35 345 Splitsing van de gemeente Haaren

B MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 24 juni 2020

Met belangstelling heb ik kennis genomen van het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning waartoe de fractie van de PVV inbreng heeft geleverd. De verschillende vragen die zijn gesteld, worden hierna beantwoord in de volgorde waarin de inbreng is geleverd.

De leden van de PVV-fractie vragen of de regering kan aangegeven of de gehouden burgerpeiling (p. 3 van de memorie van toelichting) aan álle (stemgerechtigde) inwoners van de gemeente Haaren is voorgelegd. Zo nee, dan vragen zij hoeveel burgers zijn geselecteerd voor deze burgerpeiling en op basis van welke criteria dat is gebeurd.

Alle inwoners van de gemeente Haaren die bij verkiezingen stemgerechtigd zijn hebben de gelegenheid gekregen om te stemmen. Omdat de herindeling ook voor jongeren van belang is, zijn inwoners vanaf 16 jaar uitgenodigd om hun stem uit te brengen. Om inwoners te helpen bij het maken van een weloverwogen keuze is onafhankelijk bureau PON de opdracht gegeven om alle relevante informatie te verzamelen en te verwerken in een folder die huis-aan-huis verspreid is. De werkwijze van de peiling sloot zoveel mogelijk aan bij de werkwijze van reguliere verkiezingen. Zo werden er oproepkaarten verspreid, stembureaus ingericht en een onafhankelijke commissie samengesteld om toezicht te houden op het proces.

Deze leden vragen voorts of de regering kan aangegeven of deze peilingen ook aan álle (stemgerechtigde) inwoners van de gemeenten Boxtel, Oisterwijk, Tilburg en Vught zijn voorgelegd?

De vier genoemde gemeenten hebben hun draagvlakonderzoek ieder op hun eigen manier ingevuld en daarbij is aan alle (stemgerechtigde) inwoners de mogelijkheid geboden om een inbreng te leveren. De gemeente Oisterwijk heeft een informatieavond gehouden voor alle inwoners, verenigingen en ondernemers van zowel de gemeente Oisterwijk als Haaren. Daarnaast heeft Oisterwijk een vragenlijst uitgezet onder het burgerpanel van de gemeente, bestaande uit 839 burgers die regelmatig een digitale vragenlijst voorgelegd krijgen over actuele ontwikkelingen in de gemeente. Ook de gemeente Tilburg heeft een informatiebijeenkomst gehouden voor alle inwoners en een vragenlijst voorgelegd aan het vaste burgerpanel, bestaande uit 887 leden. Voorafgaand werd de raadsklankbordgroep Herindeling Haaren benaderd, evenals de dorpsraad van Udenhout en de bewonerscoöperatie van Biezenmortel. De gemeente Vught heeft een online enquête gehouden onder alle inwoners van Vught en Cromvoirt. De gemeente Boxtel heeft het draagvlakonderzoek ingevuld door het organiseren van een informatieavond. Alle inwoners zijn op diverse manieren uitgenodigd om deel te nemen aan deze informatieavond en daar hun mening te geven. Naast deze activiteiten hebben de gemeenten gezamenlijk een zienswijzeprocedure doorlopen waarbij alle inwoners een zienswijze in konden dienen.

De leden van de PVV-fractie stellen op basis van cijfers in de memorie van toelichting dat een aanzienlijke minderheid zich in de burgerpeiling uitsprak voor behoud van zelfstandigheid. Zij of duidelijk is wat de voornaamste beweegredenen zijn voor de voorkeur van dit deel van de inwoners en welke stappen concreet worden gezet om aan hun bezwaren waar mogelijk tegemoet te komen.

Tijdens de burgerpeiling konden inwoners aangeven of zij 1) voor opsplitsing waren, 2) voor zelfstandig blijven of 3) geen voorkeur hadden. De peiling gaf geen inzicht in de beweegredenen van het deel van de inwoners dat de voorkeur gaf aan zelfstandig blijven. Wel valt een beeld op te maken van deze beweegredenen uit het gevolgde participatieve traject. Een deel van de inwoners van de vier kernen van de gemeente Haaren wilde liever zelfstandig blijven uit vrees om als klein dorp «opgeslokt» te worden door een grotere gemeente. Andere inwoners hadden een zekere vrees dat de lijnen met het bestuur en de gemeentelijk organisatie langer zouden worden. In de achterliggende periode zijn verbindingen gelegd tussen alle dorpen en de betreffende ontvangende gemeenten. Uit de contacten blijkt dat de ontvangende gemeenten aanspreekbaar zijn voor de inwoners van de vier Haarense dorpen en hen – vooruitlopend op de herindeling – al betrekken bij beleidsinitiatieven en andere relevante zaken. Dat beoordeelt de regering als positief.

Verder vragen de leden van de PVV-fractie naar de enquêtes en burgerpanels die in de gemeenten Boxtel, Oisterwijk, Tilburg en Vught zijn gehouden als zijnde de «ontvangende» gemeenten, naar het draagvlak onder hun inwoners over het herindelen met een deel van de gemeente Haaren. Zij vragen of de regering kan aangeven of álle (stemgerechtigde) inwoners van deze gemeenten de gelegenheid hebben gehad om aan deze «burgerpanels» en enquêtes deel te nemen. Zo niet, dan vragen zij op grond van welke criteria zijn de deelnemers geselecteerd.

Oisterwijk en Tilburg hebben gebruik gemaakt van een bestaand burgerpanel. Dit is een representatief panel waaraan vaker vragen worden voorgelegd over ontwikkelingen in de gemeente. Vught heeft een enquête gehouden onder alle inwoners en Boxtel heeft het draagvlakonderzoek ingevuld door het organiseren van een informatieavond. Alle inwoners zijn op verschillende manieren uitgenodigd om deel te nemen aan deze informatieavond en daar hun mening te geven. Aldus hebben de gemeenten op basis van lokaal-autonome keuzes invulling gegeven aan het beoordelen van draagvlak. Dit heeft uiteindelijk tot een instemmend besluit in de betrokken gemeenteraden geleid.

De leden van de PVV-fractie vragen de regering concreet aan te geven welke definitie bij deze herindeling is gehanteerd van «bestuurskracht». Zij vragen tevens aan te geven welke «toekomstige en regionale opgaven» (p. 6 van de memorie van toelichting) met betrekking tot de gemeente Haaren concreet worden bedoeld op basis waarvan de bestuurskracht onvoldoende zou zijn en op basis van welke criteria deze in het kader van «bestuurskracht» zijn afgewogen.

Een veel gehanteerde definitie van bestuurskracht is «het vermogen van gemeenten om hun wettelijke en niet-wettelijke taken uit te voeren en daarvoor de benodigde maatschappelijke en bestuurlijke relaties aan te gaan». Er worden in het land echter verschillende definities van bestuurskracht gehanteerd. In het beleidskader gemeentelijke herindelingen (2018) heb ik toegelicht dat het bepalen van bestuurskracht geen wiskundige exercitie is.1 In de aangehaalde passage uit de memorie van toelichting wordt gedoeld op het onderzoek van onderzoeksbureau B&A-groep naar de bestuurskracht van de gemeente Haaren. In dit onderzoek is bestuurskracht gedefinieerd als «het vermogen om de huidige en toekomstige opgaven aan te kunnen». Met «toekomstige en regionale opgaven» worden bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociaal domein bedoeld, maar ook de opgave om de leefbaarheid in de kernen te behouden en de rol van de gemeente bij gemeentegrensoverschrijdende opgaven en in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Het onderzoeksbureau heeft onderzocht in hoeverre de gemeente Haaren in staat was dit soort meervoudige opgaven te vertalen van visie in strategische beleidskaders en meetbare doelen waarop verantwoording kan plaatsvinden. Dit strategisch beleidsvermogen van de gemeente werd als zwak beoordeeld door het onderzoeksbureau en daarnaast werd geconstateerd dat de rol van de gemeente bij grensoverschrijdende opgaven en in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zwak en kwetsbaar was.

De leden van de PVV-fractie lezen op p. 7 van de memorie van toelichting: «Uit de verdere besluitvorming rond het herindelingsontwerp en herindelingsadvies blijkt dat de gemeente haar bestuurlijke zelfstandigheid op termijn niet in het belang van haar inwoners achtte en actie heeft ondernomen om de geconstateerde knelpunten in bestuurskracht op te lossen.» Zij vragen of de regering kan aangeven welke «geconstateerde knelpunten in bestuurskracht» concreet worden bedoeld.

Uit het eerder genoemde onderzoek van B&A-groep bleek dat de gemeente moeite had met visievorming, het formuleren van doelstellingen en het ontwikkelen van eigen beleid op complexere opgaven zoals het sociaal domein, leefbaarheid en regionale samenwerking zonder vooraf landelijk opgelegde kaders. Daarnaast werd geconstateerd dat de rol van de gemeente binnen samenwerkingsverbanden en bij grensoverschrijdende opgaven zwak en kwetsbaar was.

In relatie tot de zinsnede in de memorie van toelichting (p. 7) dat het geen voornemens of ontwikkelen bekend zijn om aan te nemen dat de betrokken gemeenten binnen een afzienbare periode opnieuw bij een herindelingsdiscussie betrokken zal worden, vragen de leden van de PVV-fractie wat de regering (globaal) verstaat onder «binnen een afzienbare periode». Zij vragen die mede gelet op het gegeven dat per 1 januari 2019 onder andere de gemeente Molenlanden is gevormd terwijl delen van die gemeenten circa vijf jaar eerder ook onderdeel van een herindeling waren.

Anders dan bij de meeste herindelingen ontstaat er bij de herindeling van Haaren geen nieuwe gemeente. De kernen van de gemeente Haaren worden toegevoegd aan bestaande stabiele gemeenten waar op dit moment geen bestuurskrachtproblemen spelen. Met «binnen afzienbare termijn» bedoelen wij geen specifieke termijn. Hiermee wordt bedoeld dat wij, op basis van het feit dat de kernen van de gemeente Haaren worden toegevoegd aan bestaande stabiele gemeenten waar op dit moment geen bestuurskrachtproblemen spelen, verwachten dat deze gemeenten in ten minste meerdere bestuursperioden niet bij nieuwe herindelingen betrokken zullen worden. Dit kan echter nooit worden uitgesloten. Daarbij geldt dat het in beginsel aan de gemeenten zelf is om te besluiten om te zijner tijd al dan niet een nieuwe herindelingsdiscussie te starten.

De leden van de PVV-fractie geven aan dat uit de nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer2 blijkt dat de meerderheid van de kern Esch met 50,6% voor behoud van zelfstandigheid was. Zij vragen de regering aan te geven in hoeverre met deze wens van de bevolking van Esch rekening is gehouden.

In de kern Esch woont ongeveer 15% van het totale aantal inwoners van de gemeente Haaren. Van het totale aantal inwoners van de gemeente Haaren stemde het merendeel voor opsplitsing. In dat licht bezien kon de wens van de helft van de geraadpleegde Esschenaren niet worden gehonoreerd. Wel heeft de gemeente Haaren na het besluit over de herindeling de gemeenschap van Esch gefaciliteerd bij het opstellen van een leefbaarheidsplan. Daarmee ligt er een visie voor het dorp vanuit de gemeenschap zelf, dat dient als basis voor de samenwerking met de gemeente Boxtel. De gemeente Haaren ondersteunt en faciliteert de Essche gemeenschap om dit plan bij de gemeente Boxtel in te brengen.

Voorts vragen deze leden aan te geven welke consequenties de splitsing van Haaren heeft voor de taakstelling van huisvesting van statushouders. Zij wijzen daarop op berichten in lokale media waaruit zou blijken dat er «nog werk te verzetten zijn» zou zijn met betrekking tot de afspraken rond huisvesting van statushouders3, waarbij de gemeente Haaren al een achterstand zou hebben.4 Zij vragen de regering aan te geven in hoeverre de andere gemeenten na de splitsing met dit probleem worden «opgezadeld» en welke verdeelsleutel hierbij wordt toegepast.

In 2020 levert de gemeente Haaren een extra inspanning om de achterstand in de huisvesting van statushouders in te lopen. De ontvangende gemeenten zijn bekend met de achterstand in de huisvestingstaakstelling. gemeente Haaren verwacht haar taakstelling in 2020 te realiseren waarbij in dat geval geen gevolgen zijn voor de gemeenten waartoe grondgebied overgaat.

De leden van de PVV-fractie constateren dat gemeente Haaren momenteel betrokken is bij verschillende gemeenschappelijke regelingen, zoals de Omgevingsdienst Brabant-Noord, en gebruik maakt van de Afvalstoffendienst van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Na de splitsing vallen de verschillende kernen van Haaren niet meer onder dezelfde gemeenschappelijke regelingen, zo vervolgen deze lezen. Zij vragen de regering aan te geven welke concrete consequenties de splitsing heeft voor de deelname aan de gemeenschappelijke regelingen en/of intergemeentelijke diensten en hoe de afdrachten verrekend worden.

Op grond van artikel 41, vierde lid, van de Wet arhi hebben de gemeenten na de herindeling zes maanden de tijd om voorzieningen te treffen om de gemeenschappelijke regelingen in overeenstemming te brengen met de gewijzigde gemeentelijke indeling. Dat is daarmee aan de decentrale betrokkenen zelf. Daarbij kunnen afspraken gemaakt worden over afdrachten en verrekeningen, dit is ook mede afhankelijk van wat hierover is opgenomen in de betreffende regelingen. Tegen die achtergrond is nu nog niet precies te zeggen welke gevolgen de splitsing precies zal hebben, maar de gemeente Haaren is momenteel in gesprek met de betreffende gemeenschappelijke regelingen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Zie ook de antwoorden op de door de PVV-fractie gestelde vragen in het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning van 4 juli 2019 (Kamerstukken I, 2018/19, 28 750, nr. G).

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 35 345, nr. 6.

Naar boven