35 365 Besluit houdende deelneming in de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Limburg

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 17 december 2019.

De wens dat de deelneming door het Rijk krachtens een wet dient te geschieden kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 14 januari 2020.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2019

De gemeente Heerlen heeft aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht te kennen gegeven toe te willen treden tot de Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg (HCL). Naar aanleiding hiervan dient de «Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Limburg» te worden gewijzigd.

HCL is de opvolger van het voormalig Rijksarchief in de provincie en beheert de overgebrachte archieven van de gemeente Maastricht en rijksorganen in de provincie Limburg (zoals rechterlijke instellingen en het notariaat). Deelnemers aan deze regeling zijn op dit moment de gemeente Maastricht en de Minister van OCW namens het Rijk. De samenwerking tussen deze overheden vindt plaats op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR).

Hierbij bied ik u aan de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg in verband met de toetreding van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen per 1 januari 20201.

De hoogte van de financiële bijdragen van de huidige deelnemers is gelijk gebleven. De door de overige deelnemers ondertekende wijzigingsregeling treft u aan als bijlage bij deze brief2.

De voorlegging van het besluit tot deelneming geschiedt in het kader van artikel 97, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit artikel biedt uw Kamer gedurende vier weken de mogelijkheid om de wens kenbaar te maken dat de inwerkingtreding van dit besluit bij wet geregeld wordt. Indien u van deze mogelijkheid geen gebruik maakt zal het besluit tot deelneming na afloop van deze termijn gepubliceerd worden in de Staatscourant, waarbij de gewijzigde gemeenschappelijke regeling als bijlage bij de toelichting wordt gevoegd. Het besluit tot deelneming zal in werking treden op een bij afzonderlijk inwerkingtredingsbesluit te bepalen tijdstip.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven