35 439 Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN BERGE EN VAN NISPEN

Ontvangen 28 oktober 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

De aanhef van artikel I komt te luiden:

De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:

II

Voor artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Aan artikel 2 worden twee zinnen toegevoegd, luidende:

Onverminderd het voorgaande kunnen de griffierechten, verschuldigd door een rechtspersoon die geen rechtspersoon is als bedoeld in de artikelen 395a tot en met 397 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, bij algemene maatregel van bestuur worden verhoogd. De voordracht voor een vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

III

In artikel I, onderdeel A, wordt na «in de tabel» ingevoegd «in de bijlage».

IV

In artikel I, onderdeel B, wordt na «in de tabel» ingevoegd «in de bijlage».

Toelichting

Met dit amendement stellen indieners voor om een mogelijkheid te creëren om griffierechten voor grote ondernemingen bij algemene maatregel van bestuur te verhogen als daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld als de hoogte van de verschuldigde griffierechten procespartijen niet meer aanzet tot een heroverweging of een geschil niet beter buiten de rechter om kan worden opgelost of als dit in het kader van de versterking van de toegang tot het recht opportuun wordt geacht. De voorgenomen algemene maatregel van bestuur moet eerst via een voorhangprocedure aan de beide kamers van de Staten Generaal worden voorgelegd.

Van den Berge Van Nispen

Naar boven