Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 450 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Ontvangen 29 april 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019‒2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2020 de onderstaande uniforme onder-grenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

Vanuit het oogpunt van uniformiteit en transparantie wordt deze norm gehanteerd om mutaties toe te lichten bij de Eerste suppletoire begroting van 2020 van Infrastructuur en Waterstaat (XII). Dit houdt in dat artikelonderdelen en projecten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn).

Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  • 1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2020 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.

  • 2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2020 (Kamerstukken II, 2019–2020, 35 300 XII, nr 1). Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.

  • 4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 5) staan de aanpas-singen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschap-pen.

Extracomptabele tabel met overzicht coronamaatregelen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van corona-gerelateerde uitgaven die door IenW zijn genomen.

Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)

Art.

Naam maatregel/regeling

Kamerstuk

Bedrag verplichtingen

Bedrag uitgaven

Bedrag ontvangsten

14

Garantstelling CBR t.b.v. waarborgen liquiditeit

35475-XII

27.000

  

16

Lening Waddenveren

35475-XII

4.000

4.000

4.000

17

Garantstelling ACNL t.b.v. waarborgen liquiditeit

35475-XII

200

  

17

Garantstelling LVNL t.b.v. waarborgen liquiditeit

35475-XII

120.000

  

Agentschappen

De Regeling agentschappen en de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2020 laten enige ruimte voor interpretatie over de vraag wat als omzet moederdepartement van een baten-lastenagentschap kan of dient te worden aangemerkt. Het ministerie van Financiën heeft verplicht gesteld dat vanaf 2020 de post ‘omzet moederdepartement’ alleen die bijdragen dient te omvatten die bestaan uit door het agentschap geleverde en in rekening gebrachte producten/ diensten. Dit betekent dat de volgende bijdragen niet meer in de omzet terug komen:

a) bijdrage van de Moeder om de opbrengsten van het agentschap te ondersteunen doordat doorberekende tarieven gemaximeerd zijn (de zgn. ‘demping’).

b) bijdrage van de Moeder als tegemoetkoming in de bedrijfsvoeringskosten (die niet aan de opdrachtgevers worden doorberekend).

In de agentschapsparagrafen van RWS, KNMI en ILT is aangegeven of als gevolg van deze aanwijzing de wijze van presenteren van de omzet moederdepartement is aangepast.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire mutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven

Ontvangsten

Vastgestelde begroting 2020

 

8911,6

15,5

Belangrijkste suppletoire mutaties

   

1. Loon en Prijsbijstelling

99

186,2

 

2. Klimaatakkoord middelen

14

33,0

 

3. Eindejaarsmarge 2019

99

17,3

 

4. Eindejaarsmagre regeringsvliegtuig

97

16,2

 

5. Eindejeaarsmarge laadinfra

14

15,0

 

6. Bijdrage EZK scheepvaartveiligheid

26

5,8

 

7. Lening Waddenveren

16

4,0

4,0

8. MIA/VAMIL

21

4,7

 

9. Generale kasschuif IF

26

‒ 166,4

 

10. Generale kassschuif DF

26

‒ 94,9

 

11. DBFM contract A9 baho

26

‒ 143,1

 

Overige mutaties

Div

17,4

9,0

Stand 1e suppletoire begroting 2020

 

8.806,8

28,5

Toelichting

  • 1. Loon- en prijsbijstelling tranche 2020

    Dit betreft de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling 2020. Vanuit artikel 99 worden deze middelen herverdeeld over de IenW begrotingen Hoofdstuk XII, Infrastructuurfonds en Deltafonds.

  • 2. Klimaatakkoordmiddelen

    Zoals afgesproken in het Klimaatakkoord worden de gereserveerde middelen van in totaal € 33 miljoen vanuit de aanvullende post toegevoegd aan de begroting van IenW. Deze middelen zijn o.a. bestemd voor stimulering van elektrische personenvervoer, zero-emissie bestel- en vrachtauto’s, laadinfrastructuur en de uitbreiding van fietsparkeermogelijkheden.

  • 3. Eindejaarsmarge 2019

    Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge 2019 op artikel 99. Deze middelen zijn direct bij deze 1e suppletoire 2020 herverdeeld binnen de IenW begroting HXII.

  • 4. Eindejaarsmarge regeringsvliegtuig

    Dit betreft de toevoeging van de reservering voor het regeringsvliegtuig. De middelen zijn in 2019 niet uitgegeven doordat kosten voor de inklaring van het regeringsvliegtuig in 2019 niet meer tot betaling zijn gekomen.

  • 5. Eindejaarsmarge Laadinfra

    Middelen uit het Klimaatakkoord ( € 15 miljoen) voor laadinfrastructuur, bedoeld om gemeenten te ondersteunen bij de plaatsing hiervan, zijn in 2019 niet tot besteding gekomen en worden daarom weer toegevoegd.

  • 6. Bijdrage maatregelen scheepvaartveiligheid van EZK

    Bij de aanleg van windparken a.g.v. uitrol Windenergie op Zee zoals vastgelegd in de routekaarten 2023 en 2030 zijn ten behoeve van de scheep­ vaartveiligheid extra investeringen benodigd in personeel en materieel. Als onderdeel van de afspraken tussen IenW en EZK over scheepvaartveiligheid op de Noordzee maakt EZK hiervoor in de periode 2020 t/m 2029 in totaal 241 mln. over naar de begroting van IenW.

  • 7. Lening Waddenveren

    Dit betreft een lening aan de waddenveren. Het Rijk acht de instandhouding van de veerverbinding naar de waddenveren een essentieel onderdeel van de vitale infrastructuur. Daarom wordt aanvullend op het generiek maatregelenpakket additionele liquiditeitssteun geboden in de vorm van een plafondrelevante renteloze lening aan de «Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM)» en «Wagenborg Passagiersdiensten’’ (WPD) van resp 3 en 1 miljoen. Zo dient voorkomen te worden dat de waddenveren op korte termijn stoppen met varen .

  • 8. MIA/VAMIL Urgenda

    In het kader van de maatregelen CO2-reductie (gevolg Urgenda) zijn in 2020 extra middelen beschikbaar gesteld (€ 14,7 miljoen). € 10 miljoen hiervan is opgenomen in het Belastingplan 2020 en wordt ingezet voor de uitbreiding van de fiscale regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL). Het resterende bedrag van € 4,7 miljoen wordt bij 1e suppletoire begroting overgeboekt naar de begroting van IenW waar ze zullen worden ingezet voor circulaire maatregelen door bedrijven die tot CO2-reductie leiden. De middelen worden toegevoegd aan de budgetplaats voor subsidies duurzame productketens.

  • 9. Kasschuif Infrastructuurfonds

    Als gevolg van het geactualiseerde programma en om voldoende overprogrammering te creëren op het Infrastructuurfonds is er een kasschuif met het generale beeld verwerkt op de begroting van het Infrastructuurfonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en zal bij de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht worden. Met deze kasschuif is er een overprogrammering van € 428,7 miljoen gecreëerd in 2020. De totale overprogrammering in de begrotingsperiode (2020-2024) bedraagt € 2.210,4 miljoen op het Infrastructuurfonds. In de ontwerpbegroting 2021 zal de hoogte van de overprogrammering van een actualisatie worden voorzien als gevolg van de begrotingsvoorstellen.

  • 10. Kasschuif Deltafonds

    Als gevolg van het geactualiseerde programma en om voldoende overprogrammering te creëren op het Deltafonds is er een kasschuif met het generale beeld verwerkt op de begroting van het Deltafonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en zal bij de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht worden. Met deze kasschuif is er een overprogrammering van € 46 miljoen gecreëerd in 2020. De totale overprogrammering in de begrotingsperiode (2020-2024) bedraagt € 24 miljoen op het Deltafonds. In de ontwerpbegroting 2021 zal de hoogte van de overprogrammering van een actualisatie worden voorzien als gevolg van de begrotingsvoorstellen.

  • 11. DFBFM-inpassing A9 Badhoevendorp Holendrecht

    In 2020 wordt het project A9 Badhoevedorp Holendrecht omgezet naar een DBFM-constructie. Hierdoor wordt het kader op het Infrastructuurfonds verlaagd met € 143,1 miljoen in 2020.

3 Beleidsartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer).

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

11 Integraal waterbeleid

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

33.376

 

33.376

5.395

38.771

4.394

‒ 255

2.473

2.503

Uitgaven

53.480

 

53.480

5.924

59.404

4.490

‒ 225

2.503

2.533

Waarvan juridisch verplicht

82%

   

74%

    

11.01 Algemeen waterbeleid

41.429

 

41.429

4.929

46.358

4.440

‒ 275

2.453

2.483

11.01.01 Opdrachten

9.124

 

9.124

249

9.373

1.549

346

1.574

1.604

11.01.02 Subsidies

14.282

 

14.282

3.609

17.891

2.005

‒ 1.495

5

5

- Incidentele Subsidie WKB

1.220

 

1.220

 

1.220

    

- Blue Deal (HGIS)

1.400

 

1.400

1.500

2.900

 

‒ 1500

  

- Partners voor Water (HGIS)

11.602

 

11.602

2.104

13.706

2.000

   

- Overige Subsidies

60

 

60

5

65

5

5

5

5

11.01.03 Bijdragen aan agentschappen

14.006

 

14.006

971

14.977

886

874

874

874

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

514

 

514

98

612

13

13

13

13

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

13.492

 

13.492

873

14.365

873

861

861

861

11.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

4.017

 

4.017

100

4.117

    

11.02 Waterveiligheid

3.444

 

3.444

‒ 40

3.404

    

11.02.01 Opdrachten

3.444

 

3.444

‒ 40

3.404

    

11.03 Grote oppervlaktewateren

1.615

 

1.615

134

1.749

50

50

50

50

11.03.01 Opdrachten

1.615

 

1.615

134

1.749

50

50

50

50

11.04 Waterkwaliteit

6.992

 

6.992

901

7.893

    

11.04.01 Opdrachten

4.302

 

4.302

1.076

5.378

    

11.04.02 Subsidies

400

 

400

 

400

    

11.04.04 Bijdrage aan medeoverheden

500

 

500

 

500

    

11.04.05 Bijdrage aan internationale organisaties

1.790

 

1.790

‒ 175

1.615

    

Ontvangsten

   

434

434

    
Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op dit artikel is in 2020 opgehoogd met € 5,4 miljoen. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  • De toedeling van de eindejaarsmarge HGIS voor artikel 11 van € 2 miljoen.

  • Het HGIS programma Blue Deal loopt vooruit op het oorspronkelijk plan. Middels een kasschuif worden de toegezegde middelen van 2022 naar voren (2020) gehaald (€ 1,5 miljoen). De kasschuif wordt gefaciliteerd door HGIS.

  • Een budgetschuif tussen artikel 11 en artikel 13 op Hoofstuk XII om de benodigde kosten voor de Water Action Track in 2020 te financieren (€ 1,1 miljoen). De kasschuif wordt gefaciliteerd via uitvoering Bodem en STRONG op artikel 13.

  • Tot slot betreft de ophoging van het verplichtingenbudget de toedeling van de ontvangen prijsbijstelling 2020 op artikel 99 binnen de begroting HXII (€ 0,9 miljoen).

Uitgaven

11.01 Algemeen waterbeleid

11.01.02 Subsidies

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 3,6 miljoen verhoogd. Voor de toelichting wordt verwezen naar de bij de verplichtingen benoemde HGIS mutaties in de eerste twee bullets.

11.04 Waterkwaliteit

11.04.01 Opdrachten

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 1,1 miljoen verhoogd. Dit komt enerzijds door een budgetneutrale herschikking vanuit financieel instrument 11.04.05 «Bijdragen internationale organisaties» op basis van het BOA protocol 2020. Dit budget is benodigd voor uitvoering van opdrachten Waterkwaliteit (€ 0,5 miljoen). Anderzijds zorgt een bijdrage van het Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij voor een verhoging van het kasbudget van € 0,4 miljoen. Deze middelen zijn bestemd voor projecten in het kader van de Kaderichtlijn Mariene Strategie (KRM). Daarnaast is € 0,2 miljoen van de eindejaarsmarge 2019 aan dit artikelonderdeel toegedeeld.

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

13 Bodem en ondergrond

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

16.533

 

16.533

4.127

20.660

6.312

3.843

2.344

1.894

Uitgaven

30.784

 

30.784

3.227

34.011

4.205

3.843

2.344

1.894

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    

13.01 Ruimtelijk Instrumentarium

0

 

0

 

0

    

13.04 Ruimtegebruik bodem

28.003

 

28.003

3.131

31.134

4.205

3.843

2.344

1.894

13.04.01 Opdrachten

17.689

 

17.689

‒ 1.288

16.401

 

1.652

  

- Bodem en STRONG

12.989

 

12.989

‒ 2.443

10.546

 

1.652

  

- RWS Leefomgeving

4.700

 

4.700

1.155

5.855

    

13.04.02 Subsidies

6.756

 

6.756

3.606

10.362

3.975

‒ 905

2.114

1.664

- Bedrijvenregeling

4.545

 

4.545

‒ 144

4.401

 

‒ 3.305

  

- Subsidies Caribisch Nederland

2.211

 

2.211

3.750

5.961

3.975

2.400

2.114

1.664

13.04.03 Bijdragen aan agentschappen

3.506

 

3.506

230

3.736

230

230

230

230

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.506

 

3.506

230

3.736

230

230

230

230

13.04.04 Bijdragen aan medeoverheden

52

 

52

583

635

 

2.866

  

- Bijdragen aan Caribisch Nederland

0

 

0

144

144

    

- Meerjarenprogramma Bodem

52

 

52

439

491

 

2.866

  

13.05 Eenvoudig Beter

2.781

 

2.781

96

2.877

    

13.05.01 Opdrachten

1.345

 

1.345

47

1.392

    

13.05.03 Bijdragen aan agentschappen

1.436

 

1.436

49

1.485

    

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

1.436

 

1.436

49

1.485

    

Ontvangsten

0

 

0

1.500

1.500

1.500

   
Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op dit artikel is in 2020 opgehoogd met € 4,1 miljoen. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  • Betreft een desaldering van € 1,5 miljoen op opdrachten Bodem en Strong voor de bijdrage van de Provincie Zuid Holland aan de bodemsanering van het terrein EMK Stormpolderdijk te Krimpen aan den IJssel.

  • Een budgetschuif tussen artikel 11 en artikel 13 op Hoofstuk XII om de benodigde kosten voor de Water Action Track in 2020 te financieren (€ 1,1 miljoen). De kasschuif wordt gefaciliteerd via uitvoering Bodem en STRONG vanuit financieel instrument 13.04.01 «Opdrachten».

  • Een overboeking van € 1 miljoen naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor afdekking van eventuele schades die voorvloeien uit de verruiming van de bestaande Borgstellingsregeling voor MKB-kredieten in het kader van de PFAS-problematiek.

  • Een overboeking naar artikel 19 van € 0,9 miljoen in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM. Het betreffen werkzaamheden omtrent drinkwater en bodemkwaliteit.

  • € 3,8 miljoen wordt overgeheveld van het Deltafonds naar Hoofdstuk XII voor de financiering van betrouwbaar en betaalbaar drinkwater in Caribisch Nederland.

  • Daarnaast betreft de ophoging van het verplichtingenbudget de toedeling van de ontvangen prijsbijstelling 2020 op artikel 99 binnen de begroting Hoofstuk XII (€ 0,2 miljoen).

  • Tot slot zijn een drietal verplichtingenschuiven uitgevoerd: € 2 miljoen aan verplichtingbudget ten behoeve van de bodemsanering Stormpolderdijk schuift door vanuit 2019 naar 2020; € 1,5 miljoen schuift van 2019 naar 2020 om de BOA 2020 (bestuursondersteuning en advisering) werkzaamheden volledig te kunnen verplichten; € 1,8 miljoen schuift van 2020 naar 2019 ter financiering van verplichtingen van RWS Leefomgeving in het 4e kwartaal van 2019.

Uitgaven

13.04 Ruimtegebruik bodem

13.04.01 Opdrachten

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 1,2 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  • Voor de toelichting op een verlaging van in totaal € 1,5 miljoen wordt verwezen naar de eerste vier bullets onder verplichtingen.

  • De toedeling van de eindejaarsmarge 2019 aan DGWB (€ 0,8 miljoen). Middelen zijn ontvangen op artikel 99 en worden binnen de begroting Hoofdstuk XII herverdeeld.

  • Budgetschuif tussen Uitvoering Bodem en Meerjarenprogramma Bodem om de kosten voor de saneringsopgave van Stormpolderdijk (EMK-terrein) in 2022 te kunnen financieren (€ 0,4 miljoen).

13.04.02 Subsidies

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 3,6 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een overheveling van het Deltafonds naar hoofdstuk XII voor de financiering van betrouwbaar en betaalbaar drinkwater in Caribisch Nederland.

Ontvangsten

De ontvangsten op artikel zijn in 2020 met € 1,5 miljoen toegenomen. Dit komt door een desaldering van € 1,5 miljoen voor een bijdrage van de Provincie Zuid Holland aan de sanering van het terrein EMK Stormpolderdijk te Krimpen aan den IJssel.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

14 Wegen en verkeersveiligheid

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

82.142

1.000

83.142

109.054

192.196

78.398

75.740

139.192

122.225

Waarvan garantieverplichtingen

   

27.000

27.000

    

Waarvan overige verplichtingen

82.142

1.000

83.142

82.054

165.196

76.688

74.153

137.500

120.491

Uitgaven

85.836

1.000

86.836

84.491

171.327

63.328

79.340

99.692

116.275

Waarvan juridisch verplicht

83%

   

42%

    

14.01 Netwerk

69.767

 

69.767

82.926

152.693

62.366

78.312

98.660

115.243

14.01.01 Opdrachten

42.474

 

42.474

29.339

71.813

57.726

75.368

97.316

114.612

- Beter Benutten

8.144

 

8.144

4.329

12.473

5.522

5.111

1.503

503

- Klimaatakkoord

20.800

 

20.800

11.712

32.512

42.978

61.231

85.819

104.113

- Overige Opdrachten

13.530

 

13.530

13.298

26.828

9.226

9.026

9.994

9.996

14.01.02 Subsidies

15.905

 

15.905

2.680

18.585

3.902

2.633

1.034

321

- Subsidies Duurzame Mobiliteit

15.305

 

15.305

2.000

17.305

3.250

2.000

500

250

- Overige subsidies

600

 

600

680

1.280

652

633

534

71

14.01.03 Bijdragen aan agentschappen

11.188

 

11.188

7.885

19.073

738

311

310

310

- Waarvan bijdrage aan RWS

6.641

 

6.641

4.187

10.828

218

220

219

219

- Waarvan bijdrage NEa

3.411

 

3.411

112

3.523

78

78

78

78

- Waarvan bijdrage aan RVO

1.136

 

1.136

3.586

4.722

442

13

13

13

14.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

   

43.022

43.022

    

- Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland

   

28.000

28.000

    

- Waarvan DuMo

   

15.022

15.022

    

14.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

200

 

200

 

200

    

14.02 Veiligheid

16.069

1.000

17.069

1.565

18.634

962

1.028

1.032

1.032

14.02.01 Opdrachten

6.105

1.000

7.105

‒ 533

6.572

‒ 81

‒ 15

‒ 11

‒ 11

14.02.02 Subsidies

8.370

 

8.370

1.873

10.243

1.001

1.001

1.001

1.001

- Waarvan Veilig Verkeer Nederland

3.736

 

3.736

543

4.279

126

126

126

126

- Waarvan Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid

3.869

 

3.869

224

4.093

109

109

109

109

- Overige Subsidies

765

 

765

1.106

1.871

766

766

766

766

14.02.03 Bijdragen aan agentschappen

597

 

597

152

749

21

21

21

21

- Waarvan bijdrage RWS

597

 

597

152

749

21

21

21

21

14.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties

30

 

30

1

31

    

14.02.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

967

 

967

72

1.039

21

21

21

21

Ontvangsten

6.782

 

6.782

 

6.782

    
Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 op dit artikel met € 109,1 miljoen komt met name door de volgende mutaties:

  • Door de toevoeging van de gereserveerde Klimaatakkoord middelen vanuit de aanvullende post voor elektrische auto’s, elektrisch vervoer en de stimulering van bestel- en vrachtwagens is het verplichtingenbudget in 2020 met € 33 miljoen verhoogd.

  • De in 2019 niet-bestede middelen in het kader van de Klimaatenveloppe 2019 voor de maatregel Laadinfrastructuur zijn doorgeschoven naar 2020 en toegevoegd aan het verplichtingenbudget (€ 15 miljoen).

  • Een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds voor Beheer en Onderhoud op Caribisch Nederland zorgt voor een verhoging van het verplichtingenbudget met € 18 miljoen.

  • Een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve van mobiliteit op Caribisch Nederland voor een verhoging van het verplichtingenbudget van € 10 miljoen.

  • De verhoging van de garantieverplichtingen in 2020 op dit artikel met € 27 miljoen is het gevolg van liquiditeitsproblemen bij het CBR door de coronacrisis. Middels garantstelling wordt de huidige kredietfaciliteit op de rekening courant met € 27 miljoen verhoogd.

  • Tot slot zorgt de toevoeging van LPO aan dit artikel voor een verhoging van het verplichtingenbudet met € 1,8 miljoen.

14.01 Netwerk

14.01.01 Opdrachten

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 29,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de toevoeging van de gereserveerde Klimaatakkoord middelen vanuit de aanvullende post voor elektrische auto’s, elektrisch vervoer, en de stimulering van bestel- en vrachtwagens (€ 27 miljoen). Daarnaast wordt het kasbudget met name verhoogd door overboekingen uit het Infrastructuurfonds voor het programma Intelligente Transportsystemen (Beter Benutten) en Smart Mobility (in totaal € 4,9 miljoen).

Tot slot zorgt de toevoeging van LPO voor een ophoging van het kasbudget met € 1 miljoen. Daartegenover stonden overboekingen naar subsidies, bijdragen aan RWS en de RVO en apparaat in het kader van het klimaatakkoordmiddelen (€ 3,8 miljoen) en naar andere departementen met name naar het ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het programma AERIUS (€ 1 miljoen).

14.01.02 Subsidies

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 2,7 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de toevoeging van middelen voor de subsidieregeling BioLNG vanuit de gereserveerde middelen op het Infrastructuurfonds (€ 1 miljoen) en het verhogen van de tweede tranche voor de DKTI-regeling (€ 1 miljoen). De dekking voor het verhogen van de tweede tranche komt uit het opdrachtenbudget op dit artikel.

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 250.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2020 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor coördinatie en monitoring van de landelijke recreatieve fietsroutes aan de Stichting Landelijk Fietsplatform. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 250.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2020 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor belangenbehartiging voor wandelen en lopen en de coördinatie en monitoring van het landelijke wandelroutenetwerk aan Stichting Wandelnet. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

14.01.03 Bijdragen aan agentschappen

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 7,9 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een bijdrage aan RWS ten behoeve van additionele capaciteit voor Smart Mobility en de MIRT-projecten als gevolg van de extra projecten uit het Regeerakkoord (€ 3 miljoen). Deze verhoging wordt gedekt door een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds. Ook is de bijdrage aan RWS verhoogd voor Duurzame Mobiliteit (€ 0,6 miljoen). Deze verhoging wordt gedekt door een overboeking vanuit het opdrachtenbudget op dit artikel.

Daarnaast zorgt de bijdrage aan de RVO voor werkzaamheden omtrent Duurzame Mobiliteit (€ 3 miljoen) voor een verhoging van het kasbudget. Deze verhoging wordt gedekt door een overboeking vanuit de gereserveerde middelen voor het klimaatakkoord binnen de opdrachtenbudget.

Tot slot zorgt de toevoeging van LPO voor een ophoging van het kasbudget met € 0,4 miljoen.

14.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2020 met € 43 miljoen verhoogd. Dit komt door de toevoeging van de niet-bestede middelen uit de Klimaatenveloppe 2019 voor Laadinfra (€ 15 miljoen) en twee overboekingen vanuit het Infrastructuurfonds (€ 28 miljoen) voor Caribisch Nederland ten behoeve van mobiliteit en Beheer en Onderhoud.

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

16 Openbaar vervoer en spoor

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

23.353

 

23.353

7.222

30.575

225

205

200

339

Uitgaven

28.508

 

28.508

7.022

35.530

775

780

775

539

Waarvan juridisch verplicht

37%

   

29%

    

16.01 OV en Spoor

28.508

 

28.508

7.022

35.530

775

780

775

539

16.01.01 Opdrachten

6.399

 

6.399

899

7.298

140

165

432

414

16.01.02 Subsidies

18.719

 

18.719

2.061

20.780

526

505

233

15

- Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer

14.600

 

14.600

356

14.956

261

240

218

 

‒ 3e spoor Duitsland

3.000

 

3.000

 

3.000

    

- Overige Subsidies

1.119

 

1.119

1.705

2.824

265

265

15

15

16.01.03 Bijdragen aan agentschappen

940

 

940

‒ 19

921

28

29

29

29

- Waarvan bijdrage aan KNMI

45

 

45

1

46

1

1

1

1

- Waarvan bijdrage aan RWS

895

 

895

‒ 20

875

27

28

28

28

16.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

2.350

 

2.350

79

2.429

79

79

79

79

- CLU Betuweroute en HSL

2.350

 

2.350

79

2.429

79

79

79

79

16.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

100

 

100

2

102

2

2

2

2

16.01.10 Leningen

   

4.000

4.000

    

Ontvangsten

   

4.750

4.750

    
Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenophoging van € 7,2 miljoen is voornamelijk het gevolg van een lening aan de waddenveren «Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM)» en «Wagenborg Passagiersdiensten’’ (WPD) van respectievelijk € 3 en € 1 miljoen. Het Rijk acht de instandhouding van de veerverbinding naar de waddenveren een essentieel onderdeel van de vitale infrastructuur. Daarom wordt aanvullend op het generiek maatregelenpakket van het Kabinet tijdelijk additionele liquiditeitssteun geboden in de vorm van een plafondrelevante renteloze lening. Zo wordt voorkomen dat de waddenveren op korte termijn stoppen met varen.

Daarnaast de overboeking van middelen van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII ter dekking van een subsidie aan de NS voor de inpassing van de intercity verbinding tussen Dordrecht en Eindhoven (€1,4 miljoen). Ook zijn er activiteiten, zoals de Audit BOV (beheer onderhoud en vervanging), het taxibeleid en de ordening van de HSL-Zuid, doorgeschoven van 2019 naar 2020 (€ 0,9 miljoen). Bovendien is er een autonome ophoging van het verplichtingenbudget i.v.m. de verstrekking van een subsidie aan de Decentrale Openbaar Vervoer Autoriteiten (€ 0,8 miljoen). Daar tegenover staat een afboeking van verplichtingen (€ 0,4 miljoen) vanwege de jaarlijkse bijdrage aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

Uitgaven

16.01 OV en spoor

16.01.02 Subsidies

De verhoging van subsidies met € 1,8 miljoen is vooral het gevolg van een overboeking van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII naar aanleiding van een subsidieaanvraag van de NS. De NS gebruikt deze subsidie voor de inpassing van de intercityverbinding tussen Dordrecht en Eindhoven (€1,4 miljoen). Daarnaast werd er budget overgeheveld van opdrachten naar subsidies in verband met de subsidie aan de Decentrale Openbaar Vervoer Autoriteiten (DOVA) voor data van reizigersinformatie (€0,3 miljoen).

16.01.10 Leningen

Dit betref een lening aan de waddenveren Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM)» en «Wagenborg Passagiersdiensten’’ (WPD) van respectievelijk € 3 en € 1 miljoen. om te voorkomen dat de waddenveren op korte termijn moeten stoppen met varen. Zie ook de toelichting bij verplichtingen hierboven.

Ontvangsten

Dit betreft met name de terugbetaling van de verstrekte lening aan de waddenveren ( € 4 miljoen) zoals hierboven wordt toegelicht. Daarnaast zijn er ontvangsten de ontvangsten van regionale partijen voor Toekomstbeeld OV2040 (€ 0,750 miljoen).

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

17 Luchtvaart

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

44.713

861

45.574

90.752

136.326

‒ 177

‒ 177

‒ 107

‒ 107

Waarvan garantieverplichtingen

23.000

 

23.000

97.700

120.700

    

Waarvan overige verplichtingen

   

‒ 6.948

15.626

‒ 177

‒ 177

‒ 107

‒ 107

Uitgaven

24.443

861

25.304

1.202

26.506

443

393

29

12

Waarvan juridisch verplicht

73%

   

70%

    

17.01 Luchtvaart

24.443

861

25.304

1.202

26.506

443

393

29

12

17.01.01 Opdrachten

14.641

861

15.502

‒ 5.920

9.582

52

22

116

99

Opdrachten GIS

2.050

 

2.050

35

2.085

18

15

15

15

- Caribisch Nederland

6.265

 

6.265

‒ 5.717

548

40

40

40

40

- Overige Opdrachten

6.326

861

7.187

‒ 238

6.949

‒ 6

‒ 33

61

44

17.01.02 Subsidies

3.177

 

3.177

225

3.402

373

366

‒ 92

‒ 92

- Leefbaarheidsfonds

400

 

400

7

407

7

   

- Subsidie tarieven Bonaire

319

 

319

428

747

425

425

  

- Subsidie omploegen graan

1.786

 

1.786

‒ 169

1.617

32

32

  

- Overige Subsidies

672

 

672

‒ 41

631

‒ 91

‒ 91

‒ 92

‒ 92

17.01.03 Bijdragen aan agentschappen

1.449

 

1.449

1.331

2.780

15

2

2

2

- Waarvan bijdrage aan KNMI

14

 

14

 

14

    

- Waarvan bijdrage aan RWS

435

 

435

842

1.277

15

2

2

2

- Waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

1.000

 

1.000

489

1.489

    

17.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

3.500

 

3.500

5.559

9.059

    

- Bijdrage Caribisch Nederland

3.500

 

3.500

5.558

9.058

    

17.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

1.476

 

1.476

3

1.479

3

3

3

3

17.01.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

200

 

200

4

204

    

Ontvangsten

1.174

 

1.174

632

1.806

215

215

‒ 140

‒ 140

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 90,8 miljoen is met name het gevolg van het afboeken en aangaan van garantieverplichtingen.

Enerzijds is de garantieverplichting aan Winair afgeboekt (- € 23 miljoen). Eind 2019 heeft Winair gemeld dat de onderneming vanwege gewijzigde marktomstandigheden en toekomstplannen thans geen behoefte meer heeft aan een garantstelling voor de aanschaf van nieuwe vliegtuigen voor de korte afstand (waaronder tussen thuisbasis St Maarten en de Nederlandse gemeenten Saba en Sint Eustatius) zoals aanvankelijk werd beoogd.

Anderzijds zijn er drie aanvullende garantieverplichingen aangegaan:

  • Door afname van het vliegverkeer in 2020 komt de financiering van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) onder druk te staan, want deze wordt grotendeels betaald uit de heffingen die de luchtvaartmaatschappijen betalen die het Nederlandse luchtruim gebruiken. Dit levert voor LVNL een liquiditeitsprobleem op. Hiervoor is een verhoging van het rekening courant krediet met € 120 miljoen nodig (van € 45 miljoen naar € 165 miljoen) om dit jaar de liquiditeit te waarborgen. Met dit rekening courant krediet worden ook de Nederlandse contributies aan EUROCONTROL en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC) voor 2020 gegarandeerd. IenW stelt zich hiervoor garant.

  • Airport Coordination Netherlands (ACNL) is per 1 april 2020 een publiekrechtelijk zbo onder verantwoordelijkheid van IenW. ACNL voert een publieke taak uit; het toedelen van slots aan luchtvaartmaatschappijen voor vertrek of landing op Nederlandse luchthavens en de monitoring hierop. ACNL wil na omvorming tot ZBO gebruik maken van de mogelijkheid om te schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. IenW stelt zicht hiervoor garant tot een maximum van € 0,5 miljoen.

  • Daarnaast wordt deze leenfaciliteit van ACNL - zoals hierboven toegelicht - verhoogd met € 0,2 miljoen naar € 0,7 miljoen om dit jaar de liquiditeit te waarborgen. IenW stelt zich hiervoor garant. Door Covid-19 en de internationale vliegrestricties is het vliegverkeer in het Europese luchtvaartnetwerk en ook in Nederland afgenomen. Hierdoor komt de financiering van ACNL onder druk te staan, omdat deze wordt betaald uit de heffingen die de gecoördineerde luchthavens en de luchtvaartmaatschappijen betalen voor het gebruik van slots.

Tevens is er € 9 miljoen verplichtingenbudget voor bijdragen aan medeoverheden bij de tweede supppletoire begroting 2019 van 2020 naar 2019 geschoven, om de volledige verplichting aab te kunnen gaan. De budgettaire verwerking over het jaar 2020 vindt nu plaats.

Overige kleinere mutaties die samenhangen met mutaties op het uitgavenbudget verklaren het resterende verschil.

Uitgaven

17.01 Luchtvaart

17.01.01 Opdrachten

De verlaging van het uitgavenbudget op het instrument Opdrachten wordt voornamelijk veroorzaakt door een overboeking van € 5,5 miljoen van het opdrachtenbudget naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden ten behoeve van een bijzondere uitkering aan Sint Eustatius voor de bestrijding van erosie. Deze middelen zijn in 2018 bij Incidentele Suppletoire begroting voor Wederopbouw Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2017–2018, 34 897 XII, nr. 2) toegevoegd aan de begroting Hoofdstuk XII van IenW voor de wederopbouw van de luchthaven naar aanleiding van de orkaanschade en voor de erosieproblematiek op Sint Eustatius.

Daarnaast wordt er € 1,4 miljoen van het opdrachtenbudget overgeboekt naar het instrument Bijdrage aan agentschappen ten behoeve van de inzet van Rijkswaterstaat op Caribisch Nederland.

17.01.02 Subsidies

Er vindt een overboeking plaats van overige subsidies naar overige opdrachten (- € 0,1 miljoen). Het betreft de overboeking vanuit de subsidie Omgevingsraad Schiphol (ORS). IenW draagt financieel bij aan de activiteiten van de ORS. Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, regionale en lokale overheden, luchtvaartpartijen en brancheorganisaties met als doel om de hinder van Schiphol zoveel mogelijk te beperken en een optimaal gebruik van de luchthaven te bevorderen. De jaarlijkse bijdrage bedraagt maximaal € 264.000. De overboeking uit het subsidiebudget vindt plaats naar uitbestedingsopdrachten voor het project Schiphol. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Daarnaast vindt er een desaldering van ontvangsten van LVNL plaats met de Subsidies tarieven Bonaire (€ 0,5 miljoen). Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. Voor de nieuwe subsidieperiode 2020 ‒ 2022 wordt het subsidiebudget verhoogd. De bijdrage aan DC-ANSP in 2020 bedraagt maximaal € 760.000. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Er vindt een overboeking plaats van € 50.000 van overige opdrachten naar overige subsidies ten behoeve van de subsidie aan de stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (Stichting ABReL). De subsidie heeft tot doel om gezamenlijke opvattingen van de bewonersvertegenwoordigers in te brengen in de diverse discussies, op bijvoorbeeld landelijk niveau en de gezamenlijke belangen van bewoners bij regionale luchthavens daar te behartigen en bewonersvertegenwoordigers in de diverse commissies regionaal overleg te ondersteunen bij hun werk in deze commissies regionaal overleg en tenslotte zorg te dragen voor kennis- en informatie-uitwisseling tussen de bewonersvertegenwoordigers uit de commissies regionaal overleg bij de diverse luchthavens. De bijdrage bedraagt maximaal € 50.000. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

17.01.03 Bijdragen aan agentschappen

De verhoging van het budget wordt verklaard door de overboeking van € 1,4 miljoen van het instrument Opdrachten naar Bijdragen aan agentschappen. Dit is met name ten behoeve van de inzet van Rijkswaterstaat op Caribisch Nederland.

17.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging van het budget wordt verklaard door de overboeking van € 5,5 miljoen van het opdrachtenbudget naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden ten behoeve van een bijzondere uitkering aan Sint Eustatius voor de bestrijding van erosie.

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 18 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

18 Scheepvaart en havens

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

21.714

 

21.714

5.094

26.808

‒ 62

163

179

206

Uitgaven

39.881

 

39.881

2.913

42.794

390

163

179

206

Waarvan juridisch verplicht

53%

   

49%

    

18.01 Scheepvaart en havens

39.881

 

39.881

2.913

42.794

390

163

179

206

18.01.01 Opdrachten

35.139

 

35.139

‒ 9.907

25.232

351

124

124

151

- Topsector Logistiek

13.994

 

13.994

1.810

15.804

425

   

- Caribisch Nederland

12.500

 

12.500

‒ 12.335

165

    

- Overige Opdrachten

8.645

 

8.645

618

9.263

‒ 74

124

124

151

18.01.02 Subsidies

1.764

 

1.764

31

1.795

    

- Topsector Logistiek

1.764

 

1.764

31

1.795

    

18.01.03 Bijdragen aan agentschappen

1.405

 

1.405

299

1.704

49

49

65

65

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

1.405

 

1.405

49

1.454

49

49

65

65

- Waarvan bijdrage aan RVO

   

250

250

    

18.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

   

12.500

12.500

    

- Bijdragen aan medeoverheden Caribisch Nederland

   

12.500

12.500

    

18.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

1.573

 

1.573

‒ 10

1.563

‒ 10

‒ 10

‒ 10

‒ 10

Ontvangsten

784

 

784

100

884

    
Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door de toevoeging van € 2 miljoen ten behoeve van de Opdrachten Topsector Logistiek vanuit de reservering op het Infrastructuurfonds. De middelen voor het programma Topsector Logistiek worden in tranches vrijgegeven en overgeboekt naar de begroting Hoofdstuk XII, waar de uitgaven worden verantwoord.

Uitgaven

18.01 Scheepvaart en havens

18.01.01 Opdrachten

De verlaging van het uitgavenbudget op dit instrument met € 9,9 miljoen wordt verklaard door de overboeking vanuit het Infrastructuurfonds voor de Topsector Logistiek aan Opdrachten Topsector Logistiek (+ €1,8 miljoen) en een overboeking van Opdrachten Caribisch Nederland aan Bijdragen medeoverheden (- €12,5 miljoen). Dit is ten behoeve van een bijzondere uitkering aan Saba. Deze middelen zijn in 2018 bij Incidentele suppletoire begroting voor Wederopbouw Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2017–2018, 34 897 XII, nr. 2) toegevoegd aan de begroting Hoofdstuk XII van IenW voor de wederopbouw van de zeehavens van Saba en Sint Eustatius naar aanleiding van de orkaanschade.

18.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging van het uitgavenbudget op dit instrument wordt verklaard door de overboeking vanuit het instrument Opdrachten ten behoeve van de bijzondere uitkering aan Saba (+ € 12,5 miljoen).

3.7 Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 19 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

19 Uitvoering milieubeleid en internationaal

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

43.491

‒ 1.000

42.491

14.834

57.325

1.118

1.199

2.164

2.164

Uitgaven

44.374

‒ 1.000

43.374

16.117

59.491

1.118

1.199

1.214

1.214

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

83%

    

19.02 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

44.374

‒ 1.000

43.374

16.117

59.491

1.118

1.199

1.214

1214

19.02.01 Opdrachten

7.360

‒ 1.000

6.360

3.067

9.427

‒ 1.974

87

90

90

19.02.02 Subsidies

274

 

274

206

480

4

4

4

4

- Interreg

244

 

244

205

449

4

4

4

4

- Overige Subsidies

30

 

30

1

31

    

19.02.03 Bijdragen aan agentschappen

34.271

 

34.271

9.905

44.176

1.088

1.108

1.120

1120

- Waarvan bijdrage aan RIVM

26.626

 

26.614

6.945

33.559

830

851

863

863

- Waarvan bijdrage aan RVO

7.382

 

7.382

2.909

10.291

253

252

252

252

- Waarvan bijdrage aan RWS

263

 

263

63

326

5

5

5

5

19.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties

2.469

 

2.469

1.539

4.008

    

19.02.07 Bekostiging

   

1.400

1.400

2.000

   

Ontvangsten

         
Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 19 is per saldo met € 14,8 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  • Er is € 5,5 miljoen overgeboekt vanuit diverse artikelen naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM. De opdrachten aan het RIVM wordt verantwoord op artikel 19.

  • Er is € 2,9 miljoen overgeboekt vanuit artikel 21 naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RVO. De opdracht aan de RVO wordt verantwoord op artikel 19. In dit geval gaat het om een opdracht voor het uitvoeren van werkzaamheden voor duurzame landbouw en biotische reststromen, marktprikkels en Nederland circulair in 2050.

  • Twee overboekingen van in totaal € 3,4 miljoen van het Deltafonds naar dit beleidsartikel betreffende de in 2019 ontvangen bijdrage van Denemarken en Engeland aan de activiteiten van de Global Commission on Adaptation (GCA). Deze middelen stonden gereserveerd op het Deltafonds en worden nu overgeboekt naar HXII waar de uitgaven worden verantwoord.

  • Een overboeking van € 3 miljoen van het minsterie van BZ naar IenW inzake een toegekende HGIS claim voor de financiering van de door de Global Commission on Adaptaton te organiseren Climate Adaptation Summit (CAS) in 2020.

  • Een overboeking van € 0,6 miljoen van het minsterie van BZ naar IenW inzake een toegekende HGIS claim voor de financiering van een nieuwe locatie op Bonaire voor een grondstation ten behoeve van het Europees satellietsysteem voor plaatsbepaling (Galileo Sensor Station).

  • Een overboeking van € 0,2 miljoen van het minsterie van EZK naar IenW inzake een bijdrage aan Indonesie voor het opzetten van een emmissie registratie systeem (Monitoring, Reporting, and Verification) in relatie tot klimaatverandering.

  • Een overboeking van artikel 19 naar artikel 20 ter dekking van de nadeelcompensatie aan veehouderijen van € 1,5 miljoen.

Uitgaven

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

19.02.01 Opdrachten

Per saldo is het opdrachtenbudget met € 3,1 miljoen toegenomen. Dit komt met name door:

  • Een overboeking van € 3 miljoen en € 0,6 miljoen van het minsterie van BZ naar IenW inzake toegekende HGIS claims. Zie toelichting onder verplichtingen.

  • Twee overboekingen van in totaal € 3,4 miljoen van het Deltafonds naar dit beleidsartikel betreffende de in 2019 ontvangen bijdrage van Denemarken en Engeland aan de activiteiten van de Global Commission on Adaptation (GCA). Deze middelen stonden gereserveerd op het Deltafonds en worden nu overgeboekt naar HXII waar de uitgaven worden verantwoord.

  • Een herschikking van opdrachten naar bijdragen aan internationale organisaties van € 1,3 miljoen ten behoeve van de Bijdrage aan het World Recourses Institute (WRI) ter ondersteuning van de activiteiten van de Global Commission on Adapatation.

  • Een herschikking binnen de HGIS-budgetten op arikel 19 in het kader van de ontvlechting van de Global Centre on Adaptation (GCA) per 1 april 2020. De middelen ter hoogte van € 1,4 miljoen zijn van 19.02.01 overgeboekt naar 19.02.07.

  • Een overboeking van artikel 19 naar artikel 20 ter dekking van de nadeelcompensatie aan veehouderijen van € 1,5 miljoen.

19.02.03 Bijdragen aan agentschappen

Er € 8,5 miljoen overgeheveld vanuit diverse artikelen naar artikel 19 ten behoeve van de opdrachtverlening aan de RVO en het RIVM. Zie ook bovenstaande toelichtingen.

Vanuit de eindejaarsmarge 2019 en loon- en prijsbijstelling is € 1,4 miljoen toegevoegd aan deze budgetplaats. De middelen zijn ontvangen op artikel 99 en worden binnen de begroting HXII herverdeeld.

19.02.05 Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

Het kasbudget op dit financieel instrument is met € 1,5 miljoen toegenomen als gevolg van een herschikking binnen artikel 19 ten behoeve van de Bijdrage aan het World Recourses Institute (WRI) ter ondersteuning van de activiteiten van de Global Commission on Adapatation. Deze middelen komen vanaf het opdrachtenbudget internationaal beleid coördinatie en samenwerking (19.02.01).

19.02.07 GCA

Het kasbudget op dit financiële instrument is verhoogd met € 1,4 miljoen. en betreft een herschikking binnen de HGIS-budgetten ten behoeve van de Global Centre on Adapatation (GCA) dat sinds oktober 2019 formeel is omgezet in een stichting.

Het GCA is op verzoek van het United Nations Environment Programme en samen met een aantal supporting countries door Nederland als excellent adaptatie kennisinstituut gestart en ondergebracht bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Deze middelen komen vanaf het opdrachtenbudget internationaal beleid coördinatie en samenwerking (19.02.01).

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

20 Lucht en geluid

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

25.845

 

25.845

2.121

27.966

‒ 1.960

‒ 1.894

899

919

Uitgaven

26.045

 

26.045

4.680

30.725

818

834

899

919

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

26.045

 

26.045

4.680

30.725

818

834

899

919

20.01.01 Opdrachten

2.763

 

2.763

2.803

5.566

49

49

49

49

- Geluid- en Luchtsanering

2.759

 

2.763

2.632

5.395

49

49

49

49

- Overige opdrachten

4

  

171

171

    

20.01.03 Bijdragen aan agentschappen

1.539

 

1.539

‒ 71

1.468

53

53

54

54

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

1.539

 

1.539

‒ 71

1.468

53

53

54

54

20.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

21.452

 

21.452

1.873

23.325

708

724

788

808

- NSL

   

1.500

1.500

    

- Wegverkeerlawaai

21.452

 

21.452

373

21.825

708

724

788

808

20.01.07 Bekostiging

291

 

291

75

366

8

8

8

8

Ontvangsten

         
Toelichting

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op dit artikel met € 2,1 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  • Vanuit artikel 20 van het Infrastructuurfonds is € 4,4 miljoen overgeboekt naar artikel 20 ten behoeve van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord (SLA). Zie toelichting onder uitgaven.

  • Een overboeking van € 2,5 miljoen naar artikel 19 in het kader van de opdrachtverlening aan het RIVM. Zie toelichting onder uitgaven.

Uitgaven

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

20.01.01 Opdrachten

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2020 met € 2,8 miljoen opgehoogd . Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  • Vanuit artikel 20 van het Infrastructuurfonds is € 4,4 miljoen overgeboekt naar artikel 20 ten behoeve van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord (SLA). Voor de uitvoering van het SLA is € 50 miljoen gereserveerd op het Infrastructuurfonds voor de periode 2020 tot en met 2023. De benodigde middelen worden jaarlijks overgeboekt naar begrotingshoofdstuk XII.

  • Een overboeking van € 2,5 miljoen naar artikel 19 in het kader van de opdrachtverlening aan het RIVM voor het uitvoeren van diverse werkzaamheden inzake het programma Lucht en geluid en het Schone Lucht Akkoord. De opdracht aan RIVM wordt verantwoord op artikel 19.

  • Daarnaast hebben er herschikkingen van de budgetten op de diverse financiële instrumenten binnen dit artikel plaatsgevonden à € 0,6 miljoen.

  • Tevens is er € 0,2 miljoen overgeboekt van artikel 17 naar artikel 20 voor de opdracht aan het RIVM voor het leveren van ondersteuning in de MER-procedure inzake een tweede wijziging van het Luchthavenverkeersbesluit (LVB2).

20.01.04 Bijdrage aan mede-overheden

Het budget voor de bijdrage aan medeoverheden wordt per saldo opgehoogd met € 1,2 miljoen. Dit komt met name door een overboeking van € 1,5 miljoen van artikel 19 naar artikel 20 voor de bekostiging van de nadeelcompensatie aan veehouderijen. In het kader van de Aanpassing van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) werkt IenW samen met gemeenten aan het oplossen van knelpunten in geval van overschrijding van de grenswaarden fijnstof op burger- en plattelandswoningen bij veehouderijen. Om de overschrijdingen op te lossen zijn in een aantal gevallen aanvullende maatregelen nodig. Het gaat om besluiten over het ambtshalve wijzigen of het intrekken van een omgevingsvergunning milieu.

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

21 Duurzaamheid

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

89.535

 

89.535

‒ 44.522

45.013

937

592

662

662

Uitgaven

89.644

 

89.644

‒ 315

89.329

1.207

592

662

662

Waarvan juridisch verplicht

63%

   

63%

    

21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium

1.247

 

1.247

‒ 365

882

22

15

15

15

21.04.01 Opdrachten

1.247

 

1247

‒ 365

882

22

15

15

15

21.05 Duurzame productketens

70.975

 

70.975

5.214

76.189

1.134

519

571

571

21.05.01 Opdrachten

12.127

 

12.127

‒ 1.714

10.413

702

87

91

91

- Uitvoering Duurzame Productketens

8.842

 

8.842

‒ 1.444

7.398

670

51

22

22

- Overig Opdrachten

3.285

 

3.285

‒ 270

3.015

32

36

69

69

21.05.02 Subsidies

49.757

 

49.757

6.586

56.343

151

151

222

222

- Subsidies duurzame productketens

49.757

 

49.757

6.073

55.830

151

151

222

222

- Overige subsidies

   

513

513

    

21.05.03 Bijdragen aan agentschappen

7.247

 

7.247

284

7.531

250

250

250

250

- Waarvan bijdrage aan RWS

7.247

 

7.247

284

7.531

250

250

250

250

21.05.04 Bijdragen aan medeoverheden

1.374

 

1.374

50

1.424

23

23

  

- Caribisch Nederland Afvalbeheer

1.374

 

1.374

50

1.424

23

23

  

21.05.06 Bijdragen ZBO en RWT

470

 

470

8

478

8

8

8

8

21.06 Natuurlijk kapitaal

17.422

 

17.422

‒ 5.164

12.258

51

58

76

76

21.06.01 Opdrachten

17.422

 

17.422

‒ 5.164

12.258

51

58

76

76

21.07 Duurzame Mobiliteit

0

 

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

         
Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 21 is per saldo met € 44,5 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door drie mutaties:

  • Zoals eerder toegelicht bij de 2e suppletoire begroting 2019 heeft er een verplichtingenschuif van 2020 naar 2019 à € 42,5 miljoen op artikel 21 plaatsgevonden om de verplichting te kunnen aangaan voor de Demonstratieregeling Energie en Klimaat innovatie (DEI+ voor Circulaire Economie) die van 1 augustus 2019 tot en met 22 september 2020 is opengesteld en wordt uitgevoerd door RVO. Het gaat hier om Urgendamiddelen die beschikbaar zijn gesteld door het kabinet om de versnelling en opschaling van de transitie naar een circulaire economie te ondersteunen. Specifiek gaat het om de stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textiel en stimulering van CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie.

  • Er is € 6,5 miljoen van artikel 21 op de beleidsbegroting naar artikel 12 van het Infrastructuurfonds gegaan ten behoeve van een tweejarige opdracht aan RWS voor het nemen van CO2-reducerende maatregelen via circulaire initiatieven in de Grond- Weg- en Waterbouw (GWW). Het betreft de inzet van Urgendamiddelen en het benodigde budget wordt overgeboekt naar de budgetplaats op het Infrafonds waar de uitgaven door RWS worden verantwoord.

  • In het kader van de maatregelen CO2-reductie (gevolg Urgenda) zijn voor de uitbreiding van de fiscale regelingen MIA/VAMIL in 2020 extra middelen beschikbaar gesteld. € 4,7 miljoen wordt door IenW ingezet voor de middelen voor circulaire maatregelen door bedrijven die tot CO2-reductie leiden. Zie toelichting onder uitgaven.

Uitgaven

21.05 Duurzame productketen

21.05.01 Opdrachten

Het budget aan opdrachten binnen duurzame productketens is per saldo met € 1,7 miljoen verlaagd. Dit komt met name door:

  • Een overboeking à € 1,2 miljoen vanuit artikel 21 naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan de RVO. De opdracht aan RVO wordt verantwoord op artikel 19. In dit geval gaat het om een opdracht voor het uitvoeren van werkzaamheden voor duurzame landbouw en biotische reststromen, marktprikkels en Nederland circulair in 2050.

  • Een overboeking vanuit artikel 21 naar artikel 19 à € 0,8 miljoen in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM. De opdracht aan RIVM wordt verantwoord op artikel 19. In dit geval gaat het om een de opdracht voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het programma circulaire economie, luchtkwaliteit en klimaat, geluid en trillingen en luchtkwaliteit en gezondheid.

21.05.02 Subsidies

Het subsidiebudget binnen duurzame productketens is per saldo met € 6,5 miljoen opgehoogd:

  • In het kader van de maatregelen CO2-reductie (gevolg Urgenda) zijn in 2020 extra middelen beschikbaar gesteld (€ 14,7 miljoen). € 10 miljoen hiervan is opgenomen in het Belastingplan 2020 en wordt ingezet voor de uitbreiding van de fiscale regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL). Het resterende bedrag van € 4,7 miljoen wordt bij 1e suppletoire begroting overgeboekt naar de begroting van IenW waar ze zullen worden ingezet voor circulaire maatregelen door bedrijven die tot CO2-reductie leiden. De middelen worden toegevoegd aan de budgetplaats voor subsidies duurzame productketens.

  • Er is € 3,6 miljoen vanuit de eindejaarsmarge 2019 en loon- en prijsbestelling toegevoegd. Deze middelen zijn ontvangen op artikel 99 en worden binnen de begroting HXII herverdeeld.

  • Er is € 1,7 miljoen overgeboekt vanuit artikel 21 naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RVO. De opdracht aan RVO wordt verantwoord op artikel 19. De opdracht wordt mede namens andere directies en ministeries verstrekt en de andere partijen hevelen hiervoor budget over.

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 1 een bedrag van € 2 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2020 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de stimulering van circulair ontwerpen door middel van het programma CIRCO aan TKI CLICKNL. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 1 een bedrag van € 0,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2020 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor ondersteuning van een betere infrastructuur voor repair aan Stichting Repair Café. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

21.06 Natuurlijk kapitaal

21.06.01 Opdrachten

Per saldo wordt het kasbudget voor opdrachten binnen natuurlijk kapitaal met € 5,2 miljoen verlaagd:

  • Dit komt grotendeels door een overheveling van € 6,5 miljoen van artikel 21 op de beleidsbegroting naar artikel 12 op het Infrastructuurfonds ten behoeve van een tweejarige opdracht aan RWS voor het nemen van CO2-reducerende maatregelen via circulaire initiatieven in de Grond- Weg- en Waterbouw (GWW). Zie ook bovenstaande toelichting.

  • Daarnaast is er € 1,4 miljoen vanuit de eindejaarsmarge 2019 en loon- en prijsbijstelling toegevoegd. Deze middelen zijn ontvangen op artikel 99 en worden binnen de begroting HXII herverdeeld.

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

31.241

 

31.241

14.059

45.300

1.372

669

916

917

Uitgaven

34.204

 

34.204

8.740

42.944

232

354

601

602

Waarvan juridisch verplicht

67%

   

53%

    

22.01 Veiligheid chemische stoffen

8.540

 

8.540

‒ 800

7.740

‒ 380

‒ 379

‒ 349

‒ 348

22.01.01 Opdrachten

5.718

 

5.718

‒ 1.516

4.202

‒ 1.511

‒ 1.503

‒ 1.441

‒ 1.440

22.01.02 Subsidies

265

 

265

208

473

42

35

3

3

22.01.03 Bijdragen aan agentschappen

2.557

 

2.557

508

3.065

89

89

89

89

- Waarvan bijdrage aan RWS

2.337

 

2.337

500

2.837

81

81

81

81

- Overige bijdragen

220

 

220

8

228

8

8

8

8

22.01.06 Bijdrage ZBO's/RWT's

     

1.000

1.000

1.000

1.000

22.02 Veiligheid biotechnologie

3.770

 

3.770

67

3.837

49

49

49

49

22.02.01 Opdrachten

3.770

 

3.770

67

3.837

49

49

49

49

22.03 Veiligheid bedrijven en transport

21.894

 

21.894

9.473

31.367

563

684

901

901

22.03.01 Opdrachten

8.478

 

8.478

4.019

12.497

379

‒ 104

113

113

- Omgevingsveiligheid

4.329

 

4.329

273

4.602

533

522

569

569

- Overige Opdrachten

4.149

 

4.149

3.746

7.895

‒ 154

‒ 626

‒ 456

‒ 456

22.03.02 Subsidies

3.849

 

3.849

3.860

7.709

50

50

50

50

- Asbest

         

- Subsidie Inrichting & Transparantie

3.284

 

3.284

3.820

7.104

40

40

40

40

- Overige Subsidies

565

 

565

40

605

10

10

10

10

22.03.03 Bijdragen aan agentschappen

1.521

 

1.521

820

2.341

52

52

52

52

- Waarvan bijdrage aan RWS

1.521

 

1.521

820

2.341

52

52

52

52

22.03.04 Bijdragen aan medeoverheden

5.000

 

5.000

88

5.088

    

22.03.09 Inkomensoverdrachten

3.046

 

3.046

686

3.732

82

686

686

686

- Mesothelioom en asbestose

3.046

 

3.046

686

3.732

82

686

686

686

Ontvangsten

250

 

250

 

250

    
Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 22 is met € 14,0 miljoen opgehoogd. Per saldo komt dit primair door onderstaande mutaties:

  • Vanwege besluitvorming in de Eerste Kamer omtrent het niet doorgaan van het wettelijke verbod op asbestdaken is in 2019 een vertraging (€ 5,0 miljoen) ontstaan op het programma 'Asbest eraf, duurzaam erop'. Deze middelen zijn bij de tweede suppletoire begroting in 2019 ingeleverd bij Financiën en worden nu middels de eindejaarsmarge opgevraagd om uitvoering te geven aan het programma.

  • Er heeft een technische correctie van € 2,9 miljoen van het verplichtingenbudget plaatsgevonden binnen het opdrachtenbudget veiligheid biotechnologie om kas en verplichtingen aan elkaar gelijk te stellen.

  • Er heeft een technische correctie van € 2,0 miljoen van het verplichtingenbudget plaatsgevonden binnen het subsidiebudget veiligheid bedrijven en transport om kas en verplichtingen aan elkaar gelijk te stellen.

  • Vanuit artikel 14 is € 1,0 miljoen overgeboekt naar subsidies veiligheid bedrijven en transport vanwege de kosten voor de tegemoetkoming aan vuurwerkondernemers voor het verwerken en het opruimen van restvoorraden. Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 22.

  • Vanuit de ministeries van JenV en EZK is € 2,0 miljoen overgeboekt naar subsidies veiligheid bedrijven en transport vanwege de kosten voor de tegemoetkoming aan vuurwerkondernemers voor het verwerken en het opruimen van restvoorraden. Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 22.

  • Er is vanaf het opdrachtenbudget chemische stoffen € 0,5 miljoen overgeheveld aan het ministerie van VWS voor de advieswerkzaamheden van de Gezondheidsraad op het aandachtsgebied leefomgeving.

  • Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden CTGB. De benodigde middelen à € 1,0 miljoen voor de vergoeding van de werkzaamheden van het CTGB worden overgeboekt naar LNV vanaf artikel 22.

Uitgaven

22.01 Veiligheid chemische stoffen

22.01.01 Opdrachten

Per saldo is er het opdrachtenbudget veiligheid chemische stoffen met € 1,6 miljoen verlaagd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  • Er is vanaf het opdrachtenbudget chemische stoffen € 0,5 miljoen overgeheveld aan het ministerie van VWS voor de advieswerkzaamheden van de Gezondheidsraad op het aandachtsgebied leefomgeving.

  • Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden CTGB is een ZBO. De benodigde middelen à € 1,0 miljoen voor de vergoeding van de werkzaamheden van het CTGB worden overgeboekt naar het daarvoor bestemde instrument op artikel 22.

22.03 Veiligheid bedrijven en transport

22.03.01 Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten veiligheid bedrijven en transport met € 4,0 miljoen toegenomen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  • Vanwege besluitvorming in de Eerste Kamer omtrent het niet doorgaan van het wettelijke verbod op asbestdaken is in 2019 een vertraging (€ 5,0 miljoen) ontstaan op het programma 'Asbest eraf, duurzaam erop'. Deze middelen zijn bij de tweede suppletoire begroting in 2019 ingeleverd bij Financiën en worden nu middels de eindejaarsmarge opgevraagd om uitvoering te geven aan het programma.

  • Er heeft een herschikking van € 0,6 miljoen van de budgetten binnen artikel 22 plaatsgevonden ten behoeve van het verlenen van inkomensoverdrachten aan mesothelioomslachtoffers van asbest.

  • Er heeft een herschikking van € 0,5 miljoen van de budgetten binnen artikel 22 plaatsgevonden in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2020.

22.03.02 Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies ten behoeve van veiligheid bedrijven en transport met € 3,9 miljoen verhoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  • Vanuit artikel 14 is € 1,0 miljoen overgeheveld naar subsidies veiligheid bedrijven en transport vanwege de kosten voor de tegemoetkoming aan vuurwerkondernemers voor het verwerken en het opruimen van restvoorraden. Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 22.

  • Vanuit de ministeries van JenV en EZK is € 2,0 miljoen overgeboekt naar subsidies veiligheid bedrijven en transport vanwege de kosten voor de tegemoetkoming aan vuurwerkondernemers voor het verwerken en het opruimen van restvoorraden. Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 22.

  • Er is € 0,7 miljoen toegevoegd uit de eindejaarsmarge vanwege kasvertragingen in 2019. De verplichtingen zijn al eerder aangegaan. Tevens is € 0,1 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd na uitkering van de loon- en prijsbijstelling.

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

57.530

 

57.530

‒ 160

57.370

5.767

1.314

1.131

‒ 1.829

Uitgaven

57.643

 

57.643

‒ 160

57.483

5.767

1.314

1.131

‒ 1.829

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    

23.01 Meteorologie en seismologie

35.336

 

35.336

949

36.285

1.056

1.014

948

918

23.01.03 Bijdragen aan agentschappen

34.396

 

34.396

949

35.345

1.056

1.014

948

918

- KNMI: Meteorologie

32.666

 

32.666

905

33.571

1.014

974

908

878

- KNMI: Seismologie

985

 

985

25

1.010

25

23

23

23

- KNMI: Caribisch Nederland

745

 

745

19

764

17

17

17

17

23.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

940

 

940

 

940

    

- Contributie aan WMO (HGIS)

940

 

940

 

940

    

23.02 Aardobservatie

22.307

 

22.307

‒ 1.109

21.198

4.711

300

183

‒ 2747

23.02.03 Bijdragen aan agentschappen

22.307

 

22.307

‒ 1.109

21.198

4.711

300

183

‒ 2747

- KNMI: Aardobservatie

22.307

 

22.307

‒ 1.109

21.198

4711

300

183

‒ 2747

Ontvangsten

         
Toelichting

Uitgaven

23.01 Meteorologie en Seismologie

23.01.03 Bijdragen aan Agentschappen

De naar boven bijgestelde raming voor Meteorologie betreft de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling.

23.02 Aardobservatie

23.02.03 Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft een kasschuif à € 4,5 miljoen om de middelen voor de te betalen contributie aan EUMETSAT te actualiseren en in het juiste ritme te plaatsen. Er wordt € 1,5 miljoen doorgeschoven vanuit 2020 naar 2021 en € 3 miljoen naar voren gehaald uit 2024 naar 2020 om per saldo € 4,5 miljoen aan benodigde middelen in 2021 te plaatsen.

3.12 Artikel 24 Handhaving en Toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

24 Handhaving en toezicht

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

123.234

 

123.234

2.879

126.113

2.465

1.874

1.722

1.478

Uitgaven

123.234

 

123.234

2.879

126.113

2.465

1.874

1.722

1.478

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    

24.01 Handhaving en toezicht

123.234

 

123.234

2.879

126.113

2.465

1.874

1.722

1.478

24.01.03 Bijdragen aan het agentschap ILT

123.234

 

123.234

2.879

126.113

2.465

1.874

1.722

1.478

- Waarvan bijdrage aan agentschap ILT

123.234

 

123.234

2.879

126.113

2.465

1.874

1.722

1.478

Ontvangsten

         
Toelichting

Verplichtingen

Bij de 1e suppletoire begroting worden er middelen toegevoegd aan de begroting van de ILT. De ILT ontvangt vanuit artikel 99 Nog Onverdeel de loon- en prijsbijstelling voor 2020. Verder is er een verrekening van structurele bedrijfsvoeringskosten. Daarnaast ontvangt de ILT een bijdrage voor het wegwerken van achterstanden en middelen voor de handhaving van de Afsluitdijk.

Uitgaven

24.01 Handhaving en Toezicht

Zie toelichting verplichtingen.

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

25 Brede doeluitkering

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

909.220

 

909.220

23.104

932.324

    

Uitgaven

920.515

 

920.515

32.936

953.451

    

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    

25.01 Brede doeluitkering

920.515

 

920.515

32.936

953.451

    

Ontvangsten

         
Toelichting

25.01 Brede doeluitkering

De uitgaven op dit artikel zijn bij de eerste suppletoire begroting met € 32,9 miljoen verhoogd. Dit betreft met name de toevoeging van de loon en prijsbijstelling (€ 23,6 miljoen). Deze middelen zijn ontvangen op artikel 99 en worden binnen de begroting HXII herverdeeld. Daarnaast zijn er overboekingen van het Infrastructuurfonds ten behoeve van Slimme en Duurzame mobiliteit (€ 4,9 miljoen), Snelfietsroutes (€ 2,6 miljoen), het project CID Binckhorst (€ 0,9 miljoen) en Beter Benutten (€ 0,5 miljoen). Conform de wet BDU zijn vorig jaar de bedragen als verplichting vastgelegd.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 26 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

26 Bijdrage investeringsfondsen

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

6.981.233

 

6.981.233

‒ 470.387

6.510.846

‒ 462.731

‒ 548.153

5.861

‒ 113.559

Uitgaven

6.979.233

 

6.979.233

‒ 469.236

6.509.997

‒ 464.231

‒ 551.653

4.861

‒ 113.609

26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

6.046.994

 

6.046.994

‒ 363.548

5.683.446

‒ 545.773

‒ 525.607

‒ 192.423

‒ 253.625

26.02 Bijdrage aan het Deltafonds

932.239

 

932.239

‒ 105.688

826.551

81.542

‒ 26.046

197.284

140.016

Ontvangsten

         
Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande kasmutaties

26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 wordt met € € 363,5 miljoen verlaagd. Hieronder worden de belangijkste muaties toegelicht. Voor meer detail wordt verwezen naar het Infrastructuurfonds en Deltafonds.

  • De kasschuif van € -166,4 miljoen. Als gevolg van het geactualiseerde programma en om voldoende overprogrammering te creëren op het Infrastructuurfonds is er een kasschuif met het generale beeld verwerkt op de begroting van het Infrastructuurfonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en zal bij de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht worden. Met deze kasschuif is er een overprogrammering van € 428,7 miljoen gecreëerd in 2020. De totale overprogrammering in de begrotingsperiode (2020-2024) bedraagt € 2.210,4 miljoen op het Infrastructuurfonds. In de ontwerpbegroting 2021 zal de hoogte van de overprogrammering van een actualisatie worden voorzien als gevolg van de begrotingsvoorstellen.

  • De DBFM inpassing van € -143,1 miljoen. In 2020 wordt het project A9 Badhoevedorp Holendrecht omgezet naar een DBFM-concstructie. Hierdoor wordt het kader op het Infrastructuurfonds verlaagd met € 143,1 miljoen in 2020.

26.02 Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2020 wordt met € 105,7 miljoen verlaagd. De belangrijkste mutaties zijn:

  • De kasschuif van € 94,9 miljoen. Als gevolg van het geactualiseerde programma en om voldoende overprogrammering te creëren op het Deltafonds is er een kasschuif met het generale beeld verwerkt op de begroting van het Deltafonds. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en zal bij de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht worden. Met deze kasschuif is er een overprogrammering van € 46 miljoen gecreëerd in 2020. De totale overprogrammering in de begrotingsperiode (2020-2024) bedraagt € 24 miljoen op het Deltafonds. In de ontwerpbegroting 2021 zal de hoogte van de overprogrammering van een actualisatie worden voorzien als gevolg van de begrotingsvoorstellen.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid art. 97 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

97 Algemeen departement

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

43.309

 

43.309

27.335

70.644

‒ 3.575

‒ 3.586

922

922

Uitgaven

60.451

 

60.451

19.802

80.253

984

918

922

922

97.01 Algemeen departement

53.751

 

53.751

19.684

73.435

984

918

922

922

97.01.01 Opdrachten

30.284

 

30.284

19.091

49.375

391

325

328

328

- van A naar Beter

1.790

 

1.790

183

1.973

31

32

33

33

- Ext. Juridische adv.

1.462

 

1.462

90

1.552

25

28

29

29

- Onderzoeken PBL

2.286

 

2.286

1.635

3.921

40

40

41

41

- Onderzoeken ANVS

3.581

 

3.581

263

3.844

65

65

66

66

- Departementaal Coordinatiecentrum Crisisbeheersing

7.169

 

7.169

126

7.295

125

125

125

125

- Regeringsvliegtuig

9.183

 

9.183

16.384

25.567

162

162

162

162

- Overige Opdrachten

4.813

 

4.813

410

5.223

‒ 57

‒ 127

‒ 128

‒ 128

97.01.02 Subsidies

1.328

 

1.328

 

1.328

    

97.01.03 Bijdragen aan agentschappen

22.139

 

22.139

593

22.732

593

593

594

594

- Waarvan bijdrage aan ILT

12.737

 

12.737

381

13.118

381

381

381

381

- Waarvan bijdrage aan KNMI

213

 

213

5

218

5

5

5

5

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.713

 

2.713

93

2.806

93

93

94

94

- Overige bijdragen aan agentschappen

6.476

 

6.476

114

6.590

114

114

114

114

97.01.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

0

 

0

 

0

    

- StAB

0

 

0

 

0

    

97.02 Sanering Thermphos

6.700

 

6.700

118

6.818

    

97.02.02 Subsidies

6.700

 

6.700

118

6.818

    

- Sanering Thermphos

6.700

 

6.700

118

6.818

    

Ontvangsten

1.101

 

1.101

1.794

2.895

    
Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties hangen samen met onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil betreft voornamelijk een verplichtingenschuif van de jaren 2021 en 2022 naar 2020 voor het vastleggen van een opdracht aan het RIVM door het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) (€ 8,9 miljoen). Dit voor het in stand houden van de CBRN (chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen) -responsorganisatie. Daarnaast heeft een schuif van 2020 naar 2019 plaats gevonden t.b.v. de Innovatie Estafette (-€ 1 miljoen) en is een Eindejaarsmarge voor overlopende verplichtingen uitgekeerd (€ 0,4 miljoen).

97.01 IenW-brede programmamiddelen

97.01.01 Opdrachten

De extra uitgaven betreft voornamelijk de uitgaven voor de inklaring van het Regeringsvliegtuig die in 2019 niet meer tot betaling zijn gekomen. Deze middelen worden aan de IenW begroting toegevoegd, omdat de betaling in 2020 plaatsvindt (€ 16,2 miljoen). Tevens verwacht PBL extra opbrengsten uit opdrachten voor contractonderzoek waarvan een deel wordt gerealiseerd met de inzet van tijdelijk personeel (€ 1,5 miljoen). De toename overige opdrachten betreft de bijdrage van ministeries van LNV, EZK en BZK aan de Innovatie Estafette (€ 1,0 miljoen) en de verschuiving op het gebied van communicatie van het uitzetten van onderzoek naar het in eigen beheer uitvoeren ervan (-€ 0,4 miljoen) en diverse kleine herschikkingen naar apparaat (-€ 0,2 miljoen). Daarnaast is de Eindejaarsmarge toegevoegd (€ 0,4 miljoen) en de uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling (€ 1,1 miljoen ).

97.02 Sanering Thermphos

97.02.02 Subsidies

Dit betreft de uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling (€ 0,1 miljoen).

Ontvangsten

De verhoging betreft voornamelijk de opbrengst van de onderzoeksopdrachten van PBL waarvan een deel wordt ingezet door eigen personeel.

4.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid art. 98 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

98 Apparaatsuitgaven kerndepartement

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

308.390

0

308.390

28.805

337.195

19.292

14.579

13.528

13.509

Uitgaven

312.445

0

312.445

37.025

349.470

25.227

18.261

13.528

13.509

98.01 Personele uitgaven

226.294

0

226.294

33.314

259.608

22.406

15.391

12.512

12.485

- waarvan eigen personeel

207.373

0

207.373

20.926

228.299

14.264

11.495

10.944

10920

- waarvan externe inhuur

12.164

0

12.164

12.197

24.361

7.956

3.727

1.398

1395

- waarvan overige personele uitgaven

6.757

0

6.757

191

6.948

186

169

170

170

98.02 Materiele uitgaven

86.151

0

86.151

3.711

89.862

2.821

2.870

1.016

1.024

- waarvan ICT

18.383

0

18.383

6.059

24.442

2.373

2.302

376

376

- waarvan bijdrage aan SSO's

40.896

0

40.896

4.361

45.257

1.843

1.977

1.977

1977

- waarvan overige materiële uitgaven

26.872

0

26.872

‒ 6.709

20.163

‒ 1.395

‒ 1.409

‒ 1.337

‒ 1329

Ontvangsten

5.430

0

5.430

7.790

13.220

2.462

2.348

0

0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn het gevolg van onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van eerdere verplichtingenschuiven van 2020 naar 2019 ten behoeve van het aangaan van detacherings- en inhuurcontracten (€ 2,6 miljoen) en een meerjarige verplichting van het contract voor het beheer van SAP (€ 3,5 miljoen) en de Eindejaarsmarge voor overlopende verplichtingen (€ 2,8 miljoen).

98.01 Personele uitgaven

De verhoging van de uitgaven eigen personeel betreft overwegend:

  • De uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling 2020 (€ 6,9 miljoen)

  • De herverdeling binnen dit artikel van de met OB2020 generaal toegekende middelen ter compensatie voor de invoering van het Individueel Keuze Budget in 2020 (€ 6,2 miljoen). Deze waren aanvankelijk op een centraal budget bij Overige materiële budget geboekt.;

  • Een verdere afbouw van externe inhuur naar Eigen personeel (€ 1,3 miljoen);

  • De structurele verrekening van de overboeking van de bedrijfsvoeringstaken van ILT naar de Bestuurskern (€ 2,3 miljoen);

  • Diverse bijdragen waaronder een bijdrage van BUZA voor SAP (€ 0,5 miljoen), een bijdrage van RWS en BZK voor het beheer van OLO (€ 0,4 miljoen) en bijdragen voor aanvullend contractonderzoek door het PBL (€ 0,6 miljoen) en Standaard Platform (€ 0,1 miljoen), waar deels ontvangsten tegenover staan;

  • Er zijn binnen HXII gelden vrijgemaakt voor de instelling van de WOB-unit bij HBJZ (€ 0,4 miljoen);

  • Vanuit het IF zijn bedragen overgeboekt i.h.k.v. ERTMS (€ 0,3 miljoen), de inzet voor de Projecten Pool t.b.v. Wegen en Verkeersveiligheid (€ 0,4 miljoen) en voor de Digitale Transport Strategie (€ 0,4 miljoen) en dienstverlening Deltacommissaris (€ 0,1 miljoen);

  • Toegekende Eindejaarsmarge € 0,4 miljoen;

  • Diverse kleine herschikkingen (€ 0,6 miljoen).

De hogere inhuur is met name het gevolg van:

  • De uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling 2020 (€ 0,4 miljoen)

  • Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het IF en DF voor inhuur op programma’s Duurzame Mobiliteit, Mobiliteit en Gebieden en Innovatie en Mobiliteit (€ 4,2 miljoen), de voorbereidingen van de Vrachtwagenheffing (€ 2,4 miljoen) en de activiteiten voor de Global Commission on Adaptation (GCA) (€ 1,4 miljoen);

  • Bijdragen vanuit de programmabudgetten ingezet voor de inhuur voor o.a. de PFAS TASK Force, het Versnellingshuis Circulaire Economie, de Impulsregeling Ruimtelijke Adaptatie, het Plan MER, en de monitoring en evaluatie van de gedragsmaatregelen naar duurzame mobiliteit waaronder de campagnes «Band op Spanning» en «Het Nieuwe Rijden» en activiteiten i.h.k.v. het programma Vervolgprojecten Planning Metrix (VPM) (Klimaatakkoord) (samen € 1,7 miljoen);

  • Inhuur voor dienstverlening m.b.t. het Standaard Platform (€ 1,0 miljoen), waar ontvangsten tegenover staan;

  • Toegekende Eindejaarsmarge € 1,1 miljoen.

Overige personele uitgaven:

  • Dit betreft de uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling 2020 (€ 6,9 miljoen)

98.02 Materiële uitgaven

De toename van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:

  • De uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling 2020 (€ 0,3 miljoen)

  • (Interne) ICT-dienstverlening waar ontvangsten tegenover staan (€ 5,2 miljoen) voornamelijk m.b.t. de beheerkosten SAP door RWS en BUZA (€ 4,6 miljoen);

  • Een herschikking van de kosten van HPRM hosting van ICT naar Bijdragen Rijksbrede SSO (-€ 0.8 miljoen);

  • Meerkosten transitie PBL naar SSC Campus (€ 0,5 miljoen).;

  • Toegekende Eindejaarsmarge € 0,9 miljoen.

Hogere bijdragen Rijksbrede SSO zijn overwegend het gevolg van:

  • De uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling 2020 (€ 0,7 miljoen)

  • De structurele overheveling van huisvestingskosten ANVS van Materieel (€ 1,5 miljoen);

  • Extra bijdragen t.b.v. het Standaard Platform waar ontvangsten tegenover staan (€ 0,7 miljoen);

  • Een herschikking van de kosten van HPRM hosting van ICT naar Bijdragen Rijksbrede SSO (€ 0.8 miljoen);

  • Interne dienstverlening o.a. t.b.v. de Deltacommissaris (€ 0,4 miljoen);

  • Toegekende Eindejaarsmarge € 0,2 miljoen.

Lagere uitgaven Materieel overwegend als gevolg van:

  • De uitgekeerde Loon- en prijsbijstelling 2020 (€ 0,4 miljoen)

  • De herverdeling van de met OB2020 generaal toegekende middelen ter compensatie voor de invoering van het Individueel Keuze Budget in 2020 (-€ 6,2 miljoen). Deze zijn aanvankelijk op een centraal budget bij Overige materiële budget geboekt;

  • De structurele overheveling van huisvestingskosten ANVS van Materieel (- € 1,5 miljoen);

  • Bijdrage RWS in kosten Open Overheid (€ 0,9 miljoen);

  • Diverse kleine herschikkingen (-€ 0,6 miljoen);

  • Toegekende Eindejaarsmarge € 0,2 miljoen.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn onder andere het gevolg van:

  • Diverse bijdragen waaronder een bijdrage van BUZA voor SAP (€ 0,5 miljoen), een bijdrage van RWS en BZK voor het beheer van OLO (€ 0,4 miljoen);

  • Bijdragen t.b.v. het Standaard Platform (€ 1,7 miljoen);

  • (Interne) ICT-dienstverlening waar ontvangsten tegenover staan (€ 5,2 miljoen) voornamelijk m.b.t. de beheerkosten SAP.

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid art. 99 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

99 Nog onverdeeld

Ontwerp-begroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vast-gestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

861

‒ 861

0

143.826

143.826

144.733

143.796

152.275

150.953

Uitgaven

861

‒ 861

0

137.967

137.967

144.733

143.796

152.275

150.953

99.01 Nominaal en onvoorzien

861

‒ 861

0

137.967

137.967

144.733

143.796

152.275

150.953

99.01.01 Onvoorzien

861

‒ 861

0

137.967

137.967

144.733

143.796

152.275

150.953

Ontvangsten

         
Toelichting

99.01 Nominaal en Onvoorzien

Bij de 1e suppletoire begroting worden de loon en prijsbijsteling tranche 2020 (€ 186,2 miljoen) en de eindejaarsmarge 2019 ( € 17,3 miljoen) toegevoegd aan de beleidsbegroting hoofdstuk XII en geplaatst op artikel 99 Nog Onverdeeld. De eindejaarsmarge wordt reeds volledig toebedeeld aan de diverse artikelen binnen de begroting hoofdstuk XII en de loon- en prijsbijstelling voor een deel. Het overige deel van de loon en prijsbijstelling wordt bij Ontwerpbegroting 2021 toebedeeld aan de diverser artikelen binnen de begrotingen hoofdstuk XII, Infrastructuurfonds en Deltafonds.

5 Agentschappen

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden hieronder de exploitatie- en kasstroomoverzichten opgenomen van agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5 procent van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

5.1 Rijkswaterstaat

Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap RWS Eerste suppletoire begroting 2020 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

Baten

   

Omzet moederdepartement

2.313.974

157.287

2.471.261

Omzet overige departementen

54.990

16.344

71.334

Omzet derden

191.758

13.129

204.887

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

245.055

66.041

311.096

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

3.000

0

3.000

Totaal baten

2.808.777

252.801

3.061.578

    

Lasten

   

Apparaatskosten

1.150.064

80.899

1.230.963

- Personele kosten

904.161

68.247

972.408

Waarvan eigen personeel

849.993

32.571

882.564

Waarvan inhuur externen

54.168

35.676

89.844

Waarvan overige personele kosten

0

0

0

- Materiële kosten

245.903

12.652

258.555

Waarvan apparaat ICT

32.478

0

32.478

Waarvan bijdrage aan SSO's

76.114

‒ 8.897

67.217

Waarvan overige materiële kosten

137.311

21.549

158.860

Beheer en Onderhoud

1.616.220

182.846

1.799.066

Rentelasten

1.063

‒ 318

745

Afschrijvingskosten

23.430

‒ 2.403

21.027

- Materieel

23.020

‒ 2.403

20.617

Waarvan apparaat ICT

5.129

481

5.610

Waarvan overige materiele afschrijvingskosten

17.891

‒ 2.884

15.007

- Immaterieel

410

0

410

Overige lasten

0

3.800

3.800

Waarvan dotaties voorzieningen

0

3.800

3.800

Waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

2.790.777

264.824

3.055.601

    

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

18.000

‒ 12.023

5.977

Agentschapsdeel Vpb-lasten

9.000

‒ 8.870

130

Saldo van baten en lasten

9.000

‒ 3.153

5.847

Dotatie aan reserve Rijksrederij

9.000

‒ 3.153

5.847

Te verdelen resultaat

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2020 van € 157,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door het versnellen van onderhoudswerkzaamheden (€ 65,8 miljoen), het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling 2020 om de vastgestelde tarieven per FTE en de budgetten voor beheer en onderhoud op prijspeil 2020 te brengen (€ 54,9 miljoen), het uitvoeren van de opdracht voor het nemen van CO2-reducerende maatregelen via circulaire initiatieven in de Grond- Weg- en Waterbouw (€ 6,5 miljoen) en het uitvoeren van de pilot harde laag Nijmegen om de bevaarbaarheid op de korte termijn bij Nijmegen te verbeteren, voorbereidend op een duurzaam beheer van de rivierbodem (€ 6,0 miljoen).

Het ministerie van Financiën heeft een aanwijzing voor de wijze van presenteren van de omzet moederdepartement afgegeven, welke is opgenomen in de leeswijzer. De kern is dat de omzet moederdepartement alleen die bijdragen dient te omvatten die een directe relatie hebben met de door het agentschap geleverde en in rekening gebrachte producten / diensten. Als gevolg van deze aanwijzing is de wijze van presenteren van de omzet moedepartement in bovenstaand exploitatieoverzicht niet aangepast. Er bestaat namelijk een directe relatie tussen de bijdragen van het moederdepartement en de te leveren prestaties. Met de ADR is afgesproken dat de koppeling tussen de ontvangen bijdragen en de geleverde prestaties nader zal worden geduid, zodat een deugdelijke verantwoording van de geleverde prestaties gekoppeld aan de ontvangen bijdragen mogelijk is.

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2020 van € 16,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door de aanvullende bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het uitvoeren van de werkzaamheden voor het programma Aan de slag met de Omgevingswet (€ 14,9 miljoen).

Omzet derden

De hogere omzet derden ten opzichte van de begroting 2020 van € 13,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door hogere opbrengsten uit de pacht van benzinestations en de ingebruikgeving van RWS areaal (huur, pacht) (€ 11,5 miljoen). Deze opbrengsten worden via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ontvangen. De hogere opbrengsten uit de ingebruikgeving van RWS areaal is met name het gevolg van de administratieve verwerking van correcties in de kadastrale tenaamstelling van contracten (o.a. Grote Wateren) en de extra opbrengsten uit de grond huur voor windturbines op RWS grond.

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

Een deel van de kosten beheer en onderhoud wordt dit jaar gefinancierd vanuit de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW). De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting afnemen met € 311,1 miljoen van € 516,7 miljoen ultimo 2019 naar € 205,6 miljoen ultimo 2020.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.

De hogere kosten eigen personeel ten opzichte van de begroting 2020 van € 32,6 miljoen zijn met name het gevolg van de CAO loonstijging per 1 januari 2020 van 2% en de premiestijgingen van de werkgeversverzekeringen en het ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen per 1 januari 2020 van in totaal 0,55%. Daarnaast worden de hogere personele kosten veroorzaakt door het aantrekken van capaciteit voor de toegenomen productieopgave van RWS.

De hogere inhuur op apparaat (kerntaken) ten opzichte van de begroting van € 35,7 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere productieopgave van RWS, waardoor ook de kosten voor eigen personeel van RWS zijn toegenomen. Daarnaast blijft het door krapte op de arbeidsmarkt voor specialistische functies moeilijk om de benodigde capaciteit op kerntaken volledig te kunnen invullen met eigen personeel.

Materiële kosten

De hogere materiële kosten ten opzichte van de begroting 2020 van € 12,7 miljoen worden met name veroorzaakt door het beheer en onderhoud aan de apparaatgebonden gebouwen van RWS.

Beheer en onderhoud

De hogere kosten beheer en onderhoud ten opzichte van de begroting 2020 van € 182,8 miljoen worden met name veroorzaakt door het versnellen van onderhoudswerkzaamheden en door meer werkzaamheden die in eerdere jaren waren gepland uit te voeren dan begroot.

Rentelasten

De rentelasten zijn ten opzichte van de begroting 2020 met € 0,3 miljoen naar beneden bijgesteld omdat zowel de investeringen in het lopende jaar als de afgelopen jaren lager zijn dan van tevoren gepland.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van de begroting 2020 met € 2,4 miljoen naar beneden bijgesteld omdat zowel de investeringen in het lopende jaar als de afgelopen jaren lager zijn dan van tevoren gepland.

Overige lasten

Dit betreft de verwachte dotatie aan de in 2019 nieuw gevormde voorziening groot onderhoud vaartuigen. Zie de toelichting onder de dotatie aan reserve Rijksrederij.

Dotatie aan reserve Rijksrederij

Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten op basis van de historische kostprijs (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is ten opzichte van de begroting 2020 naar boven bijgesteld van € 9,0 miljoen naar € 9,6 miljoen. Dit verschil werd in voorgaande jaren volledig gedoteerd aan de reserve Rijksrederij. Als gevolg van nieuwe verslaggevingsvoorschriften is per ultimo 2019 vanuit de reserve Rijksrederij een voorziening voor groot, levensduur verlengend, onderhoud aan de vaartuigen gevormd. Van het verschil van € 9,6 miljoen wordt naar verwachting € 3,8 miljoen gedoteerd aan de in 2019 nieuw gevormde voorziening groot onderhoud vaartuigen, met een dotatie aan de reserve Rijksrederij van € 5,8 miljoen tot gevolg.

Agentschapsdeel Vpb-lasten

In 2019 is in overleg met de Belastingdienst komen vast te staan dat over het overgrote deel van de opbrengsten uit ingebruikgevingen geen Vpb betaald hoeft te worden. Dit betekent dat het agentschapsdeel Vpb- lasten met € 8,9 miljoen naar beneden wordt bijgesteld.

Tabel 1 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2020

669.329

89.325

758.654

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.563.722

186.760

2.750.482

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 2.776.347

‒ 258.357

‒ 3.034.704

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 212.625

‒ 71.597

‒ 284.222

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 88.832

63.298

‒ 25.534

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 88.832

63.298

‒ 25.534

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

‒ 25.941

‒ 25.941

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

8.600

 

8.600

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 18.845

2.552

‒ 16.293

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

84.800

‒ 60.530

24.270

4.

Totaal financieringskasstroom

74.555

‒ 83.919

‒ 9.364

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2020 (=1+2+3+4)

442.427

‒ 2.893

439.534

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2020

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2020. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2019.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting 2020 van € 186,8 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement. De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting 2020 van € 258,4 miljoen worden met name veroorzaakt door hogere betalingen aan aannemers, ingenieursbureaus en inhuurkrachten als gevolg van de toegenomen productieopgave en hogere betalingen aan werknemers als gevolg van de CAO-loonstijging van 2%.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

De lagere investeringen ten opzichte van de begroting 2020 van € 63,3 miljoen worden met name veroorzaakt door het besluit van RWS om in het vlootvervangingsprogramma van de Rijksrederij een pas op de plaats te maken en zeker te stellen dat de vaartuigen bij oplevering voldoen aan de gestelde eisen.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement van € 25,9 miljoen betreft het uitkeren van het over 2019 gerealiseerde surplus op de grens van het Eigen Vermogen aan de eigenaar, op basis van de Regeling agentschappen. Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting 2020 van € 60,5 miljoen is het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.

5.2 Inspectie Leefomgeving en Transport

Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap ILT Eerste suppletoire begroting 2020 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

Baten

   

Omzet moederdepartement

135.971

5.032

141.003

Omzet overige departementen

831

0

831

Omzet derden

23.869

0

23.869

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

13.118

13.118

Totaal baten

160.671

18.150

178.821

    

Lasten

   

Apparaatskosten

160.459

18.150

178.609

- Personele kosten

118.599

11.410

130.009

Waarvan eigen personeel

113.328

9.449

122.777

Waarvan inhuur externen

5.071

450

5.521

Waarvan overige personele kosten

200

1.511

1.711

- Materiële kosten

41.860

6.740

48.600

Waarvan apparaat ICT

200

0

200

Waarvan bijdrage aan SSO's

20.374

0

20.374

Waarvan overige materiële kosten

21.286

6.740

28.026

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

112

0

112

- Materieel

112

0

112

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

Waarvan overige materiele afschrijvingskosten

112

0

112

- Immaterieel

0

0

0

Overige lasten

100

0

100

- Dotaties voorzieningen

100

0

100

- Bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

160.671

18.150

178.821

    

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De stijging van de omzet moederdepartement met € 5 miljoen bestaat uit de volgende mutaties:

  • Een toevoeging van + € 14,9 miljoen vanuit de balans ILT aan de omzet moederdepartement. Deze middelen zin bestemd voor: de inzet van middelen voor Merkbaar Meer, de inzet van het BCT programma en werkzaamheden die te maken hebben met de Afsluitdijk die in 2019 niet konden worden afgerond.

  • Zoals aangegeven in de leeswijzer is in lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten (€ -12,73 miljoen). Het betreft de bijdrage van het moederdepartement, die bestemd is voor kosten van vergunningverlening, die niet geheel gedekt worden door de inkomsten die de ILT verkrijgt vanuit de tariefheffing.

  • Per saldo een hogere bijdrage van € 2,9 miljoen vanuit het moederdepartment door de toevoeging van loon- en prijsbijstelling (+ € 3,6 miljoen), een bijdrage voor handhaving van de Afsluitdijk (+ € 1,5 miljoen) en daarnaast de bijdrage van ILT aan het moederdepartement (€ -2,3 miljoen) voor de overheveling van bedrijfsvoeringstaken die van ILT naar de centrale bedrijfsvoering van IenW gaan.

Bijzondere baten

Voor de toevoeging van € 12,73 miljoen aan de bijzonder baten zie toelichting omzet moederdepartement hierboven. Het overige deel (€ 0,381 miljoen) betreft de toevoeging van loon en prijsbijstelling vanuit het moederdepartement.

Lasten

Personele kosten

De kosten stijgen door met name de werving van extra fte’s voor de verdere ontwikkeling van Merkbaar Meer.

Materiële kosten

De kosten stijgen door met name de inzet van middelen voor het programma BCT en voor de inzet van middelen voor de Afsluitdijk.

Tabel 2 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2020

54.703

 

54.703

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

160.671

3.260

163.931

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 160.459

‒ 18.150

‒ 178.609

2.

Totaal operationele kasstroom

212

‒ 14.890

‒ 14.678

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 200

 

‒ 200

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

  

0

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 200

 

‒ 200

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

  

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

  

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

  

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

  

0

4.

Totaal financieringskasstroom

  

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2020 (=1+2+3+4)

54.715

‒ 14.890

39.825

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2020

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2019.

Operationele kasstroom

De hogere uitgaven aan operationele kasstromen betreffen de uitgave voor Merkbaar Meer, het BCT programma en voor middelen voor de inzet t.b.v de Afsluitdijk. Deze sluiten aan bij de afnamen van de balans met het zelfde bedrag.

5.3 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap KNMI Eerste suppletoire begroting 2020 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

Baten

   

Omzet moederdepartement

60.299

‒ 3.830

56.469

Omzet overige departementen

2.763

 

2.763

Omzet derden

25.234

3.300

28.534

Rentebaten

   

Vrijval voorzieningen

   

Bijzondere baten

 

3.750

3.750

Totaal baten

88.297

3.220

91.517

    

Lasten

   

Apparaatskosten

62.527

4.129

66.656

- Personele kosten

37.793

1.899

39.692

Waarvan eigen personeel

35.772

1.899

37.671

Waarvan inhuur externen

1.969

 

1.969

Waarvan overige personele kosten

52

 

52

- Materiële kosten

24.734

2.230

26.964

Waarvan apparaat ICT

5.105

 

5.105

Waarvan bijdrage aan SSO's

3.975

 

3.975

Waarvan overige materiële kosten

15.654

2.230

17.884

Rentelasten

   

Afschrijvingskosten

3.438

200

3.638

- Materieel

3.038

200

3.238

Waarvan apparaat ICT

   

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

   

- Immaterieel

400

 

400

Overige Lasten

22.307

‒ 1.109

21.198

- Dotaties voorzieningen

22.307

‒ 1.109

21.198

- Aardobservatie

   

- Bijzondere lasten

   

Totaal lasten

88.272

3.220

91.492

    

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

25

0

25

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De per saldo lagere bijdrage aan het KNMI vanuit het moederdepartement wordt met name veroorzaakt door een lagere omzet voor aardobservatie (- € 1,1 miljoen) en de overheveling van € 3,75 miljoen naar bijzondere baten (zie toelichting bijzondere baten). Daarnaast stijgt de bijdrage van het moederdepartement door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling (€ 1,24 miljoen).

Omzet derden

De omzet derden stijgt door een uitbreiding van het contract met de luchtvaartsector (€ 3,3 miljoen).

Bijzondere baten

Zoals aangegeven in de leeswijzer is in lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten (€ 3,75 miljoen). Dit betreffen de ontvangen middelen voor de verbetering en transformatie van de informatievoorziening (IT Migratie € 2,5 miljoen en I-Strategie € 1,25 miljoen). Deze projecten dragen voor een belangrijk deel direct bij aan de producten, maar zijn niet opgenomen in de kostprijzen van deze producten.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De kosten stijgen door het uitvoeren van extra maatwerk projecten (€ 0,2 miljoen), stijging van loonkosten (€ 0,6 miljoen) en de uitbreiding van het contract met de luchtvaartsector (€ 1,2 miljoen).

Materiële kosten

De kosten stijgen door de uitbreiding van het contract met de luchtvaartsector (€ 1,9 miljoen) en gestegen prijzen (€ 0,3 miljoen).

Afschrijvingskosten

De kosten stijgen door de uitbreiding van het contract met de luchtvaartsector (€ 0,2 miljoen).

Overige lasten

De kosten dalen door vertragingen in programma's bij EUMETSAT waardoor de af te dragen contributies lager uitvallen (- € 1,1 miljoen).

Tabel 3 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2020

9.850

4.262

14.112

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

3.438

959

4.397

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 900

‒ 10.426

‒ 11.326

2.

Totaal operationele kasstroom

2.539

‒ 9.467

‒ 6.930

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 1.700

‒ 3.630

‒ 5.330

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

  

0

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 1.700

‒ 3.630

‒ 5.330

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

  

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

300

 

300

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 2.750

933

‒ 1.817

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

1.700

3.630

5.330

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 750

4.563

3.813

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2020 (=1+2+3+4)

9.939

‒ 4.272

5.667

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2020

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2019. Voornaamste oorzaak van de stijging betreft een lagere uitgave operationele kasstroom in 2019 doordat de schulden (en vooruitontvangen bedragen) zijn gestegen in plaats van gedaald.

Operationele kasstroom

De mutaties in het exploitatieoverzicht hebben naar verwachting geen invloed op de operationele kasstroom. De ontvangsten operationele kasstroom stijgen doordat de ontvangen bedragen voor aardobservatie hoger zijn dan de verwachte uitgaven. De uitgaven operationele kasstroom zijn verhoogd vanwege de betaling in 2020 van de dienstverlening SSC Campus 2019 (€ 1,3 miljoen), IT Migratie (€ 0,8 miljoen) en I-Strategie (€ 0,5 miljoen), daling van de vooruitontvangen bedragen (subsidie)projecten (€ 2 miljoen) en een daling van de ontvangsten van de luchtvaartsector als gevolg van het Corona virus (€ 6,0 miljoen).

Investerings- en financieringskasstroom

De investeringen en het beroep op de leenfaciliteit zijn aangepast conform de leenaanvraag 2020. De post «Aflossingen op leningen» is aangepast aan de de daadwerklijke afgesloten leningen in 2019.

Over het jaar 2019 is Eigen Vermogen van het KNMI als gevolg van een negatief resultaat van € 0,7 miljoen afgenomen tot ‒ € 0,1 miljoen. In lijn met de regeling agentschappen wordt het Eigen Vermogen aangevuld tot € 0,2 miljoen met een reeds bij de begroting 2020 voorziene directe vermogensmutatie door de eigenaar van € 0,3 miljoen ten behoeve van het behoedzaam opbouwen van het Eigen Vermogen.

Naar boven