35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Nr. 40 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2021

Hierbij informeer ik u over de actuele cijfers met betrekking tot de handel met het Verenigd Koninkrijk (VK) in 2020 en het eerste kwartaal van 2021, zoals toegezegd in mijn brief aan uw Kamer over dit onderwerp op 15 juni 2018.1

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat geactualiseerde cijfers opgeleverd over economische verwevenheid met het VK, de toegevoegde waarde van de Nederlandse export naar het VK en de werkgelegenheid die aan deze export is verbonden.2 Deze cijfers betreffen een update van de cijfers over 2019 die u ontving op 26 mei 20203 en geven een eerste beeld van de handelscijfers over 2020 en de goederenexport naar het VK in het eerste kwartaal van 2021.

De cijfers bieden inzicht in de impact van het aflopen van de transitieperiode met het VK, maar geven nog geen volledig beeld omdat niet alle data beschikbaar zijn. Zo dateren de meest recente werkgelegenheidscijfers van 2019 en zijn er voor het eerste kwartaal van 2021 nog geen cijfers beschikbaar over de dienstenexport en de verdiensten aan zowel de goederen- als de dienstenexport naar het VK. Handelscijfers zijn daarnaast wereldwijd beïnvloed door de coronacrisis. Dit geldt ook voor de cijfers die zijn opgevraagd bij het CBS. Hierbij moet vermeld worden dat de gebruikte cijfers voorlopige cijfers zijn. Het onderscheiden van effecten als gevolg van de coronacrisis en het aflopen van de transitieperiode met het VK begin 2021 is zeer complex. Wel is duidelijk dat het belang van het VK voor de Nederlandse economie is afgenomen in 2020. Desondanks blijft het VK net als in 2019, in 2020 op basis van de toegevoegde waarde van de export na Duitsland de belangrijkste exportbestemming van Nederland (zie ook figuur 1).

Figuur 1. Belangrijkste exportbestemmingen van Nederland in 20201

Figuur 1. Belangrijkste exportbestemmingen van Nederland in 20201

1 Voorlopige cijfers. Bron: CBS, 2021.

Belang van het VK voor de Nederlandse economie nam af tussen 2015 en 2020

Nederland verdiende in 2020 in totaal 25,6 miljard euro aan de export van goederen (11,4 miljard euro) en diensten (14,2 miljard euro) naar het VK, wat neerkomt op 3,2 procent van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp). In 2019 was dit nog 3,5 procent (28,0 miljard euro). In 2015 was het aandeel van de exportverdiensten aan het VK in de Nederlandse economie nog 3,7 procent en daarna is de export geleidelijk minder belangrijk geworden. De totale verdiensten aan de export naar het Verenigd Koninkrijk zijn sinds 2015 bovendien minder hard gegroeid (met 2 procent) dan de totale Nederlandse exportverdiensten (met 7 procent).

Specifiek daalden de exportverdiensten in de goederensector in 2020 met 0,7 miljard euro (5,8 procent) en in de dienstensector met 1,8 miljard euro (11,5 procent) ten opzichte van 2019. Van de totale verdiensten aan de export naar het VK verdiende Nederland in 2020 44,5 procent aan de goederenexport en 55,5 procent aan de dienstenexport.

Nederland exporteerde in 2020 in totaal voor een waarde van 57,3 miljard euro, waarvan 35,2 miljard euro aan goederen en 22,2 miljard euro aan diensten, naar het VK. Ten opzichte van 2019 is dit een afname van 6,1 miljard euro, ofwel 9,6 procent. Specifiek daalde de brutoexport van goederen met 3,6 miljard euro (9,3 procent) en van diensten met 2,4 miljard euro (9,9 procent) in 2020 ten opzichte van 2019.

De goederenimport uit het VK is in 2020 ten opzichte van 2019 nog harder afgenomen (-19 procent) dan de goederenexport naar het VK. De import ligt met 20,1 miljard ook op een lager niveau dan in 2015. In 2015 voerde Nederland nog voor 20,6 miljard euro goederen uit het Verenigd Koninkrijk in en in 2019 was dat 24,7 miljard. De afname van deze import heeft mogelijk gevolgen voor de werkgelegenheid. Deze zijn echter nog niet vast te stellen, omdat de meest recente cijfers over werkgelegenheid dateren van 2019.

Wederuitvoer hard geraakt terwijl export Nederlandse makelij groeide begin 2021

Per 1 januari 2021 is de overgangsperiode na de terugtrekking van het VK uit de EU afgelopen en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) tussen de EU en het VK voorlopig in werking getreden. De totale goederenexport – de goederenexport van Nederlandse makelij en de wederuitvoer – lag in het eerste kwartaal van 2021 op hetzelfde niveau als in dezelfde periode in 2020. Deze cijfers bieden echter beperkt inzicht in de daadwerkelijke impact van het aflopen van de transitieperiode omdat relevante data over exportverdiensten en werkgelegenheidseffecten vooralsnog ontbreken voor het eerste kwartaal van 2021.

De goederenexport van Nederlandse makelij liet vooral in de maand maart een sterke groei zien. Deze export lag in het eerste kwartaal van 2021 24 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2020. De goederenexport van buitenlandse makelij (wederuitvoer) via Nederland naar het VK is in het eerste kwartaal van 2021 hard geraakt. De wederuitvoer kwam in dit kwartaal 25 procent lager uit dan het eerste kwartaal van 2020.4 Goederen uit derde landen worden mogelijk vaker rechtstreeks naar het VK getransporteerd. Dit heeft vermoedelijk te maken met het gevolg van het aflopen van de overgangsperiode, waardoor het VK niet langer onderdeel is van de interne markt en er bij wederuitvoer tweemaal procedures dienen te worden doorlopen bij de wederuitvoer via de EU van goederen van niet-EU (of onbekende) oorsprong vanaf 1 januari 2021.

Meer verdiensten per euro aan VK-export en toename werkgelegenheid in 2019

Uit de cijfers blijkt verder dat Nederland in 2020 iets meer verdiende per euro aan de export naar het VK dan in 2019, namelijk 44,7 eurocent ten opzichte van 44,2 eurocent. De verdiensten per euro uit export van goederen uit eigen productie namen toe, omdat er minder import (grondstoffen, halffabricaten of diensten) nodig was ten behoeve van de export van goederen van Nederlandse makelij naar het VK. Tevens is de werkgelegenheid verbonden aan de Nederlandse export van goederen en diensten naar het VK in 20195 toegenomen tot in totaal 264.000 arbeidsjaren, ten opzichte 258.000 arbeidsjaren in 2018.

Tot slot dient te worden opgemerkt dat de cijfers in deze update afwijken van de cijfers die betrekking hebben op 2019 die vorig jaar zijn gepubliceerd, omdat deze cijfers voorlopige cijfers waren en ondertussen zijn aangepast op de cijfers van Nationale Rekeningen.

Voor een nadere toelichting op de actuele cijfers over de handel met het VK verwijs ik u graag naar de bijlage van deze brief.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstuk 23 987, nr. 252.

X Noot
2

CBS (2021), Maatwerktabellen verdiensten export naar het Verenigd Koninkrijk, 2015–2020 en Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 23 987, nr. 384.

X Noot
4

In 2020 verdiende de Nederlandse economie circa 56 cent per euro export van goederen van Nederlandse makelij naar het Verenigd Koninkrijk, tegen 14 cent per euro wederuitvoer.

X Noot
5

Het meest recente jaar waarover gegevens bekend zijn ten aanzien van de werkgelegenheid.

Naar boven