35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

30 862 Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)

Nr. 189 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2022

Tijdens het tweeminutendebat externe veiligheid op 29 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 98, Tweeminutendebat Externe Veiligheid) heeft het lid Beckerman een motie ingediend (Kamerstuk 28 089, nr. 238), waarin zij de regering verzoekt alsnog het deel van het dictum van de nader gewijzigde motie van de leden Beckerman en Hagen van 17 mei 2022 (Kamerstuk 30 175, nr. 413) uit te voeren, waarin wordt verzocht eerst vast te stellen dat er geen negatieve effecten optreden voor natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving, en het afgraven van de zeedijk van de Hedwigepolder tot die tijd te pauzeren.

PFAS

Allereerst wil ik, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, benadrukken dat we ons realiseren dat de vervuiling van de Westerschelde met PFAS leidt tot gevoelens van zorg en onrust in de Zeeuwse samenleving. We snappen deze zorgen. Dit is ook de reden geweest om een aantal onderzoeken te verrichten naar de effecten op natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving. De rijksoverheid en de Provincie Zeeland blijven doorgaan met meten en monitoren. Ik heb de Tweede Kamer op 20 juni 2022 (Kamerstukken 35 334 en 30 862, nr. 188) geïnformeerd dat deze onderzoeken zijn afgerond.

Ik hecht er daarnaast aan te benadrukken dat ik ook kijk naar de bron van uitstoot. Ik beschouw de huidige, hoge concentraties aan PFAS in het water van de Westerschelde als ongewenst. Het kabinet doet er dan ook alles aan om de uitstoot van PFAS terug te dringen. Het is dringend nodig om de PFAS-gehaltes in de Westerschelde verder omlaag te brengen.

Om deze reden houdt Rijkswaterstaat met periodieke metingen de waterkwaliteit scherp in de gaten en hebben het Rijk en de provincie Zeeland onderzoek laten uitvoeren naar de effecten van PFAS op natuurontwikkeling en leefbaarheid. Onderzoek en metingen zullen worden voortgezet om zo de kennis over de effecten van PFAS verder te vergroten, zodat met de resultaten doelgericht actie kan worden ondernomen. Het Rijk en provincie Zeeland hebben inmiddels twee PFAS-coördinatoren aangewezen om de acties van de vele betrokken partijen te coördineren.

Vlaanderen is inmiddels gestart met de aanpak van de bronnen.Op 29 oktober 2021 legde Vlaanderen een bestuurlijke maatregel op aan het bedrijf 3M. Hierdoor werden in de loop van november 2021 alle PFAS-emissies naar het afvalwater van 3M stopgezet. De lozingsnormen in de vergunning van 3M zijn met onmiddellijke ingang fors naar beneden bijgesteld; dit geldt ook voor de PFAS-lozingsnormen in alle andere bestaande vergunningen in Vlaanderen. Het toezicht op de naleving is verscherpt en er vindt uitgebreid monitoring en onderzoek plaats. Nederland zet zich in de Internationale Scheldecommissie in om tot een reductiedoelstelling voor PFAS te komen.

Ontpoldering Hedwigepolder

De ontpoldering van de Hedwigepolder is onderdeel van een grensoverschrijdend project met Vlaanderen, waarbij aan de Vlaamse kant de aangrenzende Prosperpolder wordt ontpolderd. Zoals ik u in mijn brieven van 7 en 20 juni 2022 heb gemeld is de zeedijk in de Prosperpolder reeds zover afgegraven dat er in het komende stormseizoen (oktober-maart) een risico is dat bij bepaalde weersomstandigheden het water de Prosperpolder instroomt en daarmee ook (maar dan ongecontroleerd) de Hedwigepolder in. Dat acht ik niet verantwoord.

Het is dan ook van belang om nu te besluiten om het water eind september dit jaar (gecontroleerd) in de Hedwigepolder te laten stromen en hiermee aan onze Europese verplichting te voldoen om de natuur in en rond de Westerschelde te herstellen.

In dit verband wil ik u ook wijzen op de uitspraak van de Raad van State van 23 juni 2022 op het verzoek van de voormalige eigenaar van de Hedwigepolder, dhr. De Cloedt, om een voorlopige voorziening, die voorkomt dat het water van de Westerschelde de Hedwigepolder in loopt. Dit verzoek is door de Raad van State afgewezen.

De voorzieningenrechter acht het risico op ongecontroleerde inundatie bij het staken van de werkzaamheden van veel gewicht bij het afwijzen van het verzoek.

Voorts acht de voorzieningenrechter het van belang dat de metingen van PFAS in water en zwevend stof een dalende trend laten zien en dat Vlaanderen doeltreffende maatregelen neemt om de uitstroom van PFAS verder te beperken. Daarom acht de voorzieningenrechter het niet aannemelijk dat het vanwege PFAS onmogelijk is om in de Hedwigepolder estuariene natuur te realiseren.

Oordeel over de motie

Ik constateer dat de ingediende motie inhoudelijk niet verschilt van de motie Beckerman-Hagen, die ik reeds heb uitgevoerd.

Ter uitvoering van de motie Beckerman-Hagen heb ik uw Kamer bij brief van 7 juni 2022 (Kamerstuk 35 334, nr. 183) toegezegd op basis van de resultaten van elf concrete onderzoeken en metingen een besluit te nemen over de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder. Ik heb uw Kamer bij brief van 20 juni 2022 laten weten dat de onderzoeksresultaten geen aanleiding geven om de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder aan te passen en dat ik heb besloten dat de graafwerkzaamheden aan de zeedijk kunnen worden hervat.

Ik ontraad uw Kamer dan ook deze motie aan te nemen.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Naar boven