Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2020
Hierbij stuur ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit
en Belastingdienst, de beantwoording van de technische fiscale vragen van het lid
Geurts (CDA) over de fiscale consequentie van de gerichte opkoop. Hiermee voldoe ik
aan de toezegging gedaan tijdens het algemeen overleg Stikstofproblematiek d.d. 20 februari
2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 79).
Toezegging
Het lid Geurts (CDA) heeft mij gevraagd of ik in beeld heb welk fiscaal instrumentarium
beschikbaar is om onverwachte financiële consequenties van beëindiging van de bedrijfsvoering
te minimaliseren en of ik bekend ben met de mogelijke nadelige fiscale consequenties
van bedrijfsbeëindiging. Verder vroeg het lid Geurts of ik bereid ben om het uiterste
te doen om in het kader van gerichte opkoop deze consequenties zoveel mogelijk te
voorkomen dan wel te compenseren.
Fiscale consequenties
De gevolgen per bedrijf zullen verschillen. Ik heb echter een goed beeld van het huidig
fiscaal instrumentarium en de fiscale consequenties die optreden bij het beëindigen
van een veehouderij-onderneming in het kader van de gerichte opkoop. Hierbij wil ik
opmerken dat het niet om onverwachte financiële consequenties zal gaan daar het de
gevolgen betreft van bestaande fiscale regelgeving en beleid.
Graag ga ik nader in op de mogelijke fiscale gevolgen van de gerichte opkoop. Voor
iedere veehouder die belastingplichtig is voor de inkomstenbelasting geldt, net als
voor iedere andere ondernemer, dat op het moment dat de onderneming wordt beëindigd
er in beginsel belasting verschuldigd is over de zogenoemde stille reserves (het verschil
tussen de waarde in het economische verkeer of verkoopprijs van vermogensbestanddelen
en de fiscale boekwaarde daarvan) en over de aanwezige fiscale reserves (kostenegalisatiereserve,
herinvesteringsreserve en oudedagsreserve). Het totaalbedrag is de zogenoemde stakingswinst,
waarover belasting wordt geheven. Alhoewel de hoogte van de stakingswinst in het algemeen
niet onverwacht zal zijn, kan het bedrag dat aan belasting verschuldigd is onder omstandigheden
wel hoog zijn. Het is aan individuele veehouders om met in achtneming van fiscale
aspecten al dan niet over te gaan tot bedrijfsbeëindiging in het kader van de gerichte
opkoop. De fiscale wet- en regelgeving kent voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting
vallen en winst uit onderneming genieten, een aantal faciliteiten om de fiscale gevolgen
van bedrijfsbeëindiging te mitigeren, ook in het geval van opkoop. Zo kan bijvoorbeeld
belastingheffing over de stakingswinst onder voorwaarden worden voorkomen indien de
opbrengst wordt aangewend voor een fiscaal gefaciliteerde oudedagsvoorziening. De
stakingswinst kan dan (onder voorwaarden) worden omgezet in een lijfrente. Dit is
een keuze die de betreffende veehouder zelf kan maken. Bovenop bovengenoemde mogelijkheden
om het te betalen bedrag aan belasting te mitigeren geldt specifiek voor agrariërs
de fiscale landbouwvrijstelling waardoor de waardeaangroei van grond onder voorwaarden
is vrijgesteld van belasting bij overdracht.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten