Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 1 april 2020 en het nader rapport d.d. 14 april 2020, aangeboden aan de Koning
door de Minister voor Rechtsbescherming. Het advies van de Afdeling advisering van
de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 16 maart 2020, nr. 2020000537,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 1 april 2020, no. W16.20.0056/II in, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 16 maart 2020, no. 2020000537, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering van de Raad van
State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet
griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën
voor lagere geldvorderingen, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van opmerkingen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker