Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2022
Op 25 oktober heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verzocht
om een kabinetsreactie te sturen ten aanzien van het bericht «Ministerie verwacht
zeven keer zoveel stikstofvervuilers te moeten aanpakken»1.
In het artikel is een analyse gemaakt door het Financieele Dagblad van de PAS-meldingen
en een eventuele aanpak piekbelasters. In deze analyse heeft het Financieele Dagblad
gebruik gemaakt van de AERIUS-berekeningen van de PAS-meldingen die door het Ministerie
van LNV zijn gepubliceerd2. Hierover geef ik graag een nadere duiding.
Effectiviteit maatregel piekbelasters voor legalisatie van PAS-meldingen
Zoals in de eerste kabinetsreactie op het advies van Remkes (Kamerstukken 30 252 en 35 334, nr. 35) is aangegeven, wordt de gecreëerde ruimte door het versneld wegnemen van de emissie
van 500–600 piekbelasters met voorrang ingezet om PAS-meldingen te legaliseren. Aangezien
op dit moment nog geen definitie van pasmelders beschikbaar is, is ook niet te zeggen
hoeveel piekbelasters nodig zijn om alle meldingen te legaliseren. Wel is duidelijk
dat het wegnemen van de grootste piekbelasters een groot gedeelte van de benodigde
stikstofruimte gaat opleveren. Die ruimte is grotendeels extra ten opzichte van de
ruimte die in het legalisatieprogramma3 reeds is aangekondigd.
Aantallen en omvang PAS-meldingen
Gedurende de looptijd van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) zijn er in totaal 3.734
PAS-meldingen ingediend. Tot 1 december van dit jaar kunnen PAS-meldingen worden aangemeld
ter legalisatie. Dat zijn er tot september jl. 2.320. Het verschil tussen deze getallen
kan onder meer worden verklaard doordat meldingen voor tijdelijke projecten geen legalisatie
meer nodig hebben, meldingen dubbel zijn ingediend of er na het indienen van de melding
tijdens het PAS alsnog een vergunning is verleend.
Bij de zoektocht naar oplossingen ga ik uit van het aantal meldingen dat nu nog een
oplossing behoeft. De inschatting is dat er gemiddeld 11 mol nodig om de meldingen
te legaliseren. Nadat de verificatie voor alle PAS-meldingen is afgerond, kunnen we
nog preciezer vaststellen hoeveel stikstofruimte nodig is. Hierbij geldt overigens
dat alleen stikstofruimte nodig is voor het gemelde deel van de activiteit om vervolgens
de hele activiteit van een passende vergunning te kunnen voorzien.
Bij het maken van vergelijkingen in stikstofdepositie tussen verschillende activiteiten
(zoals een industriële activiteit met PAS-meldingen) maakt het kabinet geen onderscheid
tussen ammoniak en stikstofoxiden: dat zijn verschillende typen stikstofverbindingen
die vooral bij agrarische respectievelijk industriële activiteiten worden uitgestoten.
Op die manier wordt voorkomen dat een gedeelte van de stikstof niet wordt meegerekend.
Tot slot
Ondanks dat de opgave om meldingen te legaliseren minder omvangrijk is dan het betreffende
artikel impliceert, is de complexiteit hoog. Het kabinet vindt het van groot belang
dat de meldingen snel worden gelegaliseerd en voelt zich daarvoor verantwoordelijk.
Door het onverminderd uitvoeren van het legalisatieprogramma, de versnelling en maatwerk
dat de provincies kunnen bieden met de beschikbaar gestelde € 250 mln. (Kamerstuk
35 925 nr. XIV, nr. 161) en het overnemen van het advies van Remkes (Kamerstuk 30 252, nr. 35) doet het kabinet er alles aan om de problematiek zo snel mogelijk op te lossen.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink