Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2023
Afgelopen zomer is een aantal stukken met analyses en berekeningen die zijn gemaakt
met de analysetool van het Ministerie van Financiën, openbaar gemaakt (Kamerstuk 35 334, nr. 199). Sinds 2021 zijn er ambtelijke berekeningen opgesteld door het Ministerie van Financiën
om te kunnen adviseren over het doelmatig en doeltreffend behalen van de stikstofdoelen.
Dit past bij de taak van het Ministerie van Financiën om de doelmatigheid en doeltreffendheid
van de inzet van collectieve middelen te toetsen en te borgen.
Afgelopen zomer is ook gecommuniceerd aan de Kamer dat deze berekeningen ter beoordeling
zouden worden voorgelegd aan het RIVM (zie het antwoord op Kamervragen van de leden
Omtzigt en Van der Plas, aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3621) en dat het kabinet de Kamer informeert over dit proces (zie het antwoord op Kamervragen
van de leden Maatoug en Bromet, aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3835).
Sinds de openbaarmaking van de stukken zomer 2022 zijn de berekeningen die door het
Ministerie van Financiën met het model zijn gemaakt, geactualiseerd en omschreven
in de bijgevoegde zes achtergrondnotities. In samenspraak met het Ministerie van LNV
zijn de achtergrondnotities van voldoende beleidsmatige en juridische context voorzien.
De door het Ministerie van Financiën opgestelde achtergrondnotities beslaan de volgende
thema’s: (1) bouwblokken, (2) toestemmingsverlening, (3) Nationaal Programma Landelijk
Gebied, (4) klimaat, (5) PAS-melders en (6) verdeling van deposities over bedrijfslocaties.
De betreffende berekeningen zullen, conform toegezegd aan uw Kamer, met het RIVM worden
gedeeld voor validatie. De achtergrondnotities worden nu gedeeld, omdat ze zijn geactualiseerd
en zijn voorzien van context. De nieuwe inzichten die onder meer ter ondersteuning
van de beleidsvoorbereiding van de piekbelastersaanpak van LNV zijn gemaakt, hebben
in de achtergrondnotities een plek gekregen. Het RIVM zal vervolgens hun inzichten
delen bij de achtergrondnotities, met dien verstande dat er ook aannames zijn gedaan
die buiten de expertise van het RIVM vallen en waarover het RIVM geen uitspraken zal
doen.
Het kabinet vindt het belangrijk de achtergrondnotities in de juiste context te plaatsen.
De achtergrondnotities hebben een ambtelijke indicatieve status en betreffen een nog
niet gevalideerde technische, ambtelijke exercitie en zijn niet gelijk aan de kabinetsinzet.
De achtergrondnotities bevatten een (technische) beschrijving van de gebruikte data,
rekenmethodes, aannames en uitkomsten. Zoals elke vorm van modellering bieden de achtergrondnotities
inzicht in een deel van de voor beleid relevante afwegingen. Daarbij moeten de uitkomsten
met de nodige onzekerheid worden geïnterpreteerd, gezien de onzekerheid waarmee data
en aannames omgeven kunnen zijn. Andere aannames zullen ook leiden tot andere uitkomsten.
In een aantal achtergrondnotities gaat het om doorrekeningen van scenario’s om duidelijke
verschillen inzichtelijk te maken, die zich niet lenen voor een directe doorvertaling
in beleid. De uitkomsten en inzichten die volgen uit de diverse modelleringen zijn
dan ook geen substituut van, maar kunnen als ondersteuning dienen bij het maken van
beleidsafwegingen. De bijgevoegde achtergrondnotities zijn als zodanig niet direct
gebruikt voor beleidsondersteuning, maar komen wel voort uit het model waarvan bepaalde
elementen zijn gebruikt voor beleidsondersteuning. Zo is de analysetool ook benut
voor beleidsondersteuning op het vlak van piekbelasters. Uiteraard zijn bij het maken
van beleidskeuzes ook juridische, ruimtelijke en sociaaleconomische afwegingen en
de impact op bijvoorbeeld leefbaarheid van het platteland of dierenwelzijn van belang.
Dit zijn overwegingen die niet goed in een model of rekensystematiek te vatten zijn,
maar wel onderdeel uitmaken van een integrale afweging. Tot slot zijn modelmatige
schattingen niet gelijk aan de beleidspraktijk. Niet iedere modeluitkomst kan met
beleid op dezelfde wijze worden geïnstrumenteerd.
De bijgevoegde achtergrondnotities zijn, conform de toezegging aan de Tweede Kamer,
inmiddels aan het RIVM verzonden. Naar verwachting heeft het RIVM nog minstens een
maand nodig om de achtergrondnotities te kunnen beoordelen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag