Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 11 december 2019 en het nader rapport d.d. 17 maart 2020, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister-President,
Minister van Algemene Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 3 december 2019, no. 2019002530, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister-President,
de Minister van Algemene Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende verklaring dat er grond
bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende
tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt, met memorie
van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 december 2019, nr. 2019002530,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 11 december 2019, nr. W01.19.0387/I, bied ik U hierbij
aan.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen. Ik moge U, mede namens de Minister-President,
Minister van Algemene Zaken, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops