35 374 Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets

Nr. 10 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID RAEMAKERS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 7

Ontvangen 3 september 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan het opschrift wordt toegevoegd «in gevallen van opzet of grove schuld».

II

In de beweegreden wordt na «die zijn ontstaan wegens het» ingevoegd «opzettelijk of door grove schuld».

III

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 34, vijfde lid, onderdelen a tot en met w, «het niet of niet behoorlijk nakomen» vervangen door «het opzettelijk of door grove schuld niet of niet behoorlijk nakomen».

IV

In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 78dd na «de vermogenstoets» ingevoegd «in gevallen van opzet of grove schuld».

V

In artikel II, onderdeel C, wordt in artikel 78ee na «de vermogenstoets» ingevoegd «in gevallen van opzet of grove schuld».

Toelichting

Dit amendement bepaalt dat de voorgestelde wetswijziging in artikel 34, vijfde lid, van de Participatiewet enkel betrekking heeft op die personen waarbij geoordeeld is dat de schending van de inlichtingenplicht is ontstaan door aantoonbare opzet of grove schuld. De wetswijziging geldt dus niet voor gevallen van normale of verminderde verwijtbaarheid.

Hiermee regelt dit amendement dat de uitzondering van de schuld ontstaan door een fraudevordering en de boete bij de vermogenstoets enkel geldt in gevallen waarbij aangetoond kan worden dat er sprake is van opzettelijke fraude of ernstige nalatigheid. Dit amendement voorkomt dat personen die niet aantoonbaar met opzet of door ernstige nalatigheid de inlichtingenplicht schenden disproportioneel getroffen worden.

Raemakers

Naar boven