De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de
volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
1. Inleiding
De fractieleden van de PVV hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. Zij hebben naar aanleiding daarvan
nog een vraag.
2. Nationale veiligheid
De PVV-fractieleden merken op dat middels het gewijzigde voorstel van wet artikel 20, tweede
lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als volgt komt te luiden:
«In ieder geval in strijd met de openbare orde is het doel dat of de werkzaamheid
die leidt of klaarblijkelijk dreigt te leiden tot een bedreiging van de nationale
veiligheid of de internationale rechtsorde of tot de ontwrichting van de democratische
rechtsstaat of het openbaar gezag.»
Het begrip «nationale veiligheid» lijkt niet te zijn omschreven in Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek. In de memorie van toelichting staat wel op bladzijde 19 het volgende:
«In het nieuwe tweede lid wordt voor een aantal begrippen geëxpliciteerd dat, als
hiervan sprake is, er zonder meer strijd is met de openbare orde. Het gaat hierbij
om de volgende activiteiten en doelstellingen:
• «de bedreiging van de «nationale veiligheid» – dit begrip sluit als notie aan bij
de term zoals gebruikt in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en
het beperkingsdoel opgenomen in het tweede lid van artikel 11 EVRM. De regering meent
dat ook de in artikel 18 IVBPR verankerde godsdienst- en gewetensvrijheid optreden
in het belang van de nationale veiligheid toestaat, als zijnde een species van het
ruimere begrip «openbare veiligheid» (lid 3). Concreet kan hierbij gedacht worden
aan het voorbereiden van aanslagen, terrorisme, vormen van spionage en de ontregeling
van vitale infrastructuur.»2
Kan de regering, in het kader van de zinsnede «bedreiging van de nationale veiligheid»,
aangeven of daar ook zaken onder vallen of kunnen gaan vallen die te maken hebben
met klimaatveranderingen en pandemieën? De leden van de PVV-fractie ontvangen graag
een gemotiveerd antwoord.
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien de reactie van de
regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren