De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het
voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet
genoegzaam voorbereid.
I. Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot goedkeuring
van het op 22 oktober 2015 te Riga tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag
van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180) (hierna: het wetsvoorstel). Zij onderschrijven de doelstellingen van het protocol
om lidstaten te verplichten een aantal terroristische misdrijven strafbaar te stellen
en samenwerking te bevorderen om terrorisme te voorkomen. De dreiging van terrorisme
gericht tegen onze vrije samenleving is onverminderd groot. Voornoemde leden verwelkomen
alle maatregelen die effectief bijdragen aan het voorkomen van terrorisme.
Naast het aanvullend protocol bij het verdrag ter voorkoming van terrorisme is de
afgelopen jaren veel internationale regelgeving tot stand gekomen om terrorisme te
bestrijden en te voorkomen, constateren de leden van de VVD-fractie. Zij ontvangen
graag een actueel overzicht van de internationale verdragen en regelgeving die zien
op de bestrijding en voorkoming van terrorisme.
De leden van de VVD-fractie constateren dat niet alle lidstaten van de Raad van Europa
het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2006, 34) uit 2005 en het Aanvullend Protocol uit 2015 hebben geratificeerd. Waarom hebben
landen als België en het Verenigd Koninkrijk het Verdrag nog niet geratificeerd? Zijn
deze landen voornemens het Verdrag en het Aanvullend Protocol te ratificeren? Heeft het niet-ratificeren
van deze landen gevolgen voor de uitwisseling van informatie ter voorkoming van terrorisme?
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 7 – Uitwisseling van informatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum
(LIRC) van de politie als contactpunt is aangemeld bij de Raad van Europa. Graag ontvangen
deze leden een toelichting op de keuze voor het LIRC.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Burger