35 394 Wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van de regeling voor loonkostensubsidie en enkele andere wijzigingen (uitvoeren breed offensief)

Nr. 23 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 juni 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel H, wordt in de in het eerste lid, onderdeel c, voorgestelde onderdelen z en aa «€ 136,26» vervangen door «€ 143,12».

B

Er wordt na artikel I een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel II. Verhoging bedragen vrijlatingsregeling in verband met indexering

Indien het bedrag, genoemd in artikel 31, tweede lid, onderdeel y, van de Participatiewet op het moment van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, hoger is dan de bedragen genoemd in artikel I, onderdeel H, worden de bedragen genoemd in artikel I, onderdeel H, gesteld op dit hogere bedrag.

Toelichting

Het wetsvoorstel voegt een vrijlatingsregeling voor mensen die met loonkostensubsidie werken toe aan artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet.1 Het maximale bedrag werd in het wetsvoorstel dat is ingediend gesteld op € 136,26 per maand, hetzelfde bedrag dat toen gold voor de bestaande vrijlating voor mensen met een medische urenbeperking (artikel 31, tweede lid, onderdeel y, van de Participatiewet). Inmiddels zijn de bedragen voor de bestaande vrijlatingen op grond van artikel 38, derde lid, van de Participatiewet een aantal keren geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon. Met ingang van 1 juli 2022 geldt voor de vrijlating voor medisch urenbeperkten een maximumbedrag van € 143,12.2

Deze nota van wijziging is van technische aard. Met deze nota van wijziging wordt allereerst het bedrag geactualiseerd naar het bedrag dat geldt met ingang van 1 juli 2022. Voorts wordt door het invoegen van een nieuw artikel II geregeld dat het bedrag van de nieuwe vrijlating op het moment van inwerkingtreding van de wet op hetzelfde niveau wordt gesteld als het bedrag dat op dat op dat moment geldt voor medisch urenbeperkten. Het is immers op dit moment nog niet duidelijk wanneer de met dit wetsvoorstel beoogde wijziging in werking zal treden en hoe hoog het bedrag op dat moment zal zijn.

Nadien zal het maximumbedrag op grond van de Participatiewet automatisch halfjaarlijks geïndexeerd worden. Zie ook artikel I, onderdeel I, van onderhavig wetsvoorstel dat de nieuwe vrijlatingen onder de werking van artikel 38, derde lid, brengt.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Zie voor de inhoud van deze regeling paragraaf 5 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (Kamerstukken II 2019/20 35 394, nr. 3, p. 21–25).

X Noot
2

Zie Stcrt. 2022, 14977 onder E, zesde lid, onderdeel d.

Naar boven