35 441 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector in verband met de Covid-19 crisis)

Nr. 16 MOTIE VAN HET LID VAN RAAN

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 28 april 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sinds 12 maart tot ten minste 10 mei geen voorstellingen en concerten bezocht kunnen worden, en musea gesloten zijn;

constaterende dat festivals en evenementen tot 1 september zijn afgelast;

constaterende dat het verlies aan inkomsten vanuit kaartverkoop grote en verregaande financiële gevolgen heeft voor de culturele en creatieve sector, waaronder podiumkunsten en musea;

van mening dat niet alleen de fysieke, maar ook de financiële toegankelijkheid van de culturele en creatieve sector voor het grote publiek van groot belang is zodra versoepeling van de coronamaatregelen bezoek weer toelaat;

overwegende dat een verlaging, vrij- of nulstelling van het btw-tarief op podiumkunsten, musea en verzamelingen positief kan bijdragen aan de noodzakelijke financiële steun voor de sector, als het toegankelijk houden van kunst en cultuur voor het grote publiek, en mensen die financieel zwaar getroffen zijn;

verzoekt de regering, te onderzoeken of een verlaging, een vrij- of nulstelling van het btw-tarief op podiumkunsten en openbare musea of verzamelingen de culturele en creatieve sector kan steunen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer hierover te rapporteren voor 1 september aanstaande,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Raan

Naar boven