35 338 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van de Wet afbreking zwangerschap in verband met het verbeteren van de informatieverstrekking en de ondersteuning aan ongewenst zwangere vrouwen

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om iedere ongewenst zwangere vrouw die voor een moeilijke keuze staat omtrent haar ongewenste zwangerschap, in een vroeg stadium te informeren over andere oplossingen van haar noodsituatie dan het afbreken van de zwangerschap en de mogelijkheden die er zijn om gebruik te maken van gespecialiseerde keuzebegeleiding en ondersteuning;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 3 van de Wet afbreking zwangerschap worden na het tweede lid, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vijfde tot en met zevende lid, twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Tijdens de bespreking, bedoeld in het eerste en tweede lid, verstrekt de arts de vrouw verantwoorde voorlichting, zowel mondeling als schriftelijk, over:

    • a. andere oplossingen voor haar noodsituatie dan het afbreken van de zwangerschap, waaronder begrepen:

      • 1°. het al dan niet met ondersteuning uitdragen van de zwangerschap en opvoeden van haar kind;

      • 2°. mogelijkheden om de problemen die ervoor zorgen dat de vrouw haar zwangerschap als noodsituatie ervaart op te lossen;

      • 3°. bevallen onder geheimhouding;

      • 4°. pleegzorg;

      • 5°. het doen van afstand ter adoptie;

    • b. de mogelijkheid om keuzebegeleiding en ondersteuning te krijgen van een gespecialiseerde hulpverlener, zijnde een in keuzebegeleiding en ondersteuning bij ongewenste zwangerschap gespecialiseerde organisatie, niet zijnde een organisatie waarin vrouwen een behandeling kunnen ondergaan die gericht is op het afbreken van zwangerschap.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur worden eisen gesteld aan de informatieverstrekking in het derde lid, die erop gericht zijn dat de vrouw alle informatie krijgt die nodig is om de verschillende mogelijkheden die zij heeft te overzien en te beoordelen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven