Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2020
Zoals ik tijdens het debat heb toegezegd, stuur ik uw Kamer hierbij de schriftelijke
beantwoording van de vragen die door uw leden zijn gesteld in de tweede termijn van
het algemeen overleg Stikstofproblematiek van 20 februari jl.
In het debat heb ik ook toegezegd om de technische vragen van het lid Geurts (CDA)
over het fiscaal instrumentarium bij bedrijfsbeëindiging schriftelijke te beantwoorden.
Deze beantwoording ontvangt uw Kamer voor mei 2020.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Vragen van het lid Futselaar (SP)
Klopt het dat de Minister geen enkel middel heeft om door te zetten als provincies
bij de gebiedsprocessen zeggen geen geld vrij te maken voor natuur of zeggen dat Natura
2000-gebieden niet goed zijn?
De provincies moeten op grond van de artikel 1.12 en 2.3 van de Wet natuurbescherming
maatregelen treffen om in de Natura 2000-gebieden de instandhoudingsdoelstellingen
te realiseren. De destijds bij de decentralisatie van het gebiedsgerichte beleid gedecentraliseerde
middelen moeten door de provincies voor deze en de andere internationale biodiversiteitsverplichtingen gericht worden ingezet, zo is afgesproken
in het Natuurpact. Doet een provincie dat niet, dan kan die provincie via het interbestuurlijke
toezichtinstrumentarium van de Provinciewet worden aangesproken wegens taakverwaarlozing.
Het Rijk kan dan – als overleg niet tot een oplossing leidt – in de plaats treden
van de provincie en de vereiste maatregelen treffen. De kosten voor deze maatregelen
kan het Rijk verhalen op de provincie.
Waar staat het Rijk met de uitspraak dat alle meldingen uit de PAS-periode worden
gelegaliseerd als in een bepaald gebied onvoldoende ruimte bestaat?
De intentie is om al de gerealiseerde meldingen te legaliseren. De melders verdienen
duidelijkheid. Op dit moment wordt in kaart gebracht wat de precieze omvang is van
de te legaliseren meldingen. Als de omvang van de projecten bekend is, moet aan de
hand van een passende beoordeling bekeken worden hoeveel compensatie dan wel mitigatie
tegenover de legalisering van de meldingen moet staan. In de gebiedsgerichte aanpak
worden de noodzakelijke maatregelen genomen.
Vragen van het lid Harbers (VVD)
Wordt alles uit het innovatietraject gezwaluwstaart met het traject waar de Minister
voor Milieu en Wonen mee bezig is over het opschonen de regelgeving? Kan daarbij ook
gekeken worden naar de suggestie van FME om hier Fieldlab voor in te richten?
Bij het opstellen van de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen is ook het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
(I&W) nauw betrokken, zowel als de decentrale overheden en de sectoren. Zoals reeds
in mijn brief van 7 februari jl. gemeld wordt er een Taskforce Versnelling Innovatieproces
ingericht (Kamerstuk 35 334, nr. 44), ook daarbij is het Ministerie van I&W nauw betrokken. Het Interprovinciaal Overleg
(IPO) heeft gevraagd om FME, dat onderdeel uitmaakt van de Brabantse Taskforce Toekomstbestendige
stallen, te betrekken. Dit wordt gedaan en ik ben hierover reeds in gesprek.
Vragen van het lid Moorlag (PvdA)
Wil de Minister een vooraf een grondige toets doen op effectiviteit, haalbaarheid
en handhaafbaarheid voordat maatregelen op het gebied van voer- en techniek?
Bij het uitwerken van de maatregel voor veevoer en techniek wordt door Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en RVO.nl getoetst op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Daarnaast wordt de maatregel ook getoetst op effectiviteit in relatie tot stikstofreductie.
Vragen van het lid Bisschop (SGP)
Hoe gaat Minister bij externe saldering ongecontroleerde uitkoop van boeren door kapitaalkrachtige
partijen, zoals Schiphol, voorkomen.
Ik begrijp de zorgen over ongerichte en ongecontroleerde opkoop door kapitaalkrachtige
partijen. Het is daarom van belang dat provincies een vergunningaanvraag alleen toestaan
als deze past binnen de betreffende gebiedsgerichte aanpak, en het behalen van de
goede staat van instandhouding daarmee niet in gevaar komt. Daarnaast werk ik samen
met de provincies aan instrumenten om speculatie met veehouderijbedrijven te voorkomen.
Hoe kijkt de regering aan tegen de door Netwerk Grondig voorgestelde depositiebank?
Ik heb het voorstel ontvangen en zal deze bestuderen en bespreken met de betrokken
partijen. De voorgestelde depositiebanken hangen samen met het stikstofregistratiesysteem.
Voorstellen zoals deze van Netwerk Grondig nemen we mee in de verdere uitwerking van
het stikstofregistratiesysteem.