35 352 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs

Nr. 9 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 7

Ontvangen 16 september 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde derde lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het voorgestelde lid 3a wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

II

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde vierde lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het voorgestelde lid 4a wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

III

In artikel III, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 17 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het tweede lid wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

IV

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde derde lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het voorgestelde lid 3a wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

V

In artikel VI, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 42 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het tweede lid wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

VI

In artikel VIII, onderdeel a, onder A, wordt het met artikel III, onderdeel A, voorgestelde artikel 2.2 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het tweede lid wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

VII

In artikel VIII, onderdeel b, onder A, wordt het voorgestelde artikel 2.2 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, vervalt «de basiswaarden van».

2. In het tweede lid wordt «waarden» vervangen door «rechten en vrijheden» en wordt «gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met deze waarden» vervangen door «voorbereid om te participeren in de democratische rechtstaat».

Toelichting

Het vermelden van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat is problematisch voor het toezicht in het onderwijs. De interpretatie van basiswaarden is namelijk niet zo eenduidig als op het eerste gezicht het geval lijkt. Zo kunnen bijvoorbeeld een socialistische, een liberale of een christelijke opvatting van autonomie en solidariteit sterk uiteenlopen. Het is op grond van de vrijheid van richting niet aan de overheid om zich op het gebied van de overtuiging van scholen te begeven door een normerende interpretatie van deze basiswaarden te kiezen. Dit amendement richt het toezicht daarom op de kennis van en het respect voor de democratische rechtsstaat. De essentie van de democratische rechtsstaat, die ook zonder definitiebepaling spreekt uit onze Grondwet, is dat burgers vreedzaam met elkaar samenleven met respect voor een wettelijk geregeld kader van rechten en plichten. Van alle scholen mag verwacht worden dat zij hun leerlingen daarmee vertrouwd maken.

Bisschop

Naar boven