35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 212 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2022

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij een aantal vragen gesteld over de economische schade die wordt veroorzaakt door de stikstofcrisis.

Ik ben mij ervan bewust dat de stikstofcrisis leidt tot economische schade en dit onderschrijft dan ook de urgentie van de opgave waar we voor staan. Alleen door te werken aan stikstofreductie en natuurherstel ontstaat er ook weer meer ruimte voor maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Het cijfermatig duiden van de omvang van deze schade is complex. Er zijn namelijk verschillende vormen van economische schade te onderscheiden.

Allereerst is er schade die wordt veroorzaakt door het niet doorgaan van projecten vanwege een gebrek aan ontwikkelruimte met negatieve gevolgen voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Hierover is recent een publicatie verschenen in het Financieel Dagblad1 waarin een kwantitatieve inschatting wordt gedaan van de waarde van deze projecten. Mede op basis hiervan wil ik zo snel mogelijk in januari 2023 nader ingaan op de informatie uit dit artikel en vanuit het kabinet een duiding op deze problematiek geven.

Daarnaast kunnen er, zoals ook aan de orde komt in aantal vragen van uw Commissie, ook sociaaleconomische effecten optreden als gevolg van de brede transitie van het landelijk gebied. Daarvoor is het echter wel van belang om voldoende inzicht te hebben in de aard en de omvang van te nemen maatregelen. Om deze effecten inzichtelijk te maken worden provincies gevraagd in hun gebiedsprogramma’s een sociaaleconomische analyse op te nemen. Deze worden met het opleveren van de programma’s in juli beschikbaar. Eerder heeft het kabinet een onderzoek laten doen naar de sociaaleconomische effecten van de maatregelen die zijn aangekondigd in april 20202.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Naar boven