35 337 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet

Nr. 37 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BOLKESTEIN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 27

Ontvangen 20 november 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt voor onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 01. Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van onderdeel 2° in de definitie van leidinggevende in artikel 1, eerste lid, vervalt het derde onderdeel.

II

Aan artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het eerste lid, onderdeel a, en het derde lid zijn tevens van toepassing op personen die onmiddellijk leidinggeven aan een horecabedrijf of slijtersbedrijf.

III

In artikel I, onderdeel L, wordt voor het eerste onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 01. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «een leidinggevende» vervangen door «een leidinggevende of een persoon aangewezen krachtens artikel 30b».

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. een onmiddellijk leidinggevende als bedoeld in artikel 8, zesde lid.

IV

Artikel I, onderdeel R, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «In artikel 29, eerste lid, onder e,» wordt vervangen door «Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder e,».

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 2. In het tweede lid wordt «leidinggevenden» vervangen door «leidinggevenden en personen aangewezen krachtens artikel 30b».

V

Na artikel I, onderdeel R, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

R0a

Na artikel 30a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 30b

  • 1. Artikel 30a is van overeenkomstige toepassing op een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van personen die werkzaam zijn in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën van horecabedrijven of slijterijbedrijven.

  • 2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement schrapt de verplichting tot het onverkort bijschrijven van dagleidinggevenden op de aanhangsel bij de horecavergunning en vervangt deze door bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) te bepalen omstandigheden waaronder (groepen) medewerkers van de onderneming dienen te worden bijgeschreven. Ook wordt de onverkorte verplichting geschrapt voor alle ondernemingen die een horecavergunning nodig hebben om hun dagleidinggevenden op de horecavergunning in te schrijven. In plaats daarvan wordt ook bij AMvB bepaald welke categorieën ondernemingen aan deze bijschrijf verplichting dienen te voldoen.

Veel horecaondernemingen en slijterijen wisselen regelmatig van dagleidinggevende. Een dagleidinggevende heeft op bepaalde momenten de dagelijkse leiding over een horecazaak of slijterij, maar is zelf daarvan geen (mede) eigenaar. Volgens de huidige wet is zowel de eigenaar als elke dagleidinggevende verplicht bijgeschreven te worden op de horecavergunning. Andere medewerkers hoeven niet te zijn bijgeschreven.

Het telkens bijschrijven van nieuwe leidinggevenden is zowel tijdrovend als kostbaar. Koninklijke Horeca Nederland schat dat er in Nederland ongeveer 30.000 ondernemingen zijn met een horecavergunning en dat die gemiddeld tweemaal per jaar een leidinggevende bijschrijven. Uitgaande van gemiddeld € 211 legekosten komen zij in totaal op € 13 miljoen aan leges per jaar. Daarbij komen de kosten voor 2.500 slijterijen en de tijd die de ondernemers besteden aan de vergunningsaanvragen.

Tegelijk is het belangrijk dat eigenaars en medewerkers van horecazaken en slijterijen geen crimineel verleden hebben en ook verder van goed gedrag zijn. Het is daarom goed dat zij hierop kunnen worden getoetst bij de aanvraag van een horecavergunning en bij de wisseling van personeel. Het is echter de vraag of toetsing van alle dagleidinggevenden in alle onder de wet vallende ondernemingen opweegt tegen de hoge kosten voor ondernemers en tegelijk of niet ook andere medewerkers dan alleen dagleidinggevenden zouden moeten worden getoetst.

Dit amendement beoogt met meer maatwerk de legekosten voor ondernemers te verlagen en tegelijk door gerichter medewerkers te toetsen het toezicht te verbeteren.

Bolkestein

Naar boven