35 439 Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is meer gedifferentieerde griffierechten in te voeren voor zaken met betrekking tot een vordering dan wel een verzoek met een beloop tot € 5.000 teneinde de hoogte van het griffierecht meer in overeenstemming te brengen met de hoogte van de vordering;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd.

A

In de tabel worden na «Griffierechten voor kantonzaken bij de rechtbank» de regels

«Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 12.500», en

     
       

«Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500»

     

en de bijbehorende griffierechten vervangen door:

«Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 1.500

€ 312

€ 208

€ 83

       

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.500 en niet meer dan € 2.500

€ 354

€ 236

€ 83

       

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 2.500 en niet meer dan € 5.000

€ 472

€ 236

€ 83

       

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500

€ 672

€ 318

€ 83

       

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500

€ 1.342

€ 672

€ 83».

B

In de tabel worden na «Griffierechten voor andere zaken dan kantonzaken bij de rechtbank» de regels

«Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van niet meer dan € 100.000», en

     
       

«Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000»

     

en de bijbehorende griffierechten vervangen door:

«Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van niet meer dan € 100.000

€ 2.751

€ 1.262

€ 83

       

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000

€ 5.564

€ 2.208

€ 83».

ARTIKEL II

Als deze wet na 1 januari 2021 in werking treedt, kunnen bij de inwerkingtreding de in artikel I genoemde bedragen bij regeling van Onze Minister voor Rechtsbescherming worden gewijzigd, voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Rechtsbescherming,

Naar boven