Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2023
Het wegvallen van de bouwvrijstelling veroorzaakt dusdanig significante financiële
risico's voor de initiatiefnemers van het CCS-project Porthos (EBN, Gasunie, Havenbedrijf
Rotterdam), dat zij zich genoodzaakt zien de finale investeringsbeslissing uit te
stellen. Hierdoor loopt het project een vertraging op van mogelijk twee jaar. Vanwege
de aanzienlijke bijdrage van Porthos aan de CO2-reductiedoelstelling voor 2030, namelijk 2,5 Mton CO2 per jaar, acht ik deze vertraging zeer onwenselijk. Om deze vertraging, en in het
uiterste geval zelfs mogelijk afstel, te voorkomen, is het noodzakelijk dat Porthos
de reeds ingezette aanbestedingsprocedures voortzet en contracten aangaat met leveranciers
en aannemers.
De initiatiefnemers hebben het rijk verzocht om een garantie. Ik ben voornemens om
deze garantie te verstrekken. Dit is onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.
Op 9 december jl. heb ik per brief de Tweede Kamer hierover geinformeerd. Hierbij
informeer ik ook de Eerste Kamer over mijn besluit. Het bijgevoegde toetsingskader
(bijlage 1) bevat de voorwaarden en uitgangspunten voor de af te geven garantie. De
garantie zal lopen van 12 december 2022 t/m 31 december 2023 en dekt een substantieel
deel van de door Porthos aan te gane financiële verplichtingen met externe partijen
benodigd voor de bouw van het project in voornoemde periode. Dit betekent dat de Staat
een deel van het risico overneemt, en uitbetaalt in het geval het Porthosproject uiteindelijk
niet de benodigde natuurwetvergunning krijgt. Er is echter een gerede kans dat deze
vergunning afgegeven wordt. In dat geval, of als het project om een andere reden beëindigd
wordt, zal er geen uitbetaling plaatsvinden. De garantie maakt het mogelijk voor Porthos
om de benodigde contracten aan te gaan. De start van de daadwerkelijke aanleg en bouw
kan pas beginnen wanneer de benodigde vergunningen afgegeven zijn. De garantie dekt
maximaal 80% van deze kosten, tot een maximum van € 175,6 miljoen. Over de garantie
dient conform het beleidskader risicoregelingen een marktconforme premie te worden
betaald. Deze is becijferd op € 21,9 miljoen. De dekking van eventuele schade, ter
grootte van de maximale omvang van de garantie minus de te rekenen premie, komt van
de EZK-begroting, uit ruimte in het budget voor de SDE-middelen. Op 12 december heb
ik hiertoe separaat een Incidentele Suppletoire Begroting 2023 (Kamerstuk 36 271) ingediend bij de Tweede Kamer. In bijlage 2 van deze brief treft u een overzicht
(CW3.1) aan waarin de beleidskeuzes ten aanzien van deze middelen nader worden toegelicht.
De combinatie van de tussenuitspraak van de Raad van State, het first-of a-kind-karakter
van het Porthosproject en het feit dat vervolgprojecten voortbouwen op de Porthosinfrastructuur
maken het voor mij verdedigbaar om een deel van het risico van de initiatiefnemers
over te nemen. Tegelijk wil ik benadrukken dat deze garantie eenmalig is. Ik ben niet
voornemens een vergelijkbare regeling te treffen voor toekomstige projecten, uitgevoerd
door staatsdeelnemingen of door marktpartijen, die in de toekomst onzekerheden treffen
in de uitvoering van hun project.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten