35 419 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake veranderingen in de Grondwet (herijking Grondwetsherzieningsprocedure)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID ÖZÜTOK

Ontvangen 25 mei 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II, onderdeel 1, wordt het voorgestelde derde lid als volgt gewijzigd:

1. In de tweede zin wordt na «Indien deze Tweede Kamer» ingevoegd «of als zij daartoe besluit, de na haar gekozen Tweede Kamer,».

2. In de derde zin wordt «zij» vervangen door «de Tweede Kamer».

Toelichting

De regering stelt voor dat bij wijzigingen van de Grondwet de eerst volgende Tweede Kamer een besluit moet nemen. Hiermee wordt voorkomen dat met het behandelen van een tweede lezing gewacht wordt tot er een politieke meerderheid is. De regering stelt voor dat de een grondwetsherziening vervalt als de eerst volgende Tweede Kamer er geen besluit over neemt. Indiener is van mening dat er situaties denkbaar zijn waarin een Kamerperiode dusdanig kort is dat er onvoldoende mogelijkheid is om in een korte Kamerperiode een weloverwogen besluit wordt genomen, zeker wanneer het een grote grondwetsherziening betreft. Om in geval van een korte Kamerperiode te voorkomen dat er onvoldoende tijd is om een besluit te nemen stelt indiener middels dit amendement voor om de Kamer de mogelijkheid te geven om bij meerderheid de behandeling van een tweede lezing naar een volgende Tweede Kamer door te schuiven.

Daarbij blijkt uit de voorgestelde woorden «als zij daartoe besluit», dat slechts de Kamer die wordt gekozen na de bekendmaking van de wet in eerste lezing, kan besluiten de besluitvorming in tweede lezing uit te stellen, en dat als die Kamer geen besluit neemt over het voorstel of tot uitstel, het voorstel dus van rechtswege vervalt.

Verder blijkt uit de woorden «de na haar gekozen Tweede Kamer» tevens dat het eventuele uitstel beperkt is tot de daaropvolgende zitting. Als ook in die zitting geen besluit wordt genomen over het voorstel, vervalt dit dus eveneens van rechtswege.

Tot slot is de wijziging van de derde volzin noodzakelijk omdat «zij» in het wetsvoorstel betrekking heeft op de na de bekendmaking gekozen Tweede Kamer, en bij het uitstel dus ook de situatie kan ontstaan dat de daaropvolgend gekozen Tweede Kamer het voorstel aanneemt.

Özütok

Naar boven