Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2021
Vorige week dinsdag, 23 maart jl., heeft de eerste termijn van de kant van de Eerste
Kamer bij het initiatiefwetsvoorstel van de Leden Van den Bosch en Van der Molen in
verband met het laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raadsleden,
of statenleden en eilandsraadsleden van raads-, onderscheidenlijk staten- en eilandsraadscommissies
(Kamerstuk 35 397), plaatsgevonden.
Wij, de initiatiefnemers, danken via u, de leden van de Eerste Kamer die bij dat debat
het woord hebben gevoerd. Morgen, dinsdag 30 maart 2021 is het vervolg van het debat
gepland, maar wij verzoeken u de behandeling van dit initiatiefwetsvoorstel te schorsen.
Het voorstel, gedaan door de heer Kox van de SP, om de behandeling van het wetsvoorstel
nu te schorsen en na 11 mei 2021 te hervatten lijkt ons redelijk. Dat geeft de Leden
van de Eerste Kamer de gelegenheid eerst een debat te voeren over de «verhouding tussen
de centrale overheid en de decentrale overheden». Daarom verzoeken wij u hierbij om
de beraadslaging te schorsen. Wij zouden het op prijs stellen als u, op enig moment
na 11 mei a.s., de voortzetting van de behandeling van dit initiatiefwetsvoorstel
zou willen agenderen, zodat het antwoord van de initiatiefnemers c.q. hun opvolger(s)
en re- en dupliek kunnen plaatsvinden.
Wij hopen uiteindelijk op een goede afloop van het initiatiefwetsvoorstel waar een
groot draagvlak voor is, zowel in de Tweede Kamer als in de maatschappij, met name
bij gemeenten.
Van den Bosch Van der Molen