35 403 Staat van de Europese Unie 2020

O VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 februari 2021

De vaste commissie voor Europese Zaken1 heeft op 19 januari 2021 de stand van zaken van de uitvoering van de motie van het lid Koole c.s. 35.403, G2 besproken. Met deze motie, op 10 november 2020 aangenomen in het kader van de Algemene Europese Beschouwingen, wordt de regering verzocht om zich in te zetten voor een levendige, goed geïnformeerde publieksdiscussie over de verschillende voornemens van de Europese Unie en de inbreng en ambitie van Nederland daarbij. In de overwegingen wordt gesteld dat het noodzakelijk is die publieksdiscussie zo spoedig mogelijk te starten. Naar aanleiding hiervan is op 21 januari 2021 een brief gestuurd aan de Minister van Buitenlandse Zaken.

De Minister heeft op 5 februari 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Den Haag, 21 januari 2021

De commissie voor Europese Zaken heeft op 19 januari 2021 de stand van zaken van de uitvoering van de motie van het lid Koole c.s. 35.403, G3 besproken. Met deze motie, op 10 november 2020 aangenomen in het kader van de Algemene Europese Beschouwingen, wordt de regering verzocht om zich in te zetten voor een levendige, goed geïnformeerde publieksdiscussie over de verschillende voornemens van de Europese Unie en de inbreng en ambitie van Nederland daarbij. In de overwegingen wordt gesteld dat het noodzakelijk is die publieksdiscussie zo spoedig mogelijk te starten. De discussie zou met extra financiële middelen moeten worden bevorderd. De regering wordt verzocht hierover vóór 1 juli 2021 een uitgewerkt voorstel aan beide Kamers der Staten-Generaal te zenden.

De motie heeft uitdrukkelijk als oogmerk dat voorafgaand aan de Conferentie over de Toekomst van Europa in Nederland proactief een publieksdiscussie is geëntameerd over de Europese beleidsvoornemens en over de Nederlandse inbreng en ambitie daarbij, zodat de burgers adequaat zijn geïnformeerd en betrokken zijn bij de lopende Europese discussies en daardoor beter toegerust zijn om actief betrokken te worden bij de Conferentie over de Toekomst van Europa.

Gelet op de verwachting dat de Conferentie over de Toekomst van Europa in 2021 op korte of middellange termijn zou kunnen aanvangen, verzoekt de commissie, met uitzondering van de fracties van VVD, PVV en FvD, om zo spoedig mogelijk deze publieksdiscussie te starten en hiertoe een uitgewerkte voorstel aan de Kamers voor te leggen.

De commissie voor Europese Zaken ziet uw reactie graag binnen vier weken tegemoet.

Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken M.G.H.C. Oomen-Ruijten

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2021

Met deze brief informeer ik uw Kamer, conform het verzoek in de brief van 21 januari jl. van uw commissie voor Europese Zaken, over de voortgang ten aanzien van de uitvoering motie van het lid Koole c.s. (Kamerstukken I, 2020/2021, 35 403, G). Deze motie verzoekt het kabinet om zich in te zetten voor een levendige, goed geïnformeerde publieksdiscussie over – de voornemens van – de Europese Unie en de inbreng en ambitie van Nederland daarbij in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa, deze discussie met extra financiële middelen te bevorderen en hierover voor 1 juli 2021 een uitgewerkt voorstel aan beide Kamers der Staten-Generaal te zenden.

Het kabinet beschouwt burgerbetrokkenheid – ook met de huidige omstandigheden omtrent de Covid-19-crisis – onverminderd als kernelement van de Conferentie. Het kabinet zal zich conform de motie inzetten voor een levendige, goed geïnformeerde publieksdiscussie tijdens – en aldus niet voorafgaand aan – de Conferentie. De exacte methoden die gebruikt worden om de burger te betrekken zullen, zoals in het Raadsmandaat4 benoemd, bekeken moeten worden in het licht van wat (fysiek en digitaal) mogelijk is in de huidige context. Het is van belang dat fysieke betrokkenheid onderdeel vormt van de consultaties, zolang dat mogelijk is binnen de omstandigheden.

Hoe het kabinet de Nederlandse burgers gaat betrekken in het kader van de Conferentie, wordt momenteel uitgewerkt. Daarbij wordt ook bekeken welke financiële middelen daarvoor benodigd zijn voor een zo efficiënt mogelijke uitwerking. Voor precieze invulling wordt gewacht op de Gezamenlijke Verklaring over de Conferentie tussen de Raad, het Europese Parlement en de Commissie, zodat de nationale vorm van burgerbetrokkenheid goed aansluit op de Brusselse infrastructuur hiervoor.

De Europese Commissie werkt momenteel aan een meertalig digitaal platform dat burgers en stakeholders in staat moet stellen om geïnformeerd te worden over de Conferentie en ook zelf deel te nemen. Dit platform zal naar verwachting de burgers in staat stellen digitale events te organiseren in het kader van de Conferentie, bijdragen te doen door middel van voorstellen en te laten participeren in debatten met EU-burgers, ook wanneer deze plaatsvinden in andere landen. De verdere uitwerking van dit platform zal geschieden op basis van de reikwijdte, doelstellingen en structuur van de Conferentie die worden vastgelegd in de Gezamenlijke Verklaring.

Naast de inspanningen van het kabinet om de burger te betrekken, kunnen nationale parlementen eveneens een rol vervullen in het versterken van de dialoog met burgers gedurende de Conferentie. Het kabinet nodigt uw Kamer uit om actief een rol te vervullen in de uitvoering van de burgerconsultaties.

Naar verwachting zal op korte termijn meer duidelijk worden over de contouren op EU-niveau, waarna ook op nationaal niveau een concreet voorstel vormgegeven kan worden. Conform het verzoek in de motie, zal het kabinet beide Kamers voor 1 juli 2021 een nader uitgewerkt voorstel zenden over de Nederlandse vormgeving van de publieksdiscussie in het kader van de Conferentie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Samenstelling:

Essers (CDA), Backer (D66), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP) (ondervoorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Koole (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA) (voorzitter), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Van Rooijen (50PLUS), arbouw (VVD), Van Ballekom (VVD), Bezaan (VVD), Geerdink (VVD), Huizinga-Heringa (CU), Karimi (GL), Otten (Fractie-Otten), Vendrik (GL), Vos (PvdA), Van Wely (Fractie-Van Pareren) vac. (Fractie-Van Pareren), Raven (OSF)

X Noot
2

Motie-Koole (PvdA) c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa, Kamerstukken I, 2020/2021, 35 403, G.

X Noot
3

Motie-Koole (PvdA) c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa, Kamerstukken I, 2020/2021, 35 403, G.

X Noot
4

De tekst van het Raadsmandaat is te raadplegen op Delegates Portal (ST 5675 2020 REV 4).

Naar boven