Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35334 nr. 252 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35334 nr. 252 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2023
Door middel van deze brief wil ik uw Kamer informeren over drie door TNO uitgevoerde onderzoeken naar de uitstoot van stikstof door het wegverkeer en mobiele machines. Het eerste onderzoek1 gaat over de haalbaarheid van een aanpak op basis van monitoring en periodieke keuring voor het controleren van de inzet en emissies van mobiele werktuigen in de bouw. Het tweede onderzoek2 betreft mogelijkheden om de uitstoot van stikstof door het wegverkeer en mobiele machines terug te brengen. Het derde onderzoek3 gaat over de stikstofuitstoot die optreedt bij de bouw van nieuwe woningen. De rapporten van deze onderzoeken zijn als bijlage bij deze brief gevoegd.
Het eerste onderzoek betreft het pilotproject Emissie Monitoring en Periodieke keuring (EMPK) bouwwerktuigen. Voor dit project zijn bouwmachines voorzien van apparatuur om de inzet en emissies te monitoren. Daarnaast zijn emissiemetingen aan de uitlaat uitgevoerd voor controle van de roetfilters. Het onderzoek laat zien dat door EMPK-controle een goed beeld kan worden verkregen van waar welke bouwmachines worden ingezet en of NOx-reductiekatalysatoren en roetfilters van moderne bouwmachines met dieselmotor goed functioneren. Bij moderne machines met een NOx-reductie katalysator lijkt het een robuuste aanpak om voor continue NOx-monitoring een extra NOx-sensor in de uitlaat te plaatsen.
In het tweede onderzoek schetst TNO een aantal opties voor (lokale) maatregelen om de uitstoot van stikstof door het wegverkeer en mobiele machines terug te dringen. Het gaat hierbij om maatregelen die volgens TNO op een termijn van 2 à 3 jaar kunnen worden ingevoerd. Het rapport laat zien dat met controle van de inzet en emissies van bouwwerktuigen tot 2,0 kton NOx-reductie per jaar kan worden gerealiseerd. Een combinatie van maatregelen die zijn opgesomd in het rapport, kan aanvullend op de al door het kabinet genomen maatregelen een substantieel effect hebben op de autonome NOx-reductie door voertuigen en mobiele werktuigen.
Het derde onderzoek laat zien dat de NOx-uitstoot van de bouw van één woning kan variëren tussen 5 en 76 kilogram, afhankelijk van de werktuigen die worden ingezet en de mate waarin de locatie bouwrijp moet worden gemaakt. Indien de locatie nog bouwrijp moet worden gemaakt, is een totale NOx-uitstoot van 10 kg bij de bouw van een nieuwe woning haalbaar, onder de voorwaarden dat schone en emissieloze bouwmachines worden ingezet, dat de inzet en emissies van de bouwmachines worden gecontroleerd, en dat onnodig stationair draaien van de bouwmachines wordt voorkomen4.
Ik beschouw het door TNO opgestelde rapport met opties voor aanvullende stikstofreductie als een waardevolle verkenning voor de korte en middellange termijn. Naar mijn oordeel is een aantal opties echter nog niet zover dat ze daadwerkelijk binnen enkele jaren kunnen worden ingevoerd. De uitkomsten van deze onderzoeken zullen worden meegenomen in de verdere uitwerking van eventueel aanvullende maatregelen zoals aangekondigd in de brieven van 25 november 20225 en 10 februari 20236 van de Minister voor Natuur en Stikstof en bij de verkenning welke aanvullende gezondheidswinst in Nederland nog kan worden gerealiseerd met het Schone Lucht Akkoord, zoals aangekondigd in mijn brief van 1 juli 20227. Het gaat daarbij om eventuele aanvullende maatregelen die kunnen worden genomen naar aanleiding van de aangescherpte WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit.
In het vervolg van deze brief wil ik ingaan op de volgende vijf acties en toezeggingen op het gebied van stikstofreductie in het wegverkeer en bij mobiele machines die reeds in gang zijn gezet of aan uw Kamer zijn gedaan.
(1) Controle emissies benzineauto’s
Eén van de door TNO onderzochte opties is controle van de werking van driewegkatalysatoren van benzineauto’s. De totale extra NOx-uitstoot als gevolg van defecte benzineauto’s wordt door TNO in 2030 ingeschat op 3 kton, ofwel 22% van de totale NOx-uitstoot van personenauto’s. Mogelijkheden om hier iets aan te doen zijn, zoals gemeld in de brief aan uw Kamer van 22 maart 20228, herinvoering in de APK van een emissietest en intensivering van het markttoezicht op de verkoop van vervangingskatalysatoren.
Om de route van verbetering van de emissiecontrole in de APK te onderzoeken, heeft TNO het afgelopen jaar enkele verkennende metingen uitgevoerd aan benzineauto’s met een gemanipuleerde katalysator. Deze eerste metingen laten zien dat een gemanipuleerde benzineauto voor de APK kan slagen, terwijl de standaard-emissietest in de uitlaat niet wordt gehaald. De komende maanden gaat TNO verdere wegmetingen uitvoeren om vast te stellen hoeveel extra NOx-uitstoot er optreedt en of verbetering van de APK-emissietest voor benzineauto’s mogelijk is. Ik zal uw Kamer hierover in de loop van het jaar berichten.
(2) Inzet van schone en emissieloze bouwmachines
Een andere door TNO doorgerekende optie is het inzetten van de meest schone (Stage IV en V) dieselmachines en van elektrische mobiele machines. Om in de bouw tot effectieve verduurzaming te komen blijft nauwe samenwerking nodig tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Daarom werk ik in het programma Schoon en Emissieloos Bouwen samen met de bouwsector aan een aantal instrumenten, waaronder de routekaart SEB, een subsidieregeling, een kennis- en innovatieprogramma en ondersteuning van medeoverheden. Mijn inzet hierbij is om na de zomer van 2023 met al deze partijen het convenant Schoon en Emissieloos bouwen met transitiepaden voor verduurzaming van de bouw te ondertekenen.
(3) Controle van de inzet en emissies van mobiele machines
Controle van de inzet en emissies van bouwmachines kan een NOx-reductie tot 2,0 kton per jaar opleveren. Als door NOx-monitoring stationair draaien bij moderne bouwmachines wordt beperkt kan een aanvullende NOx-reductie van 0,5 kton per jaar worden gerealiseerd. Als onderdeel van het Schone Lucht Akkoord en het programma Schoon en Emissieloos Bouwen wordt momenteel in samenwerking met de betrokken partijen onderzocht hoe het toezicht en de handhaving op de uitstoot van mobiele machines in de praktijk kan worden opgepakt. Op 26 maart 2021 is reeds aan uw Kamer gemeld9 dat in dit onderzoek een aanpak op basis van Emissie Monitoring en Periodieke Keuring (EMPK) wordt meegenomen.
In 2021 en 2022 heeft TNO het pilotproject EMPK uitgevoerd om de haalbaarheid van deze wijze van controle van de emissies te onderzoeken. In dit project is specifiek gekeken naar emissiecontrole van afzonderlijke mobiele machines. In 2023 wil ik hier een vervolg aan geven door in een pilotproject te onderzoeken of door EMPK-controle de totale NOx-praktijkuitstoot van een compleet bouwproject kan worden vastgesteld. Daarnaast zullen de mogelijkheden worden verkend voor de ontwikkeling van universeel, na oplevering in te bouwen, on-board monitoringsystemen voor controle van de inzet en emissies van mobiele bouwwerktuigen. Zodra dit vervolgproject is afgerond, zal ik uw Kamer hierover berichten.
(4) Aanpak uitstoot koelgeneratoren wegverkeer
Generatoren voor transportkoeling voor het wegverkeer brengen een substantiële uitstoot van 4,3 kton stikstofoxiden per jaar met zich mee. Hiervoor worden namelijk kleine dieselmotoren gebruikt, die een naar verhouding zeer hoge uitstoot hebben. Eerder is aan uw Kamer bericht10 dat een generator voor transportkoeling voor stikstof 1,5 keer zo vuil is als een Euro-VI vrachtauto en voor fijnstof meer dan 10 keer zo vuil. Zoals reeds aan uw Kamer gemeld11 ben ik in het kader van de motie van het lid Koerhuis12 met de sector in gesprek om een plan van aanpak voor verduurzaming van transportkoeling op te stellen. Ik verwacht u hier voor het zomerreces over te kunnen informeren.
(5) Milieuzones voor mobiele werktuigen
In het TNO-rapport met opties voor stikstofreductie wordt een (kleur)indeling (geel, groen, blauw, paars en wit) van mobiele werktuigen in emissieklassen geïntroduceerd. Deze kleurindeling voor mobiele machines die in Bijlage I bij deze brief is opgenomen, is door het Ministerie van IenW ontwikkeld en sluit aan bij de (kleur)indeling van milieuzones voor auto’s. De uitgewerkte indeling van mobiele machines is verder in lijn met de ingroeipaden voor de inzet van bouwmachines van de Routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen.
Eén van de acties uit het Schone Lucht Akkoord (Kamerstuk 30 175, nr. 343) is dat in overleg met betrokken (markt)partijen de mogelijkheden worden onderzocht van milieuzones voor mobiele werktuigen die worden ingezet voor onder andere de logistiek, evenementen, groenbeheer, infra- en bouwwerken. De (kleur)indeling voor mobiele machines kan hier mogelijk voor worden gebruik. Ik ga dan ook in overleg gaan met de partijen van het Schone Lucht Akkoord en met betrokken marktpartijen om dit te bespreken.
De inzet van schone en emissieloze voertuigen en werktuigen en controle van emissies in de praktijk zijn belangrijke onderdelen van de aanpak om de uitstoot te reduceren. Vermindering van de CO2-uitstoot draagt bij aan de klimaatdoelen. Vermindering van de stikstofuitstoot is van groot belang voor verbetering van de natuur en om nieuwe economische en maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Vermindering van de uitstoot van stikstof en fijnstof leidt tot een gezondere leefomgeving. Gelukkig is de stikstofuitstoot door het verkeer de laatste jaren al flink afgenomen. Ik zet me ervoor in om deze daling te versnellen, door stimulering van schone en emissieloze voertuigen en werktuigen en door verbetering van de controle van de emissies in de praktijk.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Emissie-klasse: |
EU Stage-norm |
Technologie: |
|
---|---|---|---|
Zero emissie |
N.v.t. |
Batterij elektrisch + H2 brandstofcel |
|
Diesel lage emissies |
Stage IV + DPF, Stage V (56–560 kW) |
Diesel met roetfilter (DPF) en effectieve NOx-reductiekatalysator (SCR) |
|
Diesel met roetfilter |
Stage IIIB + DPF Stage V (19–56 kW) |
Diesel met roetfilter (DPF) en gematigde fijnstof uitstoot |
|
Diesel zonder roetfilter |
Stage IIIB – DPF > 560 kW: Stage V < 37 kW: Stage IIIA < 19 kW: geen eis |
Diesel zonder roetfilter (DPF) en met gematigde fijnstof uitstoot |
|
Vuile diesel |
Stage IIIA |
Diesel zonder roetfilter (DPF) en met hoge fijnstof uitstoot |
|
Meest vuile diesel |
Stage I + II |
Meest vuile diesel (>19kW) |
In meer detail is de uitwerking van de emissieklassen naar EU Stage-normering als volgt:
Door naderhand een emissiebeperkende voorziening aan te brengen (retrofit) kan een schonere emissieklassen voor gerealiseerd:
– Met een retrofit gesloten roetfilter (DPF) gaat de indeling van «groen» naar «blauw».
– Met een effectieve retrofit NOx-reductiekatalysator (SCR-systeem) gaat de indeling van «blauw» naar «paars».
TNO-rapport TNO 2023 R10553, Pilot project Emissie Monitoring en Periodieke Keuring (EMPK) van bouwmachines
TNO-rapport TNO 2023 R10480, Verkenning van opties voor reductie van NOX-emissies door het wegverkeer en mobiele machines
TNO-rapport TNO 2023 R10541, Een vergelijking tussen de uitstoot bij de bouw van nieuwe woningen en die van mobiele bronnen buiten de bouw
De stikstofuitstoot van moderne dieselwerktuigen neemt na enkele minuten stationair draaien flink toe. Dit wordt veroorzaakt omdat de stikstofreductiekatalysator vanwege de lage temperatuur van de uitlaatgassen dan niet meer goed werkt. Circa de helft van de stikstofuitstoot van moderne machines kan hierdoor bij stationair draai optreden.
Kamerbrieven van 26 maart 2021 over toezending TNO rapporten (Kamerstuk 31 209, nr. 227) en van 22 maart 2022 over voortgang Duurzame Mobiliteit (Kamerstukken 32 813 en 31 305, nr. 1004)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35334-252.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.