35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 180 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2022

in de brief van de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) van 17 november 2021 aan de Voorzitter van de Eerste Kamer (Kamerstuk 35 334, AL) is in het antwoord op vraag 24 toegezegd een analyse van de Taakgroep Ecologische Onderbouwing naar de Eerste Kamer te sturen.

De analyse is op verzoek van mijn ministerie opgesteld en op 16 juni 2021 verzonden onder de titel: «Beantwoording vragen Werkgroep Follow-up Advies-Hordijk».

Tegelijk met de toezending aan de Eerste Kamer stuur ik ook uw Kamer deze analyse toe. In de bijlage bij deze brief is de integrale beantwoording van de voorgelegde vragen opgenomen, inclusief het bij de beantwoording horende memo van het RIVM1.

De TEO-analyse is door de SGP-fractie van de Eerste Kamer gevraagd vanwege de onderbouwing van de keuze van het vorige kabinet om berekeningen van stikstofdepositie in AERIUS te blijven toepassen op het niveau van hexagonen van 1 ha en dus niet te aggregeren naar een hoger schaalniveau. Over dit onderwerp worden vanaf pagina 7 vragen beantwoord en hier heeft ook het memo van RIVM betrekking op.

Aan de TEO was ook verzocht antwoorden te geven op vragen over de mogelijke afbakening van depositieberekeningen. Deze antwoorden hebben geen rol gespeeld in de besluitvorming over de maximale rekenafstand, omdat de gestelde vragen inmiddels achterhaald waren op het moment dat de vragen beantwoord werden.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven