35 439 Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Nr. 16 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN VAN DEN BERGE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 3 november 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan het opschrift wordt toegevoegd «en het toevoegen van een griffierechtcategorie voor hoge geldvorderingen».

II

Aan de beweegreden wordt na «tot € 5.000» ingevoegd «, onderscheidenlijk met een beloop van meer dan € 1.000.000».

III

De aanhef van artikel I komt te luiden:

De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:

IV

Voor artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het vijfde lid wordt in zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000, het griffierecht geheven uit de naastlagere categorie zoals dat volgt uit de tabel die als bijlage bij deze wet is gevoegd indien een natuurlijke persoon bij die zaak partij is.

V

In artikel I, onderdeel A, wordt na «de tabel» ingevoegd «in de bijlage».

VI

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na «de tabel» ingevoegd «in de bijlage».

2. Aan de vervangende regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000» wordt toegevoegd «en niet meer dan € 1.000.000».

3. Na de vervangende regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 en niet meer dan € 1.000.000» (nieuw) wordt een regel toegevoegd, luidende:

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000

€ 8.262

€ 2.208

€ 83.

VII

In artikel I worden na onderdeel B twee onderdelen toegevoegd, luidende:

C

In de tabel in de bijlage worden na «Griffierechten bij de gerechtshoven» de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000» wordt toegevoegd «en niet meer dan 1.000.000».

2. Er wordt een regel toegevoegd, luidende:

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000

€ 11.034

€ 1.727

€ 332.

D

In de tabel in de bijlage worden na «Griffierechten bij de Hoge Raad» de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000» wordt toegevoegd «en niet meer dan 1.000.000».

2. Er wordt een regel toegevoegd, luidende:

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000

€ 13.800

€ 2.071

€ 344.

Toelichting

Het hoogste tarief aan griffierechten geldt voor vorderingen met een beloop van meer dan € 100.000. Boven die grens zit geen differentiatie. Indieners zijn van mening dat aan zaken met grote financiële belangen tussen ondernemingen een hoger griffierecht gevraagd mag worden. Zaken die gaan om financiële belangen van soms vele miljoenen kosten de rechtspraak doorgaans heel veel tijd, menskracht en dus geld, terwijl hetzelfde tarief van € 5.564 geldt, of de vordering nou € 100.001 bedraagt of 10 miljoen. Dat maakt voor het griffierecht niets uit, hetzelfde tarief is verschuldigd.

Met dit amendement wordt het griffierecht voor vorderingen met een beloop van meer dan € 1.000.000 een hoger griffierecht ingevoerd. Het in 2020 geldende tarief voor zaken voor een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 wordt verdubbeld voor zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1.000.000. Dit hogere griffierecht is alleen verschuldigd indien het een procedure tussen niet-natuurlijke personen betreft. Indien bij de procedure een natuurlijke persoon is betrokken, blijft het griffierechttarief met een beloop van meer dan € 100.000 van toepassing. Hiermee wordt voorkomen dat burgers als eiser, dan wel als verliezende gedaagde het hogere griffierecht moeten opbrengen danwel vergoeden aan de eiser/niet natuurlijke persoon.

Van Nispen Van den Berge

Naar boven