De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet de vanaf 2026 beschikbare 5 miljard euro wil investeren
in de agrarische sector, onder andere in innovatie en doelsturing, een brede opkoopregeling,
natuurbeleid, mest, en visserij, en dat deze middelen nu nog op de aanvullende post
bij het Ministerie van Financiën staan;
overwegende dat het, mede gelet op de aangenomen motie-Heinen/Grinwis (35 925, nr. 149) en de geringere omvang van deze middelen in vergelijking met eerdere jaren, van
groot belang is dat deze gelden effectief en efficiënt besteed worden, met een onderbouwd
bereik op de gestelde (Europese) doelen voor natuur, waterkwaliteit en klimaat;
overwegende dat er tegelijk sprake is van een overspannen mestmarkt met hoge prijzen
voor het afvoeren van dierlijke mest als gevolg van de afbouw van de derogatie, met
vooral veel financiële pijn tot gevolg in de (melk)veehouderij;
verzoekt de regering bij de verdere invulling van het 5 miljardpakket te onderbouwen
wat het doelbereik van de beoogde investeringen is voor natuur, waterkwaliteit en
klimaat en te onderbouwen hoe en op welke termijn de voorgenomen investeringen zullen
leiden tot verlichting van de urgente mestplaatsingsproblematiek, en de Kamer hierover
bij de verdere besluitvorming over de aanwending van de 5 miljard euro te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.