

Overboeking CN armoede bestrijding corona

2019-2020 35 430 nr 1

1.000

1.000

0

99

Uitvoeringskosten NOW

2019-2020 35 430 nr 1

450.000

450.000

0

De kosten van de maatregelen ‘Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW)’, de ‘Compensatie loonkosten en inkomstenverlies CN’, de ‘Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)’, de ‘Subsidie Voedselbank’ en de ‘Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang’ die direct gerelateerd zijn aan de gevolgen van de corona-uitbraakvirus zijn middels een eerste en tweede incidentele suppletoire begroting 2020 verwerkt. Inmiddels is bekend dat de periode van de Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang is verlengd. Deze budgettaire gevolgen zijn nog niet in de eerste suppletoire begroting 2020 verwerkt. Dit geldt ook voor de bredere impact van corona op de werkloosheid en sociale zekerheidsregelingen is nog niet in de eerste suppletoire begroting 2020 verwerkt.

De stand van de begroting na de 1e suppletoire begroting is gebaseerd op de laatste CBS- en CPB-raming op basis van CEP waarin de ontwikkelingen als gevolg van de coronacrisis nog niet in zijn verwerkt

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 1 Arbeidsmarkt (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(6)

(7) = (5+6)

    

Verplichtingen:

889.882

9.538.000

10.427.882

‒ 127.651

10.300.231

‒ 51.928

‒ 79.530

‒ 80.399

‒ 58.054

Uitgaven:

890.667

9.536.500

10.427.167

‒ 127.425

10.299.742

‒ 50.416

‒ 78.411

‒ 79.654

‒ 57.060

waarvan juridisch verplicht

97,40%

   

97,40%

    
          

Inkomensoverdrachten

810.000

0

810.000

‒ 80.327

729.673

‒ 53.293

‒ 82.764

‒ 84.627

‒ 62.908

Lage-inkomensvoordeel

505.275

0

505.275

19.336

524.611

0

0

0

0

Minimumjeugdloonvoordeel

82.725

0

82.725

‒ 20.034

62.691

0

0

0

0

Loonkostenvoordelen

222.000

0

222.000

‒ 79.629

142.371

‒ 53.293

‒ 82.764

‒ 84.627

‒ 62.908

          

Subsidies

63.245

9.536.000

9.599.245

‒ 49.248

9.549.997

‒ 2.126

‒ 717

‒ 761

‒ 730

Duurzame inzetbaarh en leven lang ontw

10.000

0

10.000

‒ 802

9.198

‒ 1.130

‒ 1.130

‒ 1.130

‒ 1.130

Stimulieringsreg LLO in MKB

49.400

0

49.400

‒ 47.986

1.414

‒ 44

0

‒ 44

0

Overige subsidies algemeen

3.845

0

3.845

‒ 460

3.385

‒ 952

413

413

400

Tijdelijke noodmaatr overbrugging voor werkbehoud

0

9.536.000

9.536.000

0

9.536.000

0

0

0

0

          

Opdrachten

11.912

0

11.912

3.151

15.113

4.839

4.906

5.570

6.414

          

Bekostiging

550

500

1.050

‒ 500

550

0

0

0

0

          

Bijdrage aan andere begrotingen

792

0

792

‒ 690

102

0

0

0

0

Ministerie van EZK

100

0

100

0

100

0

0

0

0

Ministerie van VWS

692

0

692

‒ 690

2

0

0

0

0

          

Bijdrage agentschappen

4.168

0

4.168

189

4.357

164

164

164

164

RIVM

4.168

0

4.168

189

4.357

164

164

164

164

          

Ontvangsten

24.000

0

24.000

‒ 9.846

11.554

975

1.110

1.180

1.180

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 127,4 miljoen bij de uitgaven en -/- € 127,7 bij de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is -/- € 9,8 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: lage-inkomensvoordeel (LIV)

  • 1. De raming voor 2020 is met € 17,5 miljoen verhoogd door de verwerking van de voorlopige realisatiegegevens over 2019.

  • 2. Eind 2019 is er door de rechter uitspraak gedaan in een beroepszaak over het LIV. Over 2017 hebben 691 werkgevers voor 1376 werknemers ten onrechte geen LIV ontvangen. In 2020 zal € 1,8 miljoen worden nabetaald.

Inkomensoverdachten: minimumjeugdloonvoordeel

  • 1. De raming voor 2020 is neerwaarts bijgesteld (-/- € 20,0 miljoen) door de verwerking van de voorlopige realisatiegegevens over 2019.

Inkomensoverdrachten: loonkostenvoordelen (LKV)

  • 1. Op basis van de voorlopige realisaties over 2019 is de raming structureel naar beneden bijgesteld (-/- € 79,6 miljoen in 2020). De uitgaven aan de LKV's waren in 2019 lager dan begroot, doordat het gebruik van de LKV’s achterbleef bij de verwachting.

Subsidies, opdrachten, bijdrage andere begrotingen en bijdrage agentschappen

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 1,1 miljoen).

  • 2. Om beter bij het verwachte kasritme (van de subsidieregelingen SLIM en Diversiteit in bedrijf) aan te sluiten zijn er 2 budgettair neutrale kasschuiven van 2020 (-/- € 47,1 miljoen) naar 2021 tot en met 2025 gedaan.

  • 3. Zowel vanuit het opdrachtenbudget als vanuit het subsidiebudget is via een eindejaarsmarge van 2019 voor een totaal bedrag van € 0,8 miljoen aan het budget voor begroting 2020 toegevoegd.

  • 4. Er zijn in totaal 11 overboekingen met andere departementen verwerkt op de verschillende onderdelen (-/- € 1,8 miljoen). De grootste is de overboeking naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de reguliere bijdrage aan de Gezondheidsraad (-/- € 1,0 miljoen).

Ontvangsten

  • 1. De raming van de boeteontvangsten is naar beneden bijgesteld (-/- € 10,7 miljoen). Dit komt omdat het aandeel reactieve inspecties nog steeds hoger is dan verwacht. Reactieve inspecties kosten meer tijd, waardoor er minder inspecties plaatsvinden en er minder boetes worden opgelegd.

    De raming van de boeteontvangsten van de Inspectie SZW is met aanzienlijke onzekerheid omgeven. Boeteontvangsten hangen onder andere af van het aantal inspecties en wat er wordt waargenomen bij deze inspecties. Overigens zijn boeteontvangsten niet taakstellend voor de Inspectie SZW. Zij stuurt niet op het behalen van de geraamde boetontvangsten. De Inspectie SZW stuurt uiteraard wel op het innen van de opgelegde boetes.

  • 2. Er is sprake van een budgettaire neutrale herschikking binnen de SZW-begroting. De ontvangsten van de Inspectie SZW met betrekking tot het wagenpark zijn overgeheveld van artikel 98 naar dit artikel (€ 0,9 miljoen).

Verplichtingen artikel 1

Bij een aantal van bovenstaande mutaties wijkt het verplichtingenbedrag af van het kasbedrag. Hierdoor zijn de verplichtingenmutaties in totaal € 0,3 miljoen lager dan de uitgavenmutaties ad -/- € 127,4 miljoen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd artikel 1 Arbeidsmarkt (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

852.671

0

852.671

‒ 64.000

788.671

‒ 12.000

0

0

0

Uitgaven:

852.671

0

852.671

‒ 64.000

788.671

‒ 12.000

0

0

0

waarvan juridisch verplicht

1

   

1

    
          

Inkomensoverdrachten

817.128

0

817.128

‒ 64.000

753.128

‒ 12.000

0

0

0

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

817.128

0

817.128

‒ 64.000

753.128

‒ 12.000

0

0

0

          

Nominaal

35.543

0

35.543

0

35.543

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 64,0 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdracht: transitievergoeding na 2 jaar ziekte

  • 1. De raming voor 2020 is met -/- € 30,0 miljoen bijgesteld. Naar verwachting vinden er in 2020 op kasbasis minder uitgaven plaats aan de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid dan eerder voorzien. Dit leidt tot een besparing van € 30 miljoen.

  • 2. De raming voor 2020 is met -/- € 34,0 miljoen bijgesteld. Per 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in gegaan. Als gevolg hiervan daalt de gemiddelde hoogte van de transitievergoeding en daarmee het te compenseren bedrag aan transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De impact van de WAB is groter dan eerder voorzien. Dit leidt tot een besparing van € 34,0 miljoen.

3.2 Artikel 2

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 2 Bijstand, Participatie en Toeslagenwet (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(6)

(7) = (5+6)

    

Verplichtingen:

6.975.855

3.800.000

10.775.855

‒ 213.865

10.561.990

‒ 261.363

‒ 238.278

‒ 223.857

‒ 183.478

Uitgaven:

7.002.798

3.800.000

10.802.798

‒ 218.011

10.584.787

‒ 259.272

‒ 237.232

‒ 222.848

‒ 183.478

waarvan juridisch verplicht

99,70%

   

99,80%

    
          

Inkomensoverdrachten

6.941.277

3.796.000

10.737.277

‒ 231.444

10.505.833

‒ 264.987

‒ 239.821

‒ 225.398

‒ 186.228

          

Macrobudget participatiewet uitk en intertemporelen tegemoetk

6.147.353

0

6.147.353

‒ 215.757

5.931.596

‒ 252.328

‒ 233.197

‒ 228.387

‒ 195.070

Toeslagenwet

440.875

0

440.875

‒ 5.245

435.630

‒ 7.629

‒ 5.437

‒ 3.977

‒ 962

AIO

334.133

0

334.133

‒ 5.715

328.418

‒ 4.674

1.557

10.330

13.034

Bijstand zelfstandigen

10.800

3.796.000

3.806.800

‒ 3.427

3.803.373

641

‒ 1.870

‒ 2.603

‒ 2.603

Bijstand overig

1.100

0

1.100

‒ 100

1.000

‒ 90

‒ 90

‒ 90

‒ 80

Onderstand en re-integratie (Caribisch Nederland)

7.016

0

7.016

‒ 1.200

5.816

‒ 907

‒ 784

‒ 671

‒ 547

          

Subsidies

29.782

4.000

33.782

11.874

45.656

3.760

1.230

1.009

0

Sectorplannen

0

0

0

1.042

1.042

0

0

0

0

Armoedeschulden

985

0

985

2.055

3.040

1.140

95

0

0

Cofinanciering dienstverlening

8.000

0

8.000

0

8.000

0

0

0

0

Europees fonds meestbehoeftigen

100

0

100

0

100

0

0

0

0

Regionale kansen kinderen

455

0

455

214

669

0

0

0

0

Alle kinderen doen mee

11.576

0

11.576

1.260

12.836

0

0

0

0

SBCM

2.800

0

2.800

0

2.800

0

0

0

0

NIBUD

314

0

314

61

375

0

0

0

0

Overige subsidies algemeen

5.552

4.000

9.552

7.242

16.794

2.620

1.135

1.009

0

          

Opdrachten

19.824

0

19.824

1.559

21.383

1.955

1.359

1.541

2.750

          

Bekostiging

1.739

0

1.739

0

1.739

0

0

0

0

ZonMw

1.739

0

1.739

0

1.739

0

0

0

0

          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

167

0

167

0

167

0

0

0

0

ZonMw

167

0

167

0

167

0

0

0

0

          

Bijdrage B&S fondsen

10.000

0

10.000

0

10.000

0

0

0

0

Pensioenfonds PRWI

10.000

0

10.000

0

10.000

0

0

0

0

          

Bijdrage aan internationale organisaties

9

0

9

0

9

0

0

0

0

Contributie CASS

9

0

9

0

9

0

0

0

0

          

Ontvangsten

26.020

0

26.020

0

26.020

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 218,0 miljoen bij de uitgaven en -/- € 213,9 miljoen bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: macrobudget participatiewetuitkeringen en intertemporele tegemoetkomingen

  • 1. Het Macrobudget participatiewetuitkeringen voor 2020 is verlaagd t.o.v. het budget uit de begroting 2020. Dit komt voornamelijk door de verwerking van de voorlopige realisatie 2019 (-/- € 194,3 miljoen) en de conjunctuur (-/- € 25,0 miljoen).

  • 2. In het kader van Breed Offensief worden administratieve knelpunten rondom de no-risk polis weggenomen. Gemeenten hoeven met ingang van 2022 de loonkostensubsidie aan de werkgever niet meer stop te zetten bij ziekte en het UWV hoeft de loonkostensubsidie bij ziekte niet langer uit te keren. Het inkomensdeel Participatiewet wordt daarom vanaf 2022 budgettair neutraal verschoven van de Ziektewet (artikel 6) naar het macrobudget bijstand (artikel 2) in de SZW-begroting.

  • 3. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft geoordeeld dat verschillende gemeenten in het verleden zijn benadeeld bij de verdeling van het macrobudget. In 2019 zijn Utrecht, Den Bosch en Amersfoort gecompenseerd. Er zijn voor 2020 middelen gereserveerd om enkele andere gemeenten, die met hetzelfde nadeel te maken hebben gehad, ook te compenseren.

  • 4. Vanaf 2020 is voor UWV budget beschikbaar gemaakt voor de business case verwijtbare werkloosheid. De verwachting is dat vanaf 2021 hierdoor de WW-instroom afneemt, hetgeen resulteert in hogere uitkeringslasten op de bijstand oplopend tot een bedrag van € 4,5 miljoen.

Inkomensoverdrachten: toeslagenwet

  • 1. De raming van de Toeslagenwet voor 2020 is op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en nieuwe werkloosheidsverwachtingen van het CPB met -/- € 5,2 miljoen naar beneden bijgesteld. Vooral de gemiddelde uitkeringshoogte is lager dan eerder verwacht (-/- € 7,3 miljoen). Dit komt onder meer door lagere TW-aanvullingen op ZW en WIA-uitkeringen.

  • 2. Vanaf 2021 wordt de meevaller steeds kleiner. Dit komt voornamelijk doordat de raming van het aantal toeslagen op WIA-uitkeringen naar boven is bijgesteld.

Inkomensoverdrachten: Algemene Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)

  • 1. De raming van de uitkeringslasten AIO is op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie van de SVB over 2019 bijgesteld. Het gebruik van de AIO is in 2019 lager uitgevallen dan verwacht en dit werkt meerjarig door in het verwachte aantal huishoudens in de AIO. Daarentegen is de gemiddelde AIO-uitkering iets hoger uitgevallen dan verwacht en dit leidt meerjarig door in een hogere gemiddelde AIO-uitkering. In de eerste jaren van de begrotingshorizon leidt dit per saldo tot een neerwaartse bijstelling (volume-effect is groter dan prijseffect), maar in latere jaren tot een opwaartse bijstelling van de uitkeringslasten (prijseffect groter dan volume-effect). Voor 2020 leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van de uitkeringslasten (-/- € 5,7 miljoen).

Inkomensoverdrachten: bijstand zelfstandigen

  • 1. Begrotingsgefinancierde regelingen worden gedurende het jaar aan gemeenten bevoorschot en achteraf exact afgerekend. De vastgestelde rijksbijdragen over 2018 en 2019 leiden tot een neerwaartse bijstelling in 2020 (-/- € 3,4 miljoen) en een opwaartse bijstelling in 2021 ( € 0,6 miljoen). Vanaf 2021 is er een neerwaartse bijstelling op de verwachte uitgaven aan kapitaalverstrekkingen hetgeen leidt tot een meerjarige neerwaartse bijstelling van de raming vanaf 2022.

Inkomensoverdrachten: bijstand overig

  • 1. De begrotingsraming voor de bijstand overig is aan de hand van nieuwe realisatiegegevens van de SVB neerwaarts bijgesteld voor 2020 (-/- € 0,1 miljoen).

Inkomensoverdrachten: onderstand en reintegratie Caribisch Nederland (CN)

  • 1. De begrotingsraming voor de onderstand en reintegratie CN is voor 2020 aan de hand van nieuwe realisatiegegevens neerwaarts bijgesteld (-/- € 1,2 miljoen).

Subsidies en opdrachten

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 1,3 miljoen).

  • 2. Om beter aan te sluiten bij het kasritme zijn er 2 budgettair neutrale kasschuiven van 2020 (-/- € 1,0 miljoen) naar 2021 en 2022.

  • 3. Van het overgebleven budget subsidies en opdrachten in 2019 is er € 7,1 miljoen via de eindejaarsmarge aan de begroting 2020 toegevoegd.

  • 4. Er zijn in totaal 7 overboekingen met andere departementen verwerkt op de verschillende onderdelen (€ 4,3 miljoen). De grootste is de overboeking vanuit het Gemeentefonds voor de landelijke ondersteuning arbeidsmarktregio's (€ 4,3 miljoen).

Verplichtingen artikel 2

Bij een aantal van bovenstaande mutaties wijkt het verplichtingenbedrag af van het kasbedrag. Hierdoor zijn de verplichtingenmutaties in totaal -/- € 4,1 miljoen lager dan de uitgavenmutaties ad -/- € 218,0 miljoen.

3.3 Artikel 3

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 3 Arbeidsongeschiktheid (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

3.878

0

3.878

‒ 190

3.688

‒ 172

‒ 156

‒ 142

‒ 127

Uitgaven:

3.878

0

3.878

‒ 190

3.688

‒ 172

‒ 156

‒ 142

‒ 127

waarvan juridisch verplicht

22,60%

   

22,60%

    
          

Inkomensoverdrachten

878

0

878

‒ 190

688

‒ 172

‒ 156

‒ 142

‒ 127

Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)

878

0

878

‒ 190

688

‒ 172

‒ 156

‒ 142

‒ 127

          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

3.000

0

3.000

0

3.000

0

0

0

0

Scholingsexperiment WGA

3.000

0

3.000

0

3.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutatie 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 0,2 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand wordt de mutatie toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdrachten: ongevallenverzekering Caribisch Nederland (CN)

De begrotingsraming voor de ongevallenverzekering CN is aan de hand van nieuwe realisatiegegevens neerwaarts bijgesteld voor 2020 (-/- € 0,2 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd artikel 3 Arbeidsongeschiktheid (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

10.544.240

0

10.544.240

21.370

10.565.610

126.934

142.219

133.759

176.212

Uitgaven:

10.544.240

0

10.544.240

21.370

10.565.610

126.934

142.219

133.759

176.212

waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

10.185.690

0

10.185.690

5.769

10.191.459

58.727

65.589

73.582

138.840

WAO

3.591.009

0

3.591.009

‒ 565

3.590.444

6.548

9.537

9.238

9.505

IVA

3.161.439

0

3.161.439

19.877

3.181.316

‒ 5.530

‒ 56.320

‒ 101.827

‒ 109.188

WGA

2.978.683

0

2.978.683

13.739

2.992.422

84.888

139.479

193.235

265.513

WAZ

101.348

0

101.348

‒ 796

100.552

‒ 693

‒ 622

‒ 579

‒ 505

WGA eigenrisicodrager

353.211

0

353.211

‒ 26.486

326.725

‒ 26.486

‒ 26.485

‒ 26.485

‒ 26.485

          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

109.617

0

109.617

‒ 4.620

104.997

0

0

0

0

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

109.617

0

109.617

‒ 4.620

104.997

0

0

0

0

          

Nominaal

248.933

0

248.933

20.221

269.154

68.207

76.630

60.177

37.372

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 21,4 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: WAO

  • 1. Op basis van de januarinota van het UWV is de raming licht neerwaarts bijgesteld (-/- € 0,6 miljoen). De uitstroom is neerwaarts bijgesteld. Hierdoor daalt het aantal personen in de WAO minder hard dan verwacht. Dit levert een kleine tegenvaller op. Verder is de hoogte van de gemiddelde uitkering naar beneden bijgesteld, hetgeen een kleine meevaller oplevert. Meerjarig zien we een kleine tegenvaller doordat het effect van het hogere aantal uitkeringen sterker wordt dan dat van de lagere uitkering.

Inkomensoverdrachten: IVA

  • 1. Op basis van de januarinota van het UWV is de raming opwaarts bijgesteld (€ 19,9 miljoen). Zowel het aantal uitkeringen als de hoogte van de gemiddelde uitkering zijn hoger dan eerder verwacht. De tegenvaller slaat in latere jaren om in een meevaller doordat er minder mensen doorstromen vanuit de WGA naar de IVA dan eerder gedacht.

Inkomensoverdrachten: WGA

  • 1. Op basis van de januarinota van het UWV is de raming voor 2020 naar boven bijgesteld (€ 13,7 miljoen). De instroom in de WGA is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast ligt de doorstroom naar de IVA lager. Beide ontwikkelingen zorgen voor een hoger aantal uitkeringen. De gemiddelde uitkeringshoogte is neerwaarts bijgesteld. Ook meerjarig komt de instroom in de WGA hoger uit dan eerder verwacht. Dit komt door verwerking van een nieuwe prognose van het arbeidsaanbod van het CPB. Hierin is de beroepsbevolking groter dan eerder aangenomen. Het gevolg is dat in latere jaren de tegenvaller oploopt.

Inkomensoverdrachten: WAZ

  • 1. Op basis van de januarinota van het UWV is de raming voor 2020 licht naar beneden bijgesteld -/- € 0,8 miljoen. De WAZ neemt in omvang steeds verder af, omdat de toegang tot de regeling per 2004 is afgesloten. Ten opzichte van de juninota van het UWV is het aantal uitkeringen licht naar beneden bijgesteld voor 2020. De hoogte van de gemiddelde uitkering is in zeer geringe mate opwaarts bijgesteld.

Inkomensoverdrachten: WGA ER

  • 1. Op basis van de januarinota van het UWV is de raming voor 2020 naar beneden bijgesteld (-/- € 26,5) miljoen. Het aandeel eigen risicodragers voor de WGA is afgenomen t.o.v. de eerdere raming. Verder is t.o.v. de juninota van het UWV de hoogte van de gemiddelde jaaruitkering neerwaarts bijgesteld.

Bijdrage aan zbo's en rwt's: re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

  • 1. Op basis van verwachtingen van het UWV is het budget voor 2020 naar beneden bijgesteld (-/- 4,2 miljoen).

  • 2. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting van premiegefinancierd naar begrotingsgefinancierd (-/- € 0,4 miljoen).

Nominaal

  • 1. Dit betreft nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, totaal € 20,2 miljoen.

3.4 Artikel 4

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 4 Jonggehandicapten (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

 

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

3.386.123

0

3.386.123

‒ 26.841

3.359.282

2.468

3.380

2.977

5.264

Uitgaven:

3.386.123

0

3.386.123

‒ 26.841

3.359.282

2.468

3.380

2.977

5.264

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

3.287.390

0

3.287.390

‒ 23.041

3.264.349

2.468

3.380

2.977

5.264

Wajong

3.287.390

0

3.287.390

‒ 23.041

3.264.349

2.468

3.380

2.977

5.264

          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

98.733

0

98.733

‒ 3.800

94.933

0

0

0

0

Re-integratie Wajong

98.733

0

98.733

‒ 3.800

94.933

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

22.272

22.272

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 26,8 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is € 22,3 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdrachten: uitkeringslasten Wajong

  • 1. Op basis van realisatiegegevens van het UWV zijn de verwachte uitkeringslasten Wajong meerjarig licht neerwaarts bijgesteld. (-/- € 8,6 miljoen in 2020).

  • 2. Bij uitwerking van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong is gebleken dat het schrappen van de uitsluitingsgrond studerende in de Wajong2015 pas per 1 januari 2021 in kan gaan. De uitkeringslasten 2020 worden daarom neerwaarts bijgesteld met het budget dat stond gereserveerd voor een invoering vanaf 1 januari 2020 (-/- € 14,4 miljoen).

  • 3. Bij de Tweede Kamerbehandeling van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong zijn de amendementen Stoffer/Baudet en Renkema aangenomen. Deze leiden vanaf 2021 tot hogere uitkeringslasten (+/+ € 7,6 miljoen in 2021).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's: re-integratie Wajong

  • 1. Op basis van verwachtingen van het UWV is het re-integratiebudget voor 2020 naar beneden bijgesteld (-/- € 3,8 miljoen).

Ontvangsten

  • 1. Op basis van het jaarverslag 2019 van het UWV wordt een terugbetaling in 2020 verwacht van teveel ontvangen middelen in 2019. Het voorschot dat in 2019 aan het UWV is overgemaakt met betrekking tot de Wajong is naar verwachting circa € 22 miljoen hoger dan de uitgaven van het UWV in dat jaar.

3.5 Artikel 5

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 14 Budettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 5 Werkloosheid (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

115.743

0

115.743

9.030

124.773

4.761

‒ 7.343

‒ 13.468

‒ 20.227

Uitgaven:

116.911

0

116.911

9.030

125.941

4.761

‒ 7.343

‒ 13.468

‒ 20.227

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

103.785

0

103.785

5.622

109.407

‒ 3.864

‒ 7.343

‒ 13.468

‒ 20.227

IOW

103.680

0

103.680

5.622

109.302

‒ 3.864

‒ 7.343

‒ 13.468

‒ 20.227

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

105

0

105

0

105

0

0

0

0

Tijdelijke regeling aanpassing

0

0

0

0

0

0

0

0

0

dagloonbesluit

         
          

Subsidies

2.768

0

2.768

3.278

6.046

625

0

0

0

Experimenten 50+

0

0

0

703

703

0

0

0

0

WW 50+

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Ontwikkeladvies 45+

1.600

0

1.600

3.200

4.800

0

0

0

0

Overige subsidies algemeen

1.168

0

1.168

‒ 625

543

625

0

0

0

          

Opdrachten

0

0

0

130

130

0

0

0

0

          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

10.358

0

10.358

0

10.358

8.000

0

0

0

Scholing WW

10.358

0

10.358

0

10.358

8.000

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 9,0 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdrachten: Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW)

  • 1. De raming van de IOW-uitgaven voor 2020 is met € 5,6 miljoen naar boven bijgesteld. Uit uitvoeringsinformatie van het UWV bleek dat de uitkeringshoogte hoger was dan verwacht (€ 2,4 miljoen), dit leidt ook voor 2020 tot hogere verwachte uitgaven. Verder heeft er een eenmalige nabetaling aan het UWV plaatsgevonden van € 2,6 miljoen, omdat de uitkeringslasten in 2019 hoger uitvielen dan UWV aan voorschot heeft ontvangen.

  • 2. Vanaf 2021 ontstaat er geleidelijk een meevaller voor de IOW-uitkeringslasten. Dit komt voornamelijk doordat in de raming nu het effect is meegenomen van private aanvullingen op de WW-uitkering (PAWW). Het inkomen dat mensen ontvangen uit hun PAWW-uitkering wordt in mindering gebracht op hun IOW-uitkering, wat leidt tot lagere uitgaven aan de IOW.

Subsidies, opdrachten en bijdragen aan ZBO's/RWT's

  • 1. De Subsidieregeling Experimenten Meer Werk is een onderdeel van het actieplan Perspectief voor 50+. De experimenten zijn uitgevoerd tussen 2017 en 2019. Het laatste deel van de subsidie wordt verstrekt in 2020. Daarom is € 0,7 miljoen via de eindejaarsmarge naar 2020 geschoven.

  • 2. De tijdelijke subsidieregeling Ontwikkeladvies 45+ is afgelopen. Omdat een deel van de subsidies in 2020 worden uitbetaald, is een deel van het budget naar 2020 geschoven via de eindejaarsmarge (€ 3,2 miljoen).

  • 3. Bij overige subsidies is voor de subsidie voor het project Sociale Partners samen voor Duurzame Inzetbaarheid een kasschuif gedaan, om de financiering te laten aansluiten bij de uitgaven (-/- € 625 duizend). Dit project heeft vertraging opgelopen.

  • 4. Voor de evaluatie actieplan Perspectief voor 50+ is een bedrag van € 130 duizend via een eindejaarsmarge naar 2020 geschoven om zo aan te sluiten bij de financieringsbehoefte.

  • 5. Ten behoeve van het scholingsbudget UWV is een budgettair neutrale herschikking gedaan binnen de SZW-begroting van artikel 11 naar artikel 5 in de jaren 2020 en 2021 (€ 8,0 miljoen in totaal). Vervolgens is het bedrag uit 2020 via een kasschuif naar 2021 geschoven waardoor in 2021 € 8,0 miljoen extra beschikbaar is.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd artikel 5 Werkloosheid (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

3.827.525

0

3.827.525

‒ 179.753

3.647.772

‒ 340.448

‒ 369.296

‒ 355.979

‒ 303.405

Uitgaven:

3.827.525

0

3.827.525

‒ 179.753

3.647.772

‒ 340.448

‒ 369.296

‒ 355.979

‒ 303.405

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

3.724.276

0

3.724.276

‒ 188.492

3.535.784

‒ 350.122

‒ 373.737

‒ 347.658

‒ 272.744

WW

3.724.276

0

3.724.276

‒ 188.492

3.535.784

‒ 350.122

‒ 373.737

‒ 347.658

‒ 272.744

          

Nominaal

103.249

0

103.249

8.739

111.988

9.674

4.441

‒ 8.321

‒ 30.661

          

Ontvangsten

260.068

0

260.068

8.227

268.295

14.818

23.052

24.954

23.969

UFO

253.000

0

253.000

7.000

260.000

11.990

18.947

20.667

20.667

UFO nominaal

7.068

0

7.068

1.227

8.295

2.828

4.105

4.287

3.302

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 179,8 miljoen bij de uitgaven en verplichtingen. Bij de ontvangsten is de mutatie € 8,2 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdachten: WW uitkeringslasten

  • 1. De raming van de WW-uitkeringslasten voor 2020 is met -/- € 188,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Op basis van realisatiecijfers over 2019 en nieuwe werkloosheidsramingen van het CPB is de raming van het aantal mensen met een betaalde WW-uitkering naar beneden bijgesteld (-/- € 204,4 miljoen). Daarnaast is de uitkeringshoogte licht naar boven bijgesteld (€ 15,9 miljoen).

  • 2. Vanaf 2021 neemt de meevaller op de WW-uitkeringslasten verder toe. Dit komt voornamelijk doordat de CPB-raming (CEP) van de werkloze beroepsbevolking voor deze jaren nog verder naar beneden is bijgesteld. Een kleinere werkloze beroepsbevolking betekent minder mensen die een WW-uitkering ontvangen.

  • 3. Verder is er vanaf 2020 budget beschikbaar gesteld voor de business case verwijtbare werkloosheid. De verwachting is dat hierdoor de WW-instroom afneemt, hetgeen resulteert in lagere jaarlijkse WW-uitkeringslasten oplopend tot een bedrag van -/- € 30 miljoen. Deze middelen zijn deels gebruikt om de business case te financieren.

Nominaal

  • 1. Als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, valt de nominale ontwikkeling € 8,7 miljoen hoger uit dan eerder verwacht.

Ontvangsten: UFO

  • 1. Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door het UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is vanaf 2020 structureel naar boven bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van het UWV (€ 7,0 miljoen).

  • 2. Bij het pensioenakkoord is aangenomen dat aantal WW-aanvragen vanaf 2021 toeneemt als gevolg van de versoepeling van de RVU-boete. Een deel van deze WW-aanvragen betreft overheidswerkgevers. De betreffende WW-uitgaven worden verhaald op de werkgevers. Bij de oorspronkelijke budgettaire verwerking van het pensioenakkoord zijn overheidswerkgevers buiten beschouwing gelaten, omdat deze overheidswerkgevers per saldo geen uitgaven onder het SZ-plafond veroorzaken. Nu zijn deze wel meegenomen aan zowel de uitgaven- als de ontvangstenkant.

Nominaal

  • 1. Als gevolg van bovenstaande mutaties van de UFO-ontvangsten (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers, valt de nominale ontwikkeling € 1,2 miljoen hoger uit dan verwacht.

3.6 Artikel 6

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 6 Ziekte en zwangerschap (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

11.738

13.000

24.738

‒ 1.380

23.358

4.179

2.739

945

306

Uitgaven:

11.981

13.000

24.981

‒ 1.380

23.601

4.179

2.739

945

306

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

11.738

0

11.738

‒ 1.380

10.358

4.179

2.739

945

306

TAS

4.696

0

4.696

98

4.794

‒ 115

‒ 115

‒ 115

‒ 115

Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)

3.442

0

3.442

‒ 178

3.264

‒ 106

‒ 46

10

71

OPS-voorzieningsfonds

3.600

0

3.600

‒ 1.300

2.300

4.400

2.900

1.050

350

          

Subsidies

243

13.000

13.243

0

13.243

0

0

0

0

Kanker en werken

243

0

243

0

243

0

0

0

0

Compensatie loonkosten en inkomstenverlies CN

0

13.000

13.000

0

13.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 1,4 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: Tegemoetkoming Asbest Slachtoffers (TAS)

  • 1. De raming van de uitkeringslasten TAS is op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie van de SVB over 2019 bijgesteld. Het aantal toekenningen is in 2019 iets lager uitgevallen dan verwacht en dit werkt meerjarig door in de verwachte uitkeringslasten. Doordat de uitkeringslasten in 2019 iets hoger zijn uitgevallen dan verwacht, vindt er in 2020 een nabetaling plaats aan de SVB. Per saldo leidt dit tot een lichte opwaartse bijstelling van de raming in 2020 (€ 0,1 miljoen).

Inkomensoverdrachten: ziekteverzekering Caribisch Nederland

  • 1. De raming van de ziekteverzekering Caribisch Nederland (CN) is op basis van uitvoeringsinformatie licht neerwaarts bijgesteld met -/- € 0,2 miljoen.

Inkomensoverdrachten: Organo Psycho Syndroom (OPS) voorzieningsfonds

  • 1. De uitvoering van de het OPS voorzieningsfonds gaat minder snel dan gedacht. Terwijl, het aantal rechthebbenden juist groter is dan gedacht. Per saldo stijgen hierdoor de uitgaven, maar vinden deze (hogere) uitgaven in latere jaren plaats (-1,3 miljoen in 2020).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd artikel 6 Ziekte en zwangerschap (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

3.027.932

0

3.027.932

107.051

3.134.983

76.699

49.194

53.890

59.170

Uitgaven:

3.027.932

0

3.027.932

107.051

3.134.983

76.699

49.194

53.890

59.170

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

2.945.765

0

2.945.765

92.491

3.038.256

48.470

18.153

27.140

39.811

ZW

1.628.811

0

1.628.811

95.694

1.724.505

62.604

25.949

23.270

26.898

WAZO

1.252.913

0

1.252.913

‒ 1.387

1.251.526

‒ 8.267

‒ 2.407

8.141

16.411

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

64.041

0

64.041

‒ 1.816

62.225

‒ 5.867

‒ 5.389

‒ 4.271

‒ 3.498

          

Nominaal

82.167

0

82.167

14.560

96.727

28.229

31.041

26.750

19.359

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 107,1 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: ZW

  • 1. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV wordt het aantal uitkeringen in de Ziektewet (ZW) naar boven bijgesteld, wat leidt tot een tegenvaller van € 104,1 miljoen. Dit komt vooral doordat meer uitzendkrachten een beroep doen op de ZW dan eerder verwacht. Daarnaast is er sprake van een hoger aantal uitkeringen bij ziekte en zwangerschap en meer uitkeringen aan groepen die onder de no-riskpolis vallen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV wordt de gemiddelde jaaruitkering in de ZW neerwaarts bijgesteld. Dit leidt tot een meevaller van € 7,2 miljoen.

  • 3. Het CPB heeft bij het CEP de raming van de werkloosheid verlaagd. Hierdoor valt het verwachte aantal zieke werklozen lager uit, wat leidt tot een meevaller van € 1,2 miljoen

  • 4. Vanaf 2021 neemt de tegenvaller op de ZW-uitkeringslasten af. De raming van het aantal uitzendkrachten dat een beroep doet op de ZW leidt in de jaren vanaf 2021 tot een lagere bijstelling. Daarnaast is de werkloosheidsraming van het CPB voor deze jaren verder naar beneden bijgesteld, waardoor het verwachte aantal zieke werklozen lager uitvalt.

  • 5. In het kader van Breed Offensief worden administratieve knelpunten rondom de no-risk polis weggenomen. Gemeenten hoeven met ingang van 2022 de loonkostensubsidie aan de werkgever niet meer stop te zetten bij ziekte en het UWV hoeft de loonkostensubsidie bij ziekte niet langer uit te keren. Het inkomensdeel Participatiewet wordt daarom vanaf 2022 budgettair neutraal verschoven van de Ziektewet (artikel 6) naar het macrobudget bijstand (artikel 2) in de SZW-begroting.

Inkomensoverdrachten: WAZO

  • 1. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV wordt de gemiddelde jaaruitkering voor de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) omhoog bijgesteld. Dit leidt in 2020 tot een tegenvaller van € 8,1 miljoen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV valt het aantal uitkeringen in de WAZO tot het jaar 2023 lager uit, wat leidt tot een meevaller van -/- € 9,5 miljoen in 2020. Als gevolg van een door het CBS vanaf 2022 sneller verwachte groei van het aantal geboorten nemen de uitkeringslasten vanaf 2023 toe.

Inkomensoverdrachten: WAZO aanvullend geboorteverlof partners

  • 1. Als gevolg van het lager aantal geprognotiseerde geboorten neemt het aantal verwachte uitkeringen WAZO aanvullend geboorteverlof partners af, wat leidt tot een meevaller van -/- 1,8 miljoen in 2020. Deze afname leidt ook tot minder uitkeringen in latere jaren.

Nominaal

  • 1. Dit betreft nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, totaal € 14,6 miljoen.

3.7 Artikel 7

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 7 Kinderopvang (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

3.461.212

175.000

3.636.212

61.684

3.697.896

69.582

56.727

32.754

21.266

Uitgaven:

3.461.212

175.000

3.636.212

61.684

3.697.896

69.582

56.727

32.754

21.266

Waarvan juridisch verplicht

99,30%

   

99,80%1

    
          

Inkomensoverdrachten

3.434.006

0

3.434.006

63.298

3.497.304

71.232

58.377

34.404

22.916

Kinderopvangtoeslag

3.434.006

0

3.434.006

63.298

3.497.304

71.232

58.377

34.404

22.916

          

Subsidies

2.550

175.000

177.550

‒ 466

177.084

‒ 500

‒ 500

‒ 500

‒ 500

Kinderopvang

2.350

0

2.350

‒ 466

1.884

‒ 500

‒ 500

‒ 500

‒ 500

Subsidies Caribisch Nederland

200

0

200

0

200

0

0

0

0

Tegemoetkoming eigen bijdrage

0

175.000

175.000

0

175.000

0

0

0

0

          

Opdrachten

14.129

0

14.129

‒ 148

13.981

‒ 150

‒ 150

‒ 150

‒ 150

Opdrachten Caribisch Nederland

9.627

0

9.627

‒ 650

8.977

‒ 650

‒ 650

‒ 650

‒ 650

Overige opdrachten

4.502

0

4.502

502

5.004

500

500

500

500

          

Bijdrage aan agentschappen

10.527

0

10.527

‒ 1.000

9.527

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

DUO

10.520

0

10.520

‒ 993

9.527

‒ 992

‒ 992

‒ 992

‒ 992

Justis

7

0

7

‒ 7

0

‒ 8

‒ 8

‒ 8

‒ 8

          

Ontvangsten

1.597.613

0

1.597.613

‒ 61.987

1.535.626

‒ 72.083

‒ 74.709

‒ 77.096

‒ 79.369

Werkgeversbijdrage kinderopvang

1.279.935

0

1.279.935

0

1.279.935

0

0

0

0

Ontvangsten overig

317.678

0

317.678

‒ 61.987

255.691

‒ 72.083

‒ 74.709

‒ 77.096

‒ 79.369

X Noot
1

Bij de berekening van dit percentage zijn de uitgaven onder ‘Tegemoetkoming eigen bijdrage’ als juridisch verplicht aangemerkt. Formeel zijn deze uitgaven juridisch verplicht zodra dit in de regelgeving vastgelegd is. Dit zal op korte termijn gebeuren.

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 61,7 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is -/- € 62,0 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: kinderopvangtoeslag

  • 1. Het gebruik van kinderopvang is in 2019 sterker gestegen dan eerder was voorzien. Dit leidt structureel tot hogere uitgaven. Daarnaast stijgt het gebruik van kinderopvang in 2020 mede op basis van het CEP 2020 sterker dan eerder verwacht (€ 63,9 miljoen). Ook dit leidt meerjarig tot tegenvallers.

  • 2. Als gevolg van de geleidelijke beperking van de zelfstandigenaftrek hebben zelfstandigen een hoger belastbaar inkomen. Hierdoor krijgt deze groep gemiddeld minder kinderopvangtoeslag (-/- € 0,6 miljoen).

  • 3. Door de maatregelen naar aanleiding van de Adviescommissie uitvoering en het IBO Toeslagen zijn er meer uitgaven kinderopvangtoeslag (€ 2,5 miljoen vanaf 2021).

Subsidies, opdrachten en bijdrage aan agentschappen

  • 1. Van het overgebleven budget subsidies en opdrachten in 2019 is € 0,1 miljoen via de eindejaarsmarge aan de begroting 2020 toegevoegd.

  • 2. Er is structureel € 0,5 miljoen van het budget voor subsidies overgeheveld naar het budget voor opdrachten. De middelen zijn bestemd voor het laten uitvoeren van beleidsonderzoek.

  • 3. Er zijn in totaal drie overboekingen met andere departementen verwerkt op de verschillende onderdelen (-/- € 1,7 miljoen). De grootste mutatie (-/- € 1,0 miljoen) betreft de meerjarige verwerking van de reeds doorgevoerde overboeking naar het ministerie van Financiën in verband met de harmonisering van de peuterspeelzalen (per 2018). Daarnaast is -/- € 0,7 miljoen van de middelen voor kinderopvang op Caribisch Nederland overgeboekt naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze middelen worden ingezet voor activiteiten van jongeren van 13 tot 18 jaar op Bonaire.

Ontvangsten: algemeen

  • 1. Er is een meerjarige tegenvaller op de ontvangsten kinderopvangtoeslag. De voorschotten kinderopvangtoeslag sluiten beter aan bij de beschikkingen dan eerder geraamd. Hierdoor zijn er vooral structureel minder terugvorderingen. Als gevolg hiervan nemen ook de terugontvangsten af (-/- € 57,0 miljoen).

  • 2. Door de maatregelen naar aanleiding van de Adviescommissie Uitvoering zijn er minder terugontvangsten kinderopvangtoeslag (-/- 5,0 miljoen).

3.8 Artikel 8

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 8 Oudedagsvoorziening (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

25.100

0

25.100

217

25.317

774

1.467

2.217

3.091

Uitgaven:

25.100

0

25.100

217

25.317

774

1.467

2.217

3.091

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

25.100

0

25.100

217

25.317

774

1.467

2.217

3.091

Overbruggingsregeling AOW

2.247

0

2.247

‒ 377

1.870

‒ 304

‒ 213

‒ 119

‒ 39

AOV incl. tegemoetkoming (Caribisch Nederland)

22.853

0

22.853

594

23.447

1.078

1.680

2.336

3.130

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 0,2 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdrachten: overbruggingsregeling AOW

  • 1. De raming van de uitkeringslasten OBR is neerwaarts bijgesteld op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie van de SVB over 2019. De instroom van personen die recht hebben vanaf 65 jaar (langere duur OBR) is in 2019 lager uitgevallen dan verwacht. Daarentegen is de instroom van personen die recht hebben op de OBR in verband met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd (kortere duur OBR) in 2019 hoger uitgevallen dan verwacht. De gerealiseerde instroom in 2019 geeft aanleiding om de instroom voor toekomstige jaren bij te stellen. Mede door de aanpassing van de AOW-leeftijd in het kader van het pensioenakkoord heeft de OBR vanaf 65 jaar (langere duur OBR) een groter effect heeft op de totale uitkeringslasten van de OBR. Daarom leidt dit per saldo tot een neerwaartse bijstelling van de uitkeringslasten (-/- € 0,4 miljoen in 2020).

Inkomensoverdrachten: AOV inclusief tegemoetkoming Caribisch Nederland (CN)

  • 1. Het volume in de raming van de AOV inclusief tegemoetkoming CN is op basis van uitvoeringsinformatie en verwerking van de nieuwe bevolkingsprognose licht opwaarts bijgesteld, wat voor 2020 leidt tot een mutatie van € 0,6 miljoen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinacierd artikel 8 Oudedagsvoorziening (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

41.321.030

0

41.321.030

69.863

41.390.893

294.326

333.413

267.490

112.688

Uitgaven:

41.321.030

0

41.321.030

69.863

41.390.893

294.326

333.413

267.490

112.688

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

40.164.161

0

40.164.161

5.274

40.169.435

35.417

33.723

30.531

25.733

AOW

39.197.808

0

39.197.808

4.753

39.202.561

34.425

32.740

29.600

24.896

Inkomensondersteuning AOW

966.353

0

966.353

521

966.874

992

983

931

837

          

Nominaal

1.156.869

0

1.156.869

64.589

1.221.458

258.909

299.690

236.959

86.955

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 69,9 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: AOW uitkeringslasten

  • 1. De raming van de uitkeringslasten AOW is opwaarts bijgesteld met € 4,8 miljoen. De ramingsbijstelling van de AOW wordt vooral verklaard door een hoger aantal AOW'ers, wat voornamelijk samenhangt met de CBS-bevolkingsprognose 2019. Dit werkt meerjarig door doordat het verwachte aantal AOW'ers ook in latere jaren hoger uitkomt dan ten tijde van de Begroting 2020 werd geraamd.

Inkomensoverdrachten: inkomensondersteuning AOW (IOAOW)

  • 1. De ramingsbijstelling van de IOAOW wordt vooral verklaard door een licht hoger aantal AOW'ers, wat voornamelijk samenhangt met de CBS-bevolkingsprognose 2019. Voor 2019 leidt dit tot een licht opwaartse bijstelling van € 0,5 miljoen.

Nominaal

  • 1. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, totaal € 64,6 miljoen.

3.9 Artikel 9

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefincierd artikel 9 Nabestaanden (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

1.227

0

1.227

89

1.316

115

137

156

178

Uitgaven:

1.227

0

1.227

89

1.316

115

137

156

178

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

1.227

0

1.227

89

1.316

115

137

156

178

AWW (Caribisch Nederland)

1.227

0

1.227

89

1.316

115

137

156

178

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutatie 1e suppletoire begroting bedraagt € 0,1 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand wordt de mutatie toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdrachten: Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW) Caribisch Nederland (CN)

  • 1. De raming van de AWW CN is op basis van uitvoeringsinformatie en de verwerking van de nieuwe bevolkingsprognose licht opwaarts bijgesteld € 0,1 miljoen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd artikel 9 Nabestaanden (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

350.289

0

350.289

‒ 10.909

339.380

‒ 13.149

‒ 13.839

‒ 14.274

‒ 14.731

Uitgaven:

350.289

0

350.289

‒ 10.909

339.380

‒ 13.149

‒ 13.839

‒ 14.274

‒ 14.731

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

343.156

0

343.156

‒ 11.186

331.970

‒ 14.565

‒ 14.984

‒ 14.817

‒ 14.353

Anw

337.220

0

337.220

‒ 11.027

326.193

‒ 14.350

‒ 14.757

‒ 14.587

‒ 14.125

Tegemoetkoming Anw

5.936

0

5.936

‒ 159

5.777

‒ 215

‒ 227

‒ 230

‒ 228

          

Nominaal

7.133

0

7.133

277

7.410

1.416

1.145

543

‒ 378

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 10,9 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten: ANW

  • 1. Op basis van uitvoeringsinformatie van de SVB is de raming neerwaarts bijgesteld (-/- € 12,2 miljoen in 2020). De prognose voor het aantal gerechtigden is neerwaarts bijgesteld, onder andere vanwege een lager aantal aanvragen in 2019 dan verwacht.

  • 2. Als gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) over het afschaffen van de halfwezenkop in 2015, dient een aantal Anw-gerechtigden te worden gecompenseerd. Dit leidt tot een meerjarige opwaartse bijstelling (€ 1,2 miljoen in 2020).

Inkomensoverdrachten: ANW tegemoetkoming

  • 1. Op basis van de uitvoeringsinformatie van de SVB is de raming meerjarig licht neerwaarts bijgesteld (-/- € 0,2 miljoen).

Nominaal

  • 1. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, totaal € 0,3 miljoen.

3.10 Artikel 10

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 10 Tegemoetkoming ouders (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

6.550.142

0

6.550.142

103.071

6.653.213

‒ 21.079

‒ 12.348

‒ 13.328

‒ 4.021

Uitgaven:

6.550.142

0

6.550.142

103.071

6.653.213

‒ 21.079

‒ 12.348

‒ 13.328

‒ 4.021

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Inkomensoverdrachten

6.550.142

0

6.550.142

103.071

6.653.213

‒ 21.079

‒ 12.348

‒ 13.328

‒ 4.021

AKW

3.619.325

0

3.619.325

35.231

3.654.556

40.792

45.758

50.457

55.549

Kinderbijslagvoorziening BES

3.762

0

3.762

458

4.220

496

568

653

712

WKB

2.927.055

0

2.927.055

67.382

2.994.437

‒ 62.367

‒ 58.674

‒ 64.438

‒ 60.282

          

Ontvangsten

222.204

0

222.204

‒ 19.882

202.322

‒ 39.664

‒ 58.881

‒ 66.887

‒ 43.606

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 103,1 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Bij de ontvangsten zijn de mutaties -/- € 19,9 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdrachten: AKW

  • 1. De uitkeringslasten AKW zijn licht opwaarts bijgesteld met € 2,9 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van de opwaarts aangepaste prognose van de SVB voor het aantal kinderen. Dit komt met name door een groter aantal immigranten. Daarnaast is ook het aantal kinderen met recht op dubbele AKW en AKW-plus toegenomen.

  • 2. De eisen die in de kinderbijslag werden gesteld aan 16- en 17-jarigen zijn per 1 januari 2020 vervallen (Tweede Kamer, 2019–2020, 35 275, nr. 2). Het gaat om verlies van het recht boven de bijverdiengrens en wanneer het kind gaat studeren aan het hoger onderwijs. Hierdoor hebben meer ouders recht op AKW, wat leidt tot een meerjarige opwaartse bijstelling van € 32,4 miljoen.

Inkomensoverdrachten: AKW BES

  • 1. De raming van de AKW BES is op basis van uitvoeringsinformatie en de bevolkingsprognose opwaarts bijgesteld met € 0,5 miljoen.

Inkomensoverdrachten: WKB

  • 1. De raming van de uitgaven WKB is voor 2020 neerwaarts bijgesteld op basis van de realisaties 2019 en de opwaarts bijgestelde inkomensontwikkeling uit het CEP 2020. Daarnaast is er een tegengesteld effect door een hoger aantal kinderen in de nieuwe bevolkingsprognose van CBS en doordat de voorschotten beter aansluiten bij de beschikkingen (het recht) dan eerder geraamd. Per saldo resteert een meevaller van -/- € 91,0 miljoen.

  • 2. Door het afschaffen van de uitzonderingen voor 16- en 17- jarigen hebben meer ouders recht op WKB (Tweede Kamer, 2019–2020, 35 275, nr. 2). Dit leidt tot een structurele bijstelling van € 25,0 miljoen.

  • 3. In 2019 en 2020 vindt de WKB-herstelactie plaats (Tweede Kamer, 2018-2019, 35 010, nr. 6). De verdeling van de uitgaven over de jaren verloopt iets anders dan oorspronkelijk geraamd. Dit leidt tot € 55,2 miljoen meer uitgaven in 2020 in plaats van 2019. Daarnaast is tijdens de uitvoering een extra groep naar boven gekomen die in aanmerking komt voor herstel. De meerkosten hiervan zijn € 78,0 miljoen. In totaal zijn de meeruitgaven voor de herstelactie in 2020 € 133,2 miljoen.

  • 4. Door de maatregelen naar aanleiding van Adviescomissie Uitvoering en het IBO Toeslagen resulteren in meeruitgaven van € 1,0 miljoen in 2020 en € 4,1 miljoen structureel vanaf 2021.

  • 5. Als gevolg van de geleidelijke beperking van de zelfstandigenaftrek hebben zelfstandigen een hoger belastbaar inkomen. Hierdoor krijgt deze groep gemiddeld minder WKB. In 2020 wordt hierdoor -/- € 0,9 miljoen WKB uitgekeerd, oplopend tot -/- € 4,5 miljoen in 2025.

Ontvangsten

  • 1. De werkelijke uitgaven AKW over 2019 zijn € 7,9 miljoen lager dan het bedrag dat aan de SVB is bevoorschot. Het verschil wordt terugbetaald en komt in 2020 binnen als ontvangst.

  • 2. De voorschotten WKB sluiten beter aan bij de beschikkingen (het recht) dan eerder geraamd. Dit heeft tot gevolg dat er minder wordt teruggevorderd, met lagere terugontvangsten als gevolg. Daarnaast gaan de ontvangsten omlaag als gevolg van de lagere raming van de beschikkingen. Per saldo leidt dit tot een tegenvaller van -/- € 27,7 miljoen.

3.11 Artikel 11

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 24 Bugettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 11 Uitvoering (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

499.637

0

499.637

18.902

518.539

13.920

‒ 1.511

‒ 2.131

‒ 625

Uitgaven:

499.637

0

499.637

18.902

518.539

13.920

‒ 1.511

‒ 2.131

‒ 625

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

498.937

0

498.937

18.902

517.839

13.920

‒ 1.511

‒ 2.131

‒ 625

Uitvoeringskosten UWV

378.730

0

378.730

‒ 3.527

375.203

‒ 96

‒ 13.846

‒ 14.382

‒ 12.283

Uitvoeringskosten SVB

113.476

0

113.476

19.376

132.852

12.916

11.235

11.151

10.558

Uitvoeringskosten IB

6.731

0

6.731

3.053

9.784

1.100

1.100

1.100

1.100

          

Bijdrage aan nationale organisaties

700

0

700

0

700

0

0

0

0

Landelijke Cliëntenraad

700

0

700

0

700

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 18,9 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Bijdrage aan zbo's en rwt's: uitvoeringskosten UWV

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (-/- € 1,7 miljoen).

  • 2. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting premiegefinancierd (€ 0,4 miljoen).

  • 3. Voor de uitvoeringskosten voor het project toekomst gegevensuitwisseling voor BKWI en IB is er voor 2020 € 3,3 miljoen en voor 2021 € 5,6 miljoen budget toegevoegd.

  • 4. Er is een budgettair neutrale herschikking tussen begrotings- en premiegefinancierde uitvoeringskosten van het UWV (-/- € 12,8 miljoen). Zie ook bij premiegefinancierd.

  • 5. Er is 1 overboeking van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de implementatiekosten die het UWV maakt voor de  Subsidieregeling leer- en ontwikkelbudget voor de stimulering van de arbeidsmarktpositie van natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt (STAP). Het gaat om € 7,2 miljoen voor 2020 en € 10,6 miljoen voor 2021.

Bijdrage a an zbo's en rwt's: uitvoeringskosten SVB

  • 1. Er zijn 3 overboekingen met andere departementen verwerkt (totaal € 0,1 miljoen), de grootste (-/- € 0,4 miljoen) is naar het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de invoeringskosten van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) voor het wetsvoorstel Beslagvrije Voet.

  • 2. Budgettair neutrale kasschuif van 2022 tot en met 2024 naar 2020 (€ 10,0 miljoen) en 2021 (€ 5,0 miljoen). Deze dient als dekking voor budgettaire knelpunten bij de SVB.

  • 3. Van het overgebleven budget uitvoeringskosten SVB in 2019 is er totaal € 3,9 miljoen via de eindejaarsmarge aan de begroting 2020 toegevoegd.

  • 4. De meerkosten voor het Centrum voor Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor 2020 zijn € 1,2 miljoen. Dit is het gevolg van een toename van het aantal adviesaanvragen.

  • 5. Voor de uitvoeringskosten Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU) wordt in 2020 € 1,2 miljoen budget aan de begroting toegevoegd.

  • 6. Op de aanvullende post waren middelen gereserveerd vooruitlopend op de probleemanalyse «Werk aan Uitvoering». Deze middelen worden nu toegevoegd aan de SZW-begroting voor ICT-kosten bij de SVB. Het betreft € 3,0 miljoen in 2020 oplopend naar € 19,0 miljoen structureel.

Bijdrage aan zbo's en rwt's: uitvoeringskosten IB

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 3,1 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd artikel 11 Uitvoering (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3)= (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

1.676.731

0

1.676.731

33.474

1.710.205

70.341

57.245

69.391

79.613

Uitgaven:

1.676.731

0

1.676.731

33.474

1.710.205

70.341

57.245

69.391

79.613

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

1.634.363

0

1.634.363

23.425

1.657.788

48.599

31.246

41.962

58.344

Uitvoeringskosten UWV

1.489.524

0

1.489.524

23.425

1.512.949

47.614

31.185

42.121

58.018

Uitvoeringskosten SVB

144.839

0

144.839

0

144.839

985

61

‒ 159

326

          

Nominaal

42.368

0

42.368

10.049

52.417

21.742

25.999

27.429

21.269

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 33,5 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Bijdrage aan zbo's en rwt's: uitvoeringskosten UWV

  • 1. Er is een budgettair neutrale herschikking tussen premie- en begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten (€ 12,8 miljoen). Zie ook bij begrotingsgefinancierd.

  • 2. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting van premie- naar begrotingsgefinancierd (-/- € 4,0 miljoen).

  • 3. Er zijn 2 overboekingen met andere departementen verwerkt (-/- € 4,8 miljoen), waaronder een overboeking van (-/- 5,1 miljoen) naar het ministerie van Financiën voor de uitvoering van de wet arbeidsmarkt in balans (premiedifferentatie WW) door de belastingdienst.

  • 4. Om beter aan te sluiten bij het kasritme vinden een aantal budgetneutrale kasschuiven van 2021 tot en met 2023 naar 2020 (€ 11,9 miljoen) plaats, waaronder een kasschuif voor de implementatie van de wet vereenvoudiging beslagvrije voet door diverse uitvoerders van (10,4 miljoen).

  • 5. Van het overgebleven budget uitvoeringskosten UWV in 2019 is er € 1,9 miljoen via de eindejaarsmarge aan de begroting 2020 toegevoegd.

  • 6. Er wordt budget beschikbaar gesteld voor een deel van de benodigde handhavingsactiviteiten (€ 2,7 miljoen). Dit loopt op van € 2,7 miljoen in 2020 naar € 4,9 miljoen in 2021 tot € 7,9 miljoen vanaf 2022.

  • 7. Voor de uitvoering van de business case verwijtbare werkloosheid is in 2020 € 1 miljoen beschikbaar gesteld, in 2021 € 9,6 miljoen en vanaf 2022 € 5,3 miljoen.

  • 8. Er wordt budget beschikbaar gesteld in 2020 voor de extra uitvoeringskosten voor de regeling vervroegd uittreden (RVU heffing) om het weg-lek effect naar de WW te beperken (€ 2,0 miljoen).

Nominaal

  • 1. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, totaal € 10,1 miljoen.

3.12 Artikel 12

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 12 Rijksbijbdragen (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

16.901.655

0

16.901.655

3.272.785

20.174.440

2.591.260

2.653.345

2.745.016

2.839.269

Uitgaven:

16.901.655

0

16.901.655

3.272.785

20.174.440

2.591.260

2.653.345

2.745.016

2.839.269

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

100,00%

    
          

Bijdrage aan sociale fondsen

16.901.655

0

16.901.655

3.272.785

20.174.440

2.591.260

2.653.345

2.745.016

2.839.269

Rijksbijdrage:

         

Kosten heffingskortingen AOW

2.041.100

0

2.041.100

4.400

2.045.500

201.100

223.100

249.500

271.500

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

14.587.800

0

14.587.800

3.263.800

17.851.600

2.390.200

2.430.000

2.492.000

2.560.600

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

157.464

0

157.464

‒ 1.356

156.108

‒ 3.473

‒ 3.594

‒ 1.019

2.079

Zwangere zelfstandigen

74.730

0

74.730

5.941

80.671

3.433

3.839

4.535

5.090

Transitievergoeding

40.561

0

40.561

0

40.561

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties in de 1e suppletoire begroting bedraagt € 3.272,8 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Rijksbijdrage in kosten heffingskortingen AOW

  • 1. De raming is bijgesteld op basis van de macro-economische gegevens van het CPB (CEP 2020) (€ 4,4 miljoen).

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

  • 1. De raming is bijgesteld op basis van de macro-economische gegevens van het CPB. De premie-inkomsten in het CEP 2020 dalen met € 3,3 miljard ten opzichte van de raming in de MEV(€ 3.263,8 miljoen).

Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten

  • 1. De raming van de uitkeringslasten is op basis van uitvoeringsgegevens uit de Januarinota van het UWV aangepast (-/- € 1,4 miljoen).

Rijksbijdrage Zwangere Zelfstandigen

  • 1. De raming van de uitkeringslasten is op basis van de uitvoeringsgegevens uit de Januarinota van het UWV aangepast (€ 5,9 miljoen).

3.13 Artikel 13

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

252.368

1.000

253.368

‒ 37.598

215.770

6.459

32.677

22.880

12.221

Uitgaven:

252.368

500

252.868

‒ 37.598

215.270

6.959

32.677

22.880

12.221

Waarvan juridisch verplicht

97,10%

   

97,10%

    
          

Inkomensoverdrachten

43.186

0

43.186

‒ 1.772

41.414

‒ 2.239

‒ 3.899

‒ 2.997

‒ 3.291

Remigratiewet

43.186

0

43.186

‒ 1.772

41.414

‒ 2.239

‒ 3.899

‒ 2.997

‒ 3.291

          

Subsidies

9.118

500

9.618

7.118

16.736

5.500

1.900

1.900

1.900

Opbouw kennisfunctie integratie

2.736

0

2.736

0

2.736

0

0

0

0

Vluchtelingenwerk Nederland

1.032

0

1.032

0

1.032

0

0

0

0

Vroege integratie en participatie

0

0

0

0

0

3.800

3.800

3.800

3.800

Overige subsidies algemeen

5.350

500

5.850

7.118

12.968

1.700

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

          

Opdrachten

14.645

0

14.645

3.420

18.065

‒ 445

200

200

200

Inburgering en integratie

12.945

0

12.945

3.420

16.365

‒ 445

200

200

200

Remigratie

1.700

0

1.700

0

1.700

0

0

0

0

          

Bijdrage aan agentschappen

18.800

0

18.800

0

18.800

‒ 5.000

‒ 5.000

‒ 5.000

‒ 5.000

DUO

18.800

0

18.800

0

18.800

‒ 5.000

‒ 5.000

‒ 5.000

‒ 5.000

          

Bijdrage aan zbo's en rwt's

16.927

0

16.927

‒ 1.907

15.020

‒ 235

‒ 235

‒ 235

‒ 235

COA

16.927

0

16.927

‒ 1.907

15.020

‒ 235

‒ 235

‒ 235

‒ 235

          

Bijdrage aan medeoverheden

25.226

0

25.226

‒ 17.219

8.007

37.892

83.490

95.457

100.007

Gemeenten maatschappelijke begeleiding

25.226

0

25.226

‒ 17.206

8.020

‒ 291

‒ 11.075

‒ 21.858

‒ 21.858

Gemeenten VOI

0

0

0

‒ 13

‒ 13

38.183

94.565

117.315

121.865

          

Leningen

124.466

0

124.466

‒ 27.238

97.228

‒ 28.514

‒ 43.779

‒ 66.445

‒ 81.360

DUO

124.466

0

124.466

‒ 27.238

97.228

‒ 28.514

‒ 43.779

‒ 66.445

‒ 81.360

          

Ontvangsten

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

Ontvansten algemeen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

leningen

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 37,6 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdachten: remigratieregeling

  • 1. Op basis van de prognose SVB is het volume in de raming van de uitgaven remigratieregeling neerwaarts bijgesteld. Dat leidt in 2020 tot minder uitgaven (-/- € 1,8 miljoen). In 2017 werd de Remigratiewet aangescherpt. Dat wordt nu zichtbaar in de cijfers.

Subsidies en opdrachten

  • 1. Er zijn 5 overboekingen met andere departementen verwerkt op de verschillende onderdelen (-/- € 0,7 miljoen). De grootste overboeking is naar het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de bijdrage cofinanciering project COA participatie en taal (-/- € 0,4 miljoen).

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 11,0 miljoen). Hieronder vallen onder meer de middelen die zijn vrijgemaakt ten behoeve van de uitvoering van verschillende amendementen en middelen ten behoeve van de implementatie van de Veranderopgave inburgering (VOI).

  • 3. Via de eindejaarsmarge in 2019 is er € 0,3 miljoen aan het opdrachtenbudget van 2020 toegevoegd.

Bijdrage aan zbo's en rwt's: COA

  • 1. Op basis van de offerte van het COA en de beoordeling daarvan door SZW is het volume in de raming van voorinburgering in 2020 neerwaarts bijgesteld. De afname van het volume leidt tot lagere kosten voor voorinburgering (-/- € 1,9 miljoen).

Bijdrage aan medeoverheden: gemeenten

  • 1. Er zijn 3 overboekingen met andere departementen verwerkt (-/- € 21,5 miljoen). De grootste overboeking is naar het Gemeentefonds voor de decentralisatie uitkering aan gemeenten in het kader van maatschappelijke begeleiding (-/- € 16,9 miljoen).

  • 2. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting, ten behoeve van het pilotprogramma Veranderopgave Inburgering (€ 4,7 miljoen).

  • 3. De loon- en prijsbestelling wordt niet uitgekeerd, dit leidt tot een verlaging van het budget in 2020 en verder (-/- 0,3 miljoen).

  • 4. Vanaf 2021 worden de programmamiddelen voor gemeenten ten behoeve van het nieuwe inburgeringsstelsel (VOI) via een Specifieke uitkering (SPUK) aan gemeenten verstrekt. Dit wordt gefinancierd uit verschillende onderdelen van dit begrotingsartikel en uit Regeerakkoordmiddelen (maatregel I93).

Leningen: DUO

  • 1. Uit de realisatiegegevens van DUO over 2019 blijkt dat het gemiddeld opgenomen jaarlijkse leenbedrag is gedaald. Dat is in de raming voor 2020 en verder verwerkt, wat leidt tot lager geraamde uitgaven aan leningen (-/- € 27,2 miljoen).

  • 2. Het nieuw inburgeringsstelsel (VOI) treedt in werking op 1 juli 2021. Als gevolg hiervan stopt de instroom van asielmigranten in het leenstelsel per 1 juli 2021. Voor gezins- en overige migranten blijft het leenstelsel ook in het nieuwe inburgeringsstelsel beschikbaar. Het budget dat hierdoor vrijvalt is de dekking voor het nieuwe stelsel (bijdrage aan medeoverheden: gemeenten). In 2021 is dit -/- € 9,9 miljoen naar 2024 oplopend tot -/- € 78,9 miljoen.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Algemeen

Tabel 28 Algemeen artikel 98 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

30.185

0

30.185

‒ 1.958

28.227

‒ 3.571

‒ 4.554

‒ 4.091

770

Uitgaven:

32.758

0

32.758

‒ 2.684

30.074

‒ 5.083

‒ 4.173

‒ 4.336

‒ 224

          

Subsidies

2.500

0

2.500

‒ 500

2.000

‒ 500

1.000

0

0

Artikel 98

2.500

0

2.500

‒ 500

2.000

‒ 500

1.000

0

0

          

Opdrachten

21.481

0

21.481

‒ 2.160

19.321

‒ 5.847

‒ 5.836

‒ 5.699

‒ 1.587

Handhaving

4.402

0

4.402

493

4.895

‒ 342

‒ 278

‒ 28

‒ 28

Opdrachten overig

17.079

0

17.079

‒ 2.653

14.426

‒ 5.505

‒ 5.558

‒ 5.671

‒ 1.559

          

Bekostiging

5.991

0

5.991

1.740

7.731

2.028

2.027

2.027

2.027

Uitvoeringskosten Caribisch Nederland

5.991

0

5.991

1.740

7.731

2.028

2.027

2.027

2.027

          

Bijdrage aan agentschappen

586

0

586

‒ 264

322

‒ 264

‒ 264

‒ 264

‒ 264

RVO

422

0

422

‒ 100

322

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

CJIB

164

0

164

‒ 164

0

‒ 164

‒ 164

‒ 164

‒ 164

          

Bijdrage aan andere begrotingen

2.200

0

2.200

‒ 1.500

700

‒ 500

‒ 1.100

‒ 400

‒ 400

Ministerie van Financiën

2.200

0

2.200

‒ 1.500

700

‒ 500

‒ 1.100

‒ 400

‒ 400

          

Ontvangsten

854

0

854

‒ 854

0

‒ 975

‒ 1.110

‒ 1.180

‒ 1.180

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 2,7 miljoen bij de uitgaven en -/- € 2,0 miljoen bij de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is -/- € 0,9 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Subsidies, opdrachten, bekostiging, bijdragen aan agentschappen en bijdrage aan andere begrotingen

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (-/- € 3,3 miljoen). Onder andere zijn de uitgaven en ontvangsten van de Inspectie SZW overgeheveld naar artikel 1.

  • 2. Er zijn 3 overboekingen met andere departementen verwerkt op de verschillende onderdelen (-/- 0,6 miljoen). De grootste overboeking is naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor een bijdrage in het driejarig onderzoek 'Digitale Technologieën & Werk bij NWO (-/- € 0,3 miljoen).

  • 3. Voor overlopende verplichtingen uit 2019 is via de eindejaarsmarge € 3,2 miljoen toegevoegd aan de begroting van 2020.

  • 4. Om aan te sluiten bij het ritme van de uitgaven is een aantal budgettair neutrale kasschuiven meerjarig verwerkt zoals bij subsidies van 2020 (-/- € 2,1 miljoen) en 2021 naar 2022.

  • 5. De raming van de uitvoeringskosten Rijks Caribisch Nederland (RCN) is op basis van uitvoeringsinformatie licht opwaarts bijgesteld (€ 0,1 miljoen). Met de toevoeging vanuit onder andere de EJM komt de mutatie op € 1,7 miljoen.

Ontvangsten

  • 1. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting (-/- € 0,9 miljoen) in verband met de overheveling van de uitgaven en ontvangsten van de Inspectie SZW naar artikel 1.

Verplichtingen artikel 98

Bij een aantal van bovenstaande mutaties wijkt het verplichtingenbedrag af van het kasbedrag. Hierdoor zijn de verplichtingenmutaties in totaal -/- € 0,7 miljoen lager dan de uitgavenmutaties ad -/- € 2,7 miljoen.

4.2 Apparaat Kerndepartement

Tabel 29 Apparaatsuitgaven kerndepartement artikel 96 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

372.070

0

372.070

27.036

399.106

‒ 796

‒ 2.590

‒ 4.190

‒ 4.090

Uitgaven:

372.070

0

372.070

27.036

399.106

‒ 796

‒ 2.590

‒ 4.190

‒ 4.090

          

Personele uitgaven

297.882

0

297.882

15.564

313.446

‒ 3.950

‒ 5.229

‒ 6.401

‒ 6.568

waarvan eigen personeel

289.376

0

289.376

14.392

303.768

‒ 3.450

‒ 4.729

‒ 5.901

‒ 6.068

waarvan externe inhuur

5.772

0

5.772

1.272

7.044

‒ 400

‒ 400

‒ 400

‒ 400

waarvan overige personele uitgaven

2.734

0

2.734

‒ 100

2.634

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

          

Materiële uitgaven

74.188

0

74.188

11.472

85.660

3.154

2.639

2.211

2.478

waarvan ICT

13.269

0

13.269

8.165

21.434

500

0

0

0

waarvan bijdrage aan SSO's

45.050

0

45.050

3.202

48.252

2.634

2.619

2.191

2.358

waarvan overige Materiële uitgaven

15.869

0

15.869

105

15.974

20

20

20

120

          

Ontvangsten

51.666

0

51.666

6.661

58.327

‒ 7.769

‒ 7.769

‒ 7.769

‒ 7.769

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 27,0 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. Bij de ontvangsten tellen de mutaties op tot € 6,7 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Personele uitgaven / materiële uitgaven

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 6,9 miljoen).

  • 2. Er zijn 7 overboekingen met andere departementen verwerkt op de diverse onderdelen (€ 0,6 miljoen). De grootste overboeking is een bijdrage van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport t.b.v. inzet platform Jeugd preventie extremisme en polarisatie (JEP) (€ 0,6 miljoen).

  • 3. Voor overlopende posten uit 2019 is via de eindejaarsmarge € 4,0 miljoen toegevoegd aan de begroting van 2020.

  • 4. Het ongebruikte deel van het transitiebudget Rijks Schoonmaak Organisatie (RSO) in 2019 van € 1,3 miljoen wordt via de eindejaarsmarge aan de begroting 2020 toegevoegd.

  • 5. De raming van de uitgaven van de RSO is aangepast aan nieuwe inzichten over het aansluitschema van de departementen, de dienstverlening en doorontwikkeling van de RSO en het prijsniveau 2020 (€ 6,7 miljoen), zie ook bij de ontvangstennummer 1.

  • 6. Om beter aan te sluiten bij het kasritme is er een budgettair neutrale kasschuif voor Dictu verwerkt van 2025 naar 2020 (€ 1,5 miljoen) en 2021. Zie ook bij nummer 7.

  • 7. De verhuizing van de ICT-omgeving van het onderdeel Opsporing van de Inspectie SZW van Dictu naar de Belastingdienst is niet zoals beoogd in 2019 gerealiseerd. Transitieactiviteiten en daarmee gepaarde kosten vallen daardoor in 2020 en niet zoals voorzien in 2019. De vertraging van de verhuizing betekent extra kosten in 2020 (€ 6,0 miljoen).

Ontvangsten

  • 1. De raming van de ontvangsten van de schoonmaakorganisatie RSO is aangepast aan nieuwe inzichten over het aansluitschema van de departementen, de dienstverlening en doorontwikkeling van de RSO en het prijsniveau 2020 (€ 6,7 miljoen), zie ook bij de uitgaven nummer 5.

4.3 Nog onverdeeld

Tabel 30 Nog onverdeeld artikel 99 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting 2020

Mutaties via NvW, motie, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

 

(1)

(2)

(3) = (1+2)

(4)

(5) = (3+4)

    

Verplichtingen:

188.573

448.000

636.573

‒ 81.355

555.218

‒ 43.209

‒ 20.870

‒ 26.720

‒ 26.739

Uitgaven:

188.573

448.000

636.573

‒ 81.355

555.218

‒ 43.209

‒ 20.870

‒ 26.720

‒ 26.739

          

Overige beleidsuitgaven

188.573

448.000

636.573

‒ 81.355

555.218

‒ 43.209

‒ 20.870

‒ 26.720

‒ 26.739

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

188.573

448.000

636.573

‒ 81.355

555.218

‒ 43.209

‒ 20.870

‒ 26.720

‒ 26.739

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 81,4 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Onvoorzien

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (-/- € 20,5 miljoen).

  • 2. Er zijn diverse reserveringen en uitdelingen binnen de SZW-begroting (-/- € 7,9 miljoen in 2020). Hieronder valt onder andere de verdeling voor Verandropgave Inburgering (VOI) en de inzet op breed offensief.

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme zijn er 2 budgettair neutrale kasschuiven van 2020 naar 2021 en 2022 (-/- € 14,3 miljoen).

  • 4. Er zijn verschillende overboekingen met andere departementen verwerkt (-/- € 73,8 miljoen). De grootste overboeking is naar het Gemeentefonds voor de doeluitkering perspectief op werk 2020 (-/- € 35,0 miljoen).

  • 5. De toegekende eindejaarsmarges (R en S) waren voorlopig op dit artikel (€ 55,1 miljoen) geboekt. Deze eindejaarsmarge is al toegekend, zie punt 6.

  • 6. Toedeling van de toegekende eindejaarsmarge (zie punt 5) naar begrotingsartikelen. Hiervan is € 4,0 mln. geboekt op ditzelfde begrotingsartikel (-/- € 51,1 miljoen).

  • 7. De toedeling van het ministerie van Financiën voor loonbijstelling 2020 (€ 22,6 miljoen).

  • 8. De toedeling van het ministerie van Financiën voor prijsbijstelling 2020. (€ 8,5 miljoen).

Naar boven