Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35408 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35408 nr. A |
10 maart 2022
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is huurders van ligplaatsen vergelijkbare huurbescherming te bieden als huurders die een woning op de wal huren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 220, zesde lid, wordt «Minister voor Wonen, Wijken en Integratie» vervangen door «Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».
B
In artikel 226, vierde lid, wordt «en van een standplaats in de zin van artikel 236» vervangen door «, van een standplaats in de zin van artikel 236 en van een ligplaats in de zin van artikel 236a».
C
In artikel 231, eerste lid, wordt «en een standplaats in de zin van artikel 236» vervangen door «, een standplaats in de zin van artikel 236 en een ligplaats in de zin van artikel 236a».
D
In artikel 233 wordt «dan wel een woonwagen of een standplaats» vervangen door «dan wel een woonwagen, een standplaats of een ligplaats».
E
Na artikel 236 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
F
In artikel 239 wordt «Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst» vervangen door «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».
G
Na artikel 247 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Ga
In artikel 248, derde lid, vervalt «bepaalde maximale huurverhogingspercentage».
H
Na artikel 268 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij overlijden van de huurder van een ligplaats is artikel 268 niet van toepassing indien die huurder eigenaar was van het op die ligplaats afgemeerde voor bewoning bestemde drijvend object.
2. Van dit artikel en van artikel 229 leden 1 en 3 kan niet ten nadele van de erfgenamen, onderscheidenlijk de echtgenoot of geregistreerde partner, worden afgeweken.
I
Na artikel 270a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien de huurder van een ligplaats eigenaar is van het op die ligplaats afgemeerde voor bewoning bestemde drijvend object, kan die huurder bij verkoop van dat drijvend object vorderen dat de rechter hem zal machtigen om de koper in zijn plaats als huurder te stellen.
2. De rechter beslist met inachtneming van de omstandigheden van het geval, met dien verstande dat hij de vordering slechts kan toewijzen indien de huurder een zwaarwichtig belang heeft bij de indeplaatsstelling en dat hij deze afwijst indien de voorgestelde huurder vanuit financieel oogpunt niet voldoende waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur. De rechter kan aan de machtiging voorwaarden verbinden of daarbij een last opleggen.
3. Van deze bepaling kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken.
J
In artikel 271, eerste lid, onderdeel a, wordt «of een standplaats» vervangen door «, een standplaats of een ligplaats».
K
In artikel 275, vierde lid, wordt «en standplaatsen» vervangen door «, standplaatsen en ligplaatsen» en wordt «Minister voor Wonen, Wijken en Integratie» vervangen door «Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».
Na artikel 208eb van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Op overeenkomsten tot verhuur van ligplaatsen, die zijn gesloten voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 236a, 247a, 268a en 270b van Boek 7 en van de tegelijk met die artikelen in werking getreden wijzigingen van de artikelen 226 lid 4, 231 lid 1, 233, 271 lid 1 en 275 lid 4 van dat boek, worden die artikelen en die wijzigingen twee jaar na dat tijdstip van toepassing.
In artikel 10, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt «artikel 7:247» vervangen door «de artikelen 7:247 en 7:247a».
In artikel IA van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 247a wordt «artikelen 248a leden 3 en 4, 251» vervangen door «artikelen 251».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
De Minister voor Rechtsbescherming,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35408-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.