35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 256 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2023

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft mij geïnformeerd over een door haar genomen besluit ten aanzien van PFAS-verdacht afval en het grensoverschrijdende transport daarvan naar het bedrijf Indaver in België. Hoewel het niet gebruikelijk is de Kamer over dergelijke besluiten van de ILT te informeren, breng ik u vanwege de eerdere belangstelling van uw Kamer voor dit onderwerp toch graag op de hoogte van het genomen besluit.

Voorgeschiedenis

De ILT is voor internationaal afvaltransport bevoegd om vergunningen te verlenen zoals bedoeld in de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Zij is in deze rol onafhankelijk. Op basis van deze bevoegdheid heeft de ILT in oktober 2022 besloten 34 actieve kennisgevingen (afgegeven vergunningen) in te trekken en 18 vergunningsaanvragen af te wijzen. Dit besluit had als doel om (tijdelijk) geen afvaltransporten van PFAS-verdacht afval meer te laten plaatsvinden naar Indaver-Antwerpen. De ILT nam dit besluit op basis van voorzorg, omdat zij signalen had ontvangen dat de verwerking bij Indaver niet juist en doelmatig was. Ik heb uw Kamer hier op 31 oktober 2022 over geïnformeerd (Kamerstuk 35 334, nr. 204).

Het afgelopen jaar deed de ILT verder onderzoek naar de juistheid en doelmatigheid van de verwerking van PFAS-verdacht afval bij Indaver, als onderdeel van een door bedrijven gestarte bezwaarprocedure tegen het ILT besluit. De ILT vroeg in dit kader tweemaal het RIVM om onafhankelijk advies, waarover ik uw Kamer op 10 februari en 27 maart heb geïnformeerd. (respectievelijk Kamerstukken 35 334 en 28 089, nr. 221 en Kamerstukken 35 334 en 28 089, nr. 232).

Genomen besluit ILT

Op basis van informatie van de Belgische autoriteiten (de OVAM), afvalverwerkers en het RIVM blijkt dat de situatie bij Indaver-Antwerpen is verbeterd. Ook blijkt uit die informatie dat Indaver aan de huidig geldende milieuvergunningen en wet- en regelgeving voldoet, dat die vergunningen tussentijds zijn aangescherpt en dat deze nog verder worden aangescherpt. Tevens blijkt dat Indaver verbetermaatregelen heeft doorgevoerd. De acties van de ILT hebben dus geresulteerd in meer grip van de ILT op de informatie die zij nodig heeft om haar rol als bevoegd gezag goed te vervullen. Op basis van deze informatie concludeert de ILT nu dat er geen reden meer is om deze transporten tegen te houden. Dat heeft de ILT ook kenbaar gemaakt aan de betrokken afvalbedrijven volgens de daarvoor geldende EVOA procedure.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven