35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2023

Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een analyse naar PFAS in zowel zeewater als in zeeschuim voor de Nederlandse kust uitgevoerd. Deze analyse is gebaseerd op de metingen die de provincies Zeeland, Noord- en Zuid-Holland langs hun kusten hebben laten uitvoeren. In Vlaanderen is eerder een vergelijkbaar onderzoek gedaan1. Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de RIVM-analyse en de reactie die in het Landelijk Zwemwater Overleg (LZO), bestaande uit Rijk, provincies, gemeenten, GGD en RIVM, op dit onderzoek is vastgesteld.

Uitkomsten

Op basis van de analyse van het RIVM (bijlage) concludeert het LZO dat er op dit moment geen noodzaak is voor het nemen van maatregelen voor het zwemmen aan de Nederlandse kust. PFAS komt overal voor in onze leefomgeving. Het komt dan ook niet als een verrassing dat ook in zeewater en zeeschuim deze stoffen worden aangetroffen. Over het algemeen zien we dat de PFAS-concentraties in zeewater een stuk lager zijn dan in zeeschuim.

  • 1) Zeewater

    De betrokken provincies constateren dat de gemeten PFAS-concentraties in het zeewater een stuk lager zijn dan de concentraties die in een eerdere monitoring in de recreatieplas Berkendonk nabij Helmond zijn aangetroffen. Op basis van de monitoringsresultaten van recreatieplas Berkendonk stelde het RIVM dat PFAS geen risico vormt voor de gezondheid van zwemmers2. Aan de hand van deze vergelijking stelt het LZO dat er voor het zwemmen in zeewater geen reden tot zorg is.

  • 2) Zeeschuim

    Het RIVM concludeert dat het op dit moment nog niet mogelijk is iets te zeggen over de gemiddelde blootstelling aan PFAS via zeeschuim. Dit komt omdat op dit moment niet ingeschat kan worden hoeveel PFAS uit zeeschuim in mensen en dieren terecht kan komen. Hiervoor bestaan nog geen wetenschappelijke scenario’s.

Vergelijking met Vlaamse metingen

De gemeten PFAS-concentraties in Nederland zijn vergelijkbaar met de metingen in Vlaanderen, met uitzondering van de monsters die in het eerdere Vlaamse onderzoek genomen zijn bij Knokke. Daar zijn de metingen aanzienlijk hoger dan de Nederlandse metingen. In Vlaanderen waren de PFAS-concentraties in de zeewatermonsters net als in Nederland veel lager dan in de zeeschuimmonsters.

Vervolg

Het RIVM stelde eerder vast dat mensen in Nederland al te veel worden blootgesteld aan PFAS3. Een groot deel komt binnen via voedsel en drinkwater. Elke route waarbij mensen extra PFAS binnenkrijgen is onwenselijk, zo ook via zeeschuim. Als vervolg zal de blootstellingsroute via zeeschuim meegenomen worden in het brede PFAS-onderzoeksprogramma van het RIVM. In dat programma wordt gekeken hoe mensen in Nederland minder in aanraking kunnen komen met PFAS door een breed scala aan blootstellingsroutes met elkaar te vergelijken. Zo kunnen we zien waar het beste maatregelen genomen kunnen worden.

Ten slotte

Het is goed om er bewust van te zijn dat wanneer je zeeschuim aanraakt of inslikt dit tot extra blootstelling aan PFAS leidt. De algemene adviezen voor het zwemmen in open water zijn in dit geval ook van toepassing4. Zo is het verstandig om na het zwemmen te douchen, handen te wassen voor het eten en kinderen en huisdieren geen zeeschuim te laten inslikken. Dit advies is in lijn met het advies dat in Vlaanderen op het vergelijkbare onderzoek is gegeven. Verdere informatie over zwemmen en zwemwaterlocaties is te vinden op zwemwater.nl.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven