35 439 Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Nr. 10 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN VAN DEN BERGE

Ontvangen 28 oktober 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500» wordt «€ 672» vervangen door «€ 499» en wordt «€ 318» vervangen door «€ 236».

2. In de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500» wordt «€ 1.342» vervangen door «€ 996» en wordt «€ 672» vervangen door «€ 499».

Toelichting

De verhoging van de griffierechten vanaf een vordering van € 5.000 zijn fors. Het tarief van natuurlijke personen stijgt met maar liefst 35%, voor rechtspersonen stijgt het tarief van € 499 naar € 672. Wat dat betekent voor de toegang tot het recht wordt in de memorie van toelichting onvoldoende duidelijk gemaakt. De Raad voor de rechtspraak schat in dat het aantal zaken vanaf € 5.000,– zal dalen. Het effect op kleine ondernemers die een vordering van (iets) meer dan 5.000 euro hebben kan groot zijn. Daarom draait dit amendement de verhogingen van de tarieven voor de vorderingen van meer dan € 5.000 terug. Als er griffierechten verhoogd moeten worden is het logischer aan te sluiten bij de kantongrens van € 25.000.

Van Nispen Van den Berge

Naar boven